x
Ondersteuning via chat
x
Vul a.u.b. jouw gegevens in om te verbinden met een medewerker.
Jouw naam: Jouw e-mailadres: Jouw vraag:
Wachten op een medewerker......

Handleiding SuiteCRM

Hier vind je de handleiding voor SuiteCRM zoals aangeboden door ECM2.

 

Inhoudsopgave

1. Inleiding
1.1. Adresgegevens
2. Snel starten met SuiteCRM
3. Basisgebruik
3.1. Inloggen
3.1.1. Profiel instellen
3.2. Schermen indelen
3.3. Beschikbare modules
3.4. Gegevens toevoegen en opvragen
3.4.1. Gegevens toevoegen
3.4.2. Gegevens opvragen
3.5. Gegevens importeren en exporteren
3.5.1. Gegevens importeren naar SuiteCRM
3.5.2. Gegevens exporteren uit SuiteCRM
3.6. E-mail account toevoegen
3.7. E-mail campagne
3.7.1. Wat zijn “Onderdrukte e-mails” bij Campagnes?
3.7.2. Situatie 2: De e-mail wordt gezien als spam
3.7.3. Situatie 3: e-mail om andere reden niet verstuurd
3.7.4. Samenvatting van alle statussen, oorzaken en de oplossingen.
3.8. Producten- en Facturatiemodule
3.8.1. Sjabloon maken
3.8.2. Producten toevoegen
3.8.3. Offertes en Facturen aanmaken
3.8.4. Brieven genereren
3.9. Beheerscherm
3.9.1. Modules uitschakelen en menu’s indelen
3.9.2. Thema’s
3.9.3. Studio
3.9.4. Drop-down Editor
3.9.5. Talen beheren
3.9.6. Rollen instellen
4. Introductie standaard HomePages
4.1. Het doel van de homepage tabs
4.2. De Dashlets onder rol #Support & #Sales
4.2.1. SuiteCRM Dahsboard
4.2.2. References & Checks
4.2.3. Management
4.3. Werken met Dashlets
4.3.1. Dashlets van My Role HomePages
4.3.2. Kan je Dashlets verder aanpassen?
5. Rapportagemodule
5.1. Leren werken met vRapportages
5.2. Versiebeheer van rapporten
5.3. Doelen (targets) definieren
5.4. Opties voor Rapportages
6. Mobiele toegang
6.1. App configureren
6.2. Standaard versie
6.3. Volledige versie
6.3.1. Gegevens toevoegen
6.3.2. Schermen aanpassen
6.3.3. Zichtbaarheid modules aanpassen
6.3.4. Zoekopdrachten opslaan
6.3.5. Offline werken
6.3.6. Online gaan en synchroniseren
7. WordPress & SuiteCRM
7.1. Leads via WordPress in SuiteCRM
7.1.1. Wat heb je nodig?
7.1.2. Hoe jouw contactformulier in WordPress opzetten
7.1.3. Maak nu een web-naar-lead-formulier aan via SuiteCRM
7.1.4. Configureer nu jouw Formulieren via “Forms: 3rd Party Integration plugins”
7.1.5. Ga nu het formulier testen
7.1.6. “Wat betekent dat voor mij?”
8. KvK-zoeken
9. iCal kalenderfunctie
9.1. Kalender openen in andere applicaties
9.2. Afspraken en telefoongesprekken maken
10. MKB: My Role HomePage
10.1. Inleiding
10.2. Alle Gebruikers
10.2.1. Begin voor de eerste keer
10.3. Admin
10.3.1. Aan de slag met speciale functies
10.4. Speciale rollen
10.4.1. Gebruikers met meerdere rollen
10.5. Persoonlijke tabbladen
10.5.1. Tabbladen verwijderen !
10.5.2. Nieuwe gebruikers nadat HomePage is gepubliceerd
10.5.3. Meerdere gebruikers met beheerrechten
11. MKB: vCases
11.1. Inleiding
11.2. 3 Starten met een vCase
11.2.1. vCase Selectie
11.2.2. Eigenaar en Status…
11.2.3. Omschrijving
11.2.4. Contacten
11.2.5. Bijlagen
11.3. vNotes
12. MKB: vNotes
12.1. Waarom vNotes
12.2. Als je vNotes ergens wilt plaatsen
12.3. Toegang tot vNotes buiten context beperken
12.4. Maak een weergaveveld voor de doelmodule
12.5. Voeg een weergaveveld toe via Studio
12.6. Uitloggen en inloggen
12.7. vNotes gebruiken
12.7.1. Voordat je start
12.7.2. In de Detailweergave werken
12.8. Opmerking citeren
13. MKB: Workflow
13.1. Tab WFM
13.2. Tab Evenementen
13.3. Tab Activiteiten
13.4. Tab Taken
13.5. Testen eerst voor echt versturen
13.6. ListView
14. MKB: Security Groups
15. MKB: Attributen
15.1. Voorbeelden
15.2. Attributen toevoegen aan andere modules
15.3. Zoeken op Attribuut
16. MKB: SuiteCRM lokale back-up
17. Enterprise: vProjects
17.1. Inleiding
17.2. Een vProject
17.3. Aanmaken en bewerken
17.4. Werken in de concept versie van GANTT
17.5. GANTT verder aanpassen
17.6. GANTT opgeslagen, wat verder?
17.7. Aanpassen
17.8. Het dashboard
17.9. Samenvatting belangrijke vProject onderdelen
17.9.1. Status van een taak
17.9.2. Resource management
17.9.3. Sneltoetsen voor hoofdgebruikers
17.9.4. Notities
17.10. Projecten exporteren, importeren en klonen.
18. Optie: Email to SuiteCRM
19. Optie: Outlook- en andere Plug-ins
19.1. Outlook Plug-in van SuiteCRM zelf
19.1.1. Voorbereiding
19.1.2. Let op!
19.1.3. Stap 1: Installeren & configureren module in CRM door ECM2
19.1.4. Stap 2: Rest installatie door de hoofdgebruiker
19.1.5. Stap 3: Installeren Plug-in door de hoofdgebruiker
19.1.6. Stap 4: Het gebruik van de SuiteCRM Outlook Plug-in”door een gebuiker
19.2. De Grinmark Office 365 plug-in installeren
19.3. MailChimp plug-in installeren
20. Optie: Tijd schrijven
20.1. Inleiding
20.1.1. Het Timesheet menu
20.1.2. Tijd schrijven in de weekmatrix
20.1.3. Geschreven uren bekijken en bewerken in de Timesheet lijst
20.2. Gebruikersgroepen
20.3. Beschikbare rapportages
21. Optie: Mail Merge Reports
21.1. Sjabloon creëren
21.2. Documenten aanmaken
22. Optie: PDF sjablonen voor offertes en facturen
22.1. Sjablonen creëren met de module PDF sjablonen
22.1.1. Editor functies
22.1.2. Inlijn CSS
22.1.3. Sjabloon
22.1.4. Standaard sjablonen
22.2. Mailmerge functionaliteit
22.2.1. Opmaakprogramma
22.2.2. Dynamische informatie
22.2.3. Positioneer
22.3. Voorbeeld PDF sjablonen
22.3.1. Opmaak Inhoud
22.4. Hoe maak je gebruik van deze sjablonen?
23. Optie: Exact Koppeling
23.1. Wat doet Exact precies en welke modules kunnen informatie uitwisselen
23.2. Hoe configureer je de integratie tussen Exact SuiteCRM
23.2.1. Maak verbinding met Exact Online
23.2.2. Instellingen koppeling
23.2.3. Webhooks
23.3. Gegevens synchroniseren tussen applicaties
23.3.1. Organisaties (Klanten / Prospects / etc)
23.3.2. Personen (Contactpersonen)
23.3.3. Productcategorieën (Artikelgroepen)
23.3.4. Producten (Artikelen)
23.3.5. Facturen (Verkoopfacturen)
23.4. Synchronsiatie-richtingen
23.5. Bekende foutmeldingen en problemen

Wij zijn specialist in SuiteCRM en helpen jou graag!

Vragen? Sparren? Neem contact met ons op via telefoon of e-mail.

Hoofdstuk 1. Inleiding

In deze handleiding beschrijven wij de basishandelingen binnen het CRM-pakket SuiteCRM dat ECM2 aanbiedt. Per hoofdstuk beschrijven we de benodigde stappen om de verschillende handelingen uit te voeren. Het gebruik van deze dienst vindt plaats via een browser, bij voorkeur Firefox of Chrome. Het is verstandig om geen plug-ins te gebruiken die JavaScript beïnvloeden, aangezien JavaScript gebruikt wordt voor het functioneren van SuiteCRM. Je kunt deze dienst gebruiken via je PC of Mac. Gebruik je een tablet of smartphone, kiest dan voor de beschikbare mobiele App voor het gebruikt (beschikbaar vanaf Pro). SuiteCRM heeft zelf ook een eigen handleiding. Dat kan handig zijn, maar onze CRM functionaliteit verschilt deels met die van de standaard versie van SuitCRM. Zo gebruiken wij in Pro en Expert respectievelijk een veel geavanceerdere rapportagefunctie en workflow manager. API Developers kunnen kijken bij API v4.1 of API-Version-8 of API v4.1 Sugar Developer Guide.
Login
Je logt in via login.ecm2.nl. Op deze pagina staan de producten die ECM2 momenteel aanbiedt. De diensten die actief zijn worden als zodanig aangegeven. Als gebruiker is het mogelijk om jouw eigen gegevens aan te passen via het beheerportaal . Wanneer je contact met ons hebt gaat dat vaak via e-mails naar de helpdesk. Klik op de knop Helpdesk om op een andere pagina de gehele correspondentie in te zien. Hier kan je jouw geschiedenis terug zien en nieuwe aanvragen doen.

1.1. Adresgegevens

De benodigde adresgegevens om SuiteCRM rechtstreeks te benaderen en die voor de mobiele app zijn uniek en heb je in je welkomstbrief gekregen. Andere gegevens die je nodig kan hebben staan hieronder.
Mobiele App Android: Play store
Apple iOS: iTunes store

Hoofdstuk 2. Snel starten met SuiteCRM

SuiteCRM is krachtige, zakelijke software met uitgebreide mogelijkheden. In de praktijk betekent dit dat niemand SuiteCRM op dezelfde manier gebruikt. Voor optimaal gebruik raden we sterk aan om SuiteCRM in te richten op jouw bedrijfsprocessen. Als je voor het eerste gebruik een paar uur extra de tijd neemt, zal dit het succes van het CRM binnen je bedrijf verbeteren.
Start met de volgende stappen:
  1. Maak een korte inventarisatie van je bedrijfsproces, en bij welke stap welke module zou passen:
    Gebeurtenis SuiteCRM module
    Bestaande klantgegevens bijhouden Organisaties en Personen
    Gesprek potentiële nieuwe klant Invoeren in Leads
    Bestaande klant wil opnieuw afnemen Invoeren in Kansen
    Taken / acties bijhouden of toewijzen Invoeren in Taken
    Als je niet veel tijd hebt voor de inrichting, is het aan te raden om met alleen Organisaties, Personen en Leads modules te beginnen. Je kunt andere modules dan op een later moment makkelijk in gebruik nemen als de behoefte daarvoor ontstaat. In het begin geldt: minder = meer.
  2. Pas SuiteCRM nu op twee plekken aan:
    • In Beheer > Ontwikkel Tools > Modules en Subpanelen tonen. Hier kies je welke modules worden weergegeven in de modulebalk en in welke volgorde. Verberg de modules (en bijbehorende subpanelen) waar je niet direct gebruik van wilt maken, en zet ze op de juiste volgorde. SuiteCRM is dan overzichtelijk voor nieuwe gebruikers.
    • Verwijder op de Home-pagina bij het SuiteCRM Dashboard de dashlets van de ongebruikte modules door op het kruisje te klikken dat aanwezig is in een dashletbalk. Met het potloodje kun je de overgebleven dashlets verder aanpassen voor bewerken. Deze aanpassing doen alle gebruikers voor zichzelf. Mocht je juist een dashlet willen toevoegen, dat kan ook. Klik op de knop “Acties” en dan op “Dashlet toevoegen”. De pop-up “Dashlet Toevoegen” komt te voorschijn en daarin staan alle dashlets onder de tabs Modulen, Grafieken, Gereedschappen en Web. Klik op een tab, daarna op een Dashlet en dan op sluiten. SuiteCRM voegt deze dan zelf toe aan de home-pagina onder het SuiteCRM Dashboard.
  3. Importeer nu gegevens uit bestanden die je al hebt, bijvoorbeeld klantgegevens uit een export bestand van Outlook voor de Organisatie en Personen modules. Lees hoe je dat doet in de sectie Paragraaf 3.5, “Gegevens importeren en exporteren”, of voer handmatig gegevens in.
  4. Maak nu duidelijke afspraken met de gebruikers van het CRM, bijvoorbeeld:
    • Alle gesprekken met nieuwe klanten worden vanaf nu bijgehouden in de leads module.
    • Geen eigen to-do lijst meer, maar alles in de Taken module.
    • Vanaf nu contactgegevens in SuiteCRM bijhouden en niet meer in Outlook.
    Het maken van zulke afspraken verdient zich direct terug door minder interne overdrachten, minder onduidelijke gegevens, en minder kansen die blijven liggen.
  5. Als SuiteCRM na een tijdje geïntegreerd is in je bedrijfsvoering, kijk dan of meer bedrijfsprocessen en handelingen in SuiteCRM uitgevoerd kunnen worden. Vaak kan dit tijd besparen en andere diensten vervangen, voor bijvoorbeeld factureren of het versturen van nieuwsbrieven via e-mail.
  6. Een volgende stap kan zijn om rapportages (meer) te gaan gebruiken, of om zaken te auotmatiseren d.m.v. de workflowmodule.
  7. Ga je ook werken met workflows en andere zaken waaruit e-mails voort kunnen komen en wil je die graag uit naam van een emailadres met jouw domein versturen? Pas dan ook je DNS aan om een hoge spamscore bij het versturen van e-mails te voorkomen. Daarvoor voeg je een SPF-record toe, bijvoorbeeld:
    v=spf1 a mx include:_spf.ecm2.nl ~all
    Indien je al een SPF record hebt, gaat het erom dat je daar in ieder geval dit onderdeel “include:_spf.ecm2.nl” aan toevoegt. Dat zorgt ervoor dat email die vanaf jouw domein komt via onze servers verstuurd mag worden.

Hoofdstuk 3. Basisgebruik

De web interface is de meest gebruikte manier om met SuiteCRM te werken. Deze is beschikbaar vanaf elke PC, laptop of Mac. Het werkt in alle moderne Browsers. Wij raden aan om als webbrowser Firefox of Chrome te gebruiken voor de beste ervaring.

3.1. Inloggen

Nadat je de dienst hebt aangevraagd ontvang je per email de inloggegevens. In dit overzicht staan het webadres, één of meerdere gebruikersnamen en wachtwoord(en) vermeld.
Ga naar jouw CRM, in een browser . Vul je loginnaam en wachtwoord in op de pagina die opent en klik op ‘Inloggen’.

Opmerking

In het Beheerportaal, bij de persoonsgegevens onder menu item “CRM” kan de gebruiker bepalen om de interface van SuiteCRM in een andere taal dan de standaardtaal weer te geven. Om een andere standaardtaal dan Engels of Nederlands in te stellen, neem contact op met de helpdesk. Wij gaan dan uitzoeken of er verdere mogelijkheden zijn.

3.1.1. Profiel instellen

Het is aan te raden om direct na de eerste keer inloggen jouw profiel in te stellen in SuiteCRM . Klik rechts bovenaan het scherm op jouw eigen naam. Je komt dan via optie profiel terecht bij jouw profiel, waar je de gewenste aanpassingen doorvoert.
Voer in ieder geval jouw volledige naam en e-mailadres in. Let ook op de optie ’E-mail Cliënt’. Gebruik je de interne mail cliënt om mail te versturen, laat deze dan staan op ‘SuiteCRM E-mailprogramma. Gebruik je echter een externe mail cliënt, bijvoorbeeld Outlook, zet deze dan op ‘Externe E-mailprogramma’. Als je in het laatste geval klikt op een mailadres, dan wordt er direct een nieuwe mail aangemaakt in jouw externe mail cliënt.
Wil je gebruikmaken van een andere layout, klik dan op de tab ‘Layout opties’ en kies uit de drop-down ‘Stijl’ voor het gewenste thema. Let op dat dit een groot effect kan hebben op hoe SuiteCRM eruit ziet en hoe het werkt.
Mocht daarna een module nog het oude thema gebruiken klik dan bij een Windows PC op de toetscombinatie Ctrl + F5 in. De pagina wordt dan opnieuw geladen en de cache ververst. De overige gegevens in de tabs zijn naar wens in te stellen. Vergeet niet om alles op te slaan.

3.2. Schermen indelen

Je kunt het uiterlijk van het CRM op veel plekken aanpassen naar eigen wens. De startpagina of home-pagina kan je opnieuw indelen door de Dashlets te verwijderen of toe te voegen.
Het verwijderen van bestaande Dashlets doe je door op het kruisje te klikken, deze staat rechts van de betreffende Dashlet.

Je kunt Dashlets toevoegen door:

  1. Klik eerst op de knop “Acties” en dan in de drop-down op “Dashlets toevoegen”.
  1. Klik daarna op de gewenste Dashlet “Mijn pijplijn op verkoopstadium” in dit voorbeeld
Je kunt de indeling van jouw startpagina ook wijzigen door deze Dashlets te verslepen. Ga met je muis naar de titel van de betreffende Dashlet. De muisaanwijzer verandert in een kruis. Klik en sleep de Dashlet naar de gewenste locatie. Drop deze op de plaats waar je de gestreepte randen ziet staan. De dashlet staat nu op een andere plaats.

3.3. Beschikbare modules

In de SuiteCRM – implementatie van ECM2 kan je zeer veel verschillende soorten gegevens kwijt. Je kunt onder andere de volgende typen toevoegen en koppelen aan elkaar.
Links staat de Engelse naam en rechts de Nederlandse naam van de module:
  • Accounts – Organisaties
  • Contacts  – Personen
  • Kansen – Kansen
  • Leads – Leads
  • Quotes  – Offertes
  • Contracts – Contracten
  • Invoices – Facturen
  • Reports – Rapportages
  • Calls – Telefoongesprekken
  • Notes  – Notities
  • Meetings – Afspraken
  • E-mails – E-mails
  • Documents – Documenten
  • (E-mail) Campaigns – (E-mail) Campagnes
  • Targetlists – Doelenlijsten (Verzendlijsten)
De belangrijkste modules in meer detail:
Organisaties
Gebruik deze module om je (potentiële) klanten te beheren. Je kunt informatie van andere modules koppelen aan een klant, bijvoorbeeld: adresgegevens, kansen en facturen. In Beheer > ECM2 Beheeropties kan de SuiteCRM beheerder het veld ‘Staat’ toevoegen (zoals voor ‘Texas’, of eventueel voor een provincie zoals ‘Noord-Holland’).
Personen
Dit zijn de contactpersonen bij een organisatie of ook wel de kansen. Gebruik deze module om de contactgegevens van jouw contactpersonen op te slaan. In jouw profiel kan je onder ‘Geavanceerd’ bij ‘Naam formaat’ instellen hoe in de module Personen namen worden weergegeven. Via Beheer > ECM2 Beheeropties kan de SuiteCRM beheerder het veld ‘Staat’ toevoegen (je kunt daar de naam van een provincie als ‘Noord-Holland’ vermelden).
Leads
Heb je contact gehad met een Persoon of Organisatie? Zie je deze daarna als een potentiële klant, dan sla je de gegevens op in deze module. Je kunt Leads, via de Bewerk knop, in één stap converteren naar kansen, personen en een organisaties. Klik eerst op de Bewerk knop en daarna in de drop-downmenu op “Lead converteren”. Op de converteer pagina kan je het volgende doen: maak een nieuwe of selecteer een persoon, maak een nieuw Organisatie aan selecteer een bestaande Organisatie. Daaronder kan je aankruisen: nieuwe kans, nieuwe notitie, log telefoongesprek, vergadering plannen en maak taak. Selecteer alleen wat van toepassing is want de rest kan je ook later nog aanmaken.
Kansen
Heb je contact gehad met een Lead en ben je daarna een stap verder gekomen in het salesproces, bijvoorbeeld tijdens een offertetraject, dan sla je de gegevens op in deze module.
Offertes en Facturen
In deze modules leg je de gegevens vast van de te leveren producten en/of diensten. Je gebruikt Offertes tijdens het offertetraject. Voor klanten gebruik je Facturen. Je kunt een Offerte converteren naar een Factuur via de Bewerk knop.
De te leveren producten en/of diensten voer je in onder de module ‘Producten’. Offertes en Facturen beschikken echter ook over een vrij invoerveld voor producten en diensten.
Voor het aanmaken van een Offerte of Factuur heb je eerst een PDF-sjabloon nodig. Dat is in feite de opmaak van een Offerte of Factuur. Deze sjabloon maak je aan onder de module ‘PDF Sjabloon’.
Contracten
Leg de gegevens van opgestelde contracten vast in deze module. Je kunt hierin ook aangeven wat de status is van een contract: ondertekend of niet ondertekend.
Telefoongesprekken en Afspraken
SuiteCRM beschikt over een agenda met de naam Kalender. Via deze kalender kan je snel een afspraak of telefoongesprek invoeren. Ook kan je Telefoongesprekken vastleggen via de module Telefoongesprekken zelf. Afspraken leg je vast in de module Afspraken. Als je de bijbehorende Dashlets op jouw dashboard plaatst, word je (na inloggen) snel geattendeerd op jouw afspraken.
Je kunt een Telefoongesprek snel “Opnieuw plannen”, waarmee je geplande telefoongesprekken die niet hebben plaatsgevonden snel opnieuw inplant. Dit gebeurt vanuit de detailweergave van een Telefoongesprek. Ga met de muis naar het driehoekje naast ‘Acties’ en klik op ‘Reschedule’ of ‘Opnieuw plannen’. Kies een reden, en pas eventueel de datum en tijd aan waarop je opnieuw geattendeerd wilt worden op het telefoongesprek. Als je op ‘Opslaan’ klikt, zie je dat er in de detailweergave een nieuw paneel is gecreëerd genaamd ‘Opnieuw plannen’. Hierin zie je de historie van de pogingen om dit telefoongesprek te voeren. In het beheerscherm kan je de redenen invoegen.
Notities
Gespreksnotities en afspraken met Leads, Kansen, Personen en Organisatie leg je vast in Notities. Je koppelt deze aan de eerder genoemde modules, zodat jouw collega’s deze eenvoudig kunnen terugvinden. Notities staan onder Geschiedenis vermeld bij bovenstaande modules.
Doelenlijst en Doelen
Indien je van plan bent om een mailinglijst op te stellen per brief of e-mail, dan kan je een Doellijst aanleggen met daarin de gewenste Doelen, ook wel de geadresseerden. Je kunt deze contactgegevens gebruiken in een Campagne, of in één keer exporteren en gebruiken in combinatie met externe tools.
Modules indelen
Binnen de modules kan je alle subpanelen herordenen door deze te verslepen op dezelfde wijze als de Dashlets. Klik op de grijze balk van een subpanel en sleep deze naar een andere positie.

3.4. Gegevens toevoegen en opvragen

Alle (klant)gegevens voer je in en vraag je op een vergelijkbare manier op. In deze handleiding geven we één algemeen voorbeeld door een Organisatie aan te maken.

3.4.1. Gegevens toevoegen

Log in met jouw gebruikersnaam en wachtwoord, via onze login pagina, op SuiteCRM.
  1. Klik met de muis op de tekst Organisaties in de menubalk.
  2. Klik daarna op “Nieuwe Organisatie”.
  3. Voeg in het scherm de gewenste gegevens toe.
  4. Geef onderaan het scherm aan wie de eigenaar is van deze informatie. Standaard wordt hier de gebruiker, die de nieuwe gegevens toevoegt, voor geselecteerd. Wil je de gegevens aan iemand anders toewijzen, klik op het pijltje om iemand uit de gebruikerslijst te kiezen.
  5. Klik op “Opslaan” om deze Organisatie toe te voegen.

3.4.2. Gegevens opvragen

Na het invoeren van gegevens in het CRM wil je deze opvragen. Hieronder bespreken we enkele opties.
  1. Na het openen van een module krijg je een uitgebreide lijst te zien, mits er geen filter actief is, met alle informatie opgeslagen in een module. Deze pagina heet Overzicht lijst of ListView. Hier kan je doorheen klikken. Is er wel een filter actief klik op het rode vierkantje met wit kruis om deze te verwijderen.
  2. Zo’n volledig overzicht is niet altijd praktisch bij het zoeken. Het is beter om de aanwezige zoekfunctie te gebruiken. Dat kan op meerdere manieren. Klik bijvoorbeeld op de “trechter” in Overzicht lijst om deze functie te openen.
  3. Weet je niet precies in welke module je iets kunt terugvinden, dan kan je ook van de Een snellere manier is het volgende: vul in het ‘zoekveld’, rechts bovenaan, specifieke termen in en vind jouw gegevens sneller. Dit is een handige methode en dit zoekveld heeft twee type zoekfilters.
Geavanceerd zoeken binnen een module: filteren via de trechter
Klik daarvoor op het trechtericoontje bovenaan de lijst met resultaten. Je krijgt dan de lijst met velden waarop je kunt filteren. Maak je keuzes en klik op ‘Zoeken’. Je krijgt dan alleen de records te zien die daaraan voldoen.
Wil je later weer alleen alle records zien binnen de module, verwijder het filter door weer op het trechtericoontje met kruisje te klikken.
Zoeken over alle modules heen
Een handige zoekfunctie vind je in elk scherm rechts bovenaan. Deze heeft een Snelfilter functie. Je gebruikt deze door met je muis op het veld te klikken en daarna (een deel van) een naam in te voeren. Klik op enter en de zoekfunctie start met zoeken binnen het gehele CRM. Daarna komen er resultaten terug gesorteerd op gegevenstype (bijvoorbeeld module Organisaties of Personen). Het nadeel van deze Snelfilter is dat het veel resultaten gesorteerd per module laat zien.
Heb je al het Geavanceerd zoeken geopend en je wilt terug naar Snelfilter? Dat kan. Klik op de link “Standaard Zoeken”. Deze staat boven zoekveld. Ga dan verder met zoeken.
Zoeken met ‘een %-teken’ is ook mogelijk. Dat teken staat voor een joker en hiermee kan je veel vinden. Deze wordt standaard al voor de zoekterm gezet, maar kan je ook achter een zoekterm plaatsen. Vul bijvoorbeeld in het zoekveld ‘jans%’ in om alle Personen met een (achter)naam waarin ‘Jan’ voorkomt te vinden, zoals ‘Jansen’ en ‘Janssen’.
Heb je erg veel gegevens  in het CRM staan, dan krijgt je misschien te veel resultaten terug na een Snelfilter zoekopdracht. Het is dan beter om de geavanceerde zoekmethode te gebruiken. Klik eerst op het vergrootglas zonder een zoekterm in te vullen en klik dan op “Geavanceerd” naast de knop “Zoeken”. Je kunt nu de modules selecteren waar in moet worden gezocht. Als je eerst een standaard zoekopdracht had staat de link “Geavanceerd” boven het zoekveld. Geavanceerd is specifieker zoeken.

3.5. Gegevens importeren en exporteren

Als je eerder gegevens hebt bijgehouden in een ander programma, zoals bijvoorbeeld Excel, dan kan je deze ook in SuiteCRM invoeren met de ‘Importeer’ functie. Vroeger was het alleen mogelijk om een CSV-bestand te importeren naar het CRM toe. Door een interne aanpassing is het vanaf nu mogelijk om ook bestanden met de volgende extensies te importeren: .odt, .xlsx en het gebruikelijke.csv. Je kan dat doen bij alle modules waar deze functionaliteit actief is. Importeren en exporteren in SuiteCRM is niet langer gebaseerd op alleen CSV-bestanden, er is nu meer mogelijk.
Een CSV-bestand lijkt op een Excel bestand en het kan de standaard zijn voor handmatige gegevensuitwisseling tussen databaseprogramma’s zoals CRM’s, website CMS, boekhoudprogramma’s en allerlei andere zakelijke software. SuiteCRM biedt de gebruiker ook een speciaal bestand per module aan om importeren gemakkelijker te maken. Klik op de module waarmee je wilt gaan werken en dan in de drop-downmenu van deze module op Importeer [module naam]. Bovenin deze pagina staat de link “Download import bestand template”. Klik op de “i” naast deze link voor meer informatie. Download en open deze template en lees de ingevoegde bijsluiter en volg de aangegeven stappen op om een goed import bestand te krijgen.
Lees hier hoe je specifiek uit Microsoft Outlook gegevens exporteert, voor andere gerelateerde handelingen met Microsoft Outlook software volg deze link.

3.5.1. Gegevens importeren naar SuiteCRM

Importeren naar SuiteCRM gaat als volgt:
  1. Kies binnen Excel voor ‘Opslaan als’ en kies voor een van de drie het bestandsformaten 1) Excel-werkmap (*.xlsx): 2) CSV (gescheiden door lijstscheidingsteken) (*.csv) of 3) OpenDocument-werkblad (*.ods)”. Zie of er kolomnamen (koptekst boven de kolommen) aanwezig zijn, en geen lege rijen of kolommen. Verwijder lege rijen boven de koptekst. Let goed op dat Excel geen extra aanhalingstekens toevoegt aan het bestand, want dan gaat het invoeren niet goed. Controle kan je doen door het bestand te openen in Notepad of Notepad ++. Werk altijd met een origineel bronbestand en doe aanpassingen in een copy van dat bronbestand. Een aanpassing is bijvoorbeeld het verwijderen van te veel aanhalingstekens.
    1. Ga naar de importfunctie door in de Modulebalk de muis op de module naam te zetten en vervolgens op ‘Importeer [module naam]’ te klikken. Let goed op dat je de module kiest die het best bij de gegevens in het bestand passen. Selecteer in stap 1 jouw bestand en kies voor ‘Maak alleen nieuwe records aan’ bij een bestand met nieuwe gegevens of ‘Maken en records bijwerken’ wanneer er ook bestaande records van een update voorzien moeten gaan worden. Klik hierna op volgende. Je kunt hier eventueel ook een standaardvoorbeeld genereren.
    2. In stap 2 zie je hoe SuiteCRM het bestand heeft gelezen. Wanneer het nodig is kan je hier een bron selecteren en de eigenschappen van het import bestand aanpassen, zoals de codering of de datumnotatie. Let op dat alle instellingen precies goed staan en alles met elkaar matcht, anders mislukt de import. Kom hier later terug als het bestand niet goed wordt gelezen en controleer de instellingen opnieuw en pas deze daarna aan.
    3. Vergeet niet om checkbox “Koptekst boven de kolommen” aan te vinken om problemen met het importeren te voorkomen omdat de header of koptekst foutief behandeld kan gaan worden bij het importeren. Zorg er voor dat altijd een klopende koptekst in het bestand staat. Werk je met een zelf gemaakte bestand, zorg dan zelf voor een juiste koptekst of neem deze over uit de template bij Stap 2 bereikbaar via de link “Dowload import bestand template”. Het kan ook zijn dat boven de koptekst een witte rij staat, verwijder deze voordat je start met de importeer Wizard.
    4. In Stap 3 koppel je de kolommen van je CSV bestand met module velden van SuiteCRM, of laat je deze weg als ze niet relevant zijn. Een veld niet importeren doe je door bij drop-down de optie “–Dit veld niet gebruiken–“ te selecteren. Mis je juist een veld? Bedenk eerst goed of je importeert naar de juiste module. Alleen velden uit die module worden getoond. Velden met een * (asterisk) erbij moeten verplicht worden gematcht bij het importeren, bekijk daarom of je alle verplichte velden uit de drop-down hebt geselecteerd. Kijk of bij het voorbeeld met de naam “Rij 1” logische informatie staat en zorg er voor dat minimaal de verlichte velden worden gematcht.
    5. In Stap 4 is het mogelijk om te ontdubbelen. Als je meerdere bestanden met dezelfde opmaak en indeling gaat importeren, kun je hier een template opslaan met deze standaard importeer instellingen voor toekomstig gebruik. Geef het een onderscheidende naam. Deze template zal je later terugvinden onder Stap 2.

      Opmerking

      Heb je in de 1e stap gekozen voor ‘Maak nieuwe records aan en update bestaande records’, dan kan je bij Stap 4 deze velden selecteren waarop SuiteCRM zoekt om bestaande records te updaten. Selecteer je hier niets, dan wordt alleen op basis van de ID geüpdatet. Dit is de aanbevolen wijze. Is er geen unieke ID aanwezig, dan kan je hier andere velden selecteren. Neem dan E-mail omdat deze ook per gebruiker unieks is.
      Wijzigingen die met deze optie zijn doorgevoerd, kunnen niet ongedaan worden gemaakt!
    6. In Stap 5 wordt het resultaat getoond. Als je op Importeren Compleet klikt is deze import definitief. Controleer de gegevens eerst goed voordat je dat doet. Bijvoorbeeld door de betreffende Module in een andere aparte tab te openen en de inhoud met elkaar te vergelijken. Aub de tab met daarin Stap 5 niet sluiten.
  2. Als een import niet lukt, is er een aantal mogelijke oorzaken. Als je een bestand exporteert uit een ander programma en vervolgens in Excel opent, brengt Excel soms ongemerkt wijzigingen aan in dat bestand waardoor die corrupt raakt. Open bestanden waar mogelijk dus niet tussendoor (in andere software). Als het onvermijdelijk is, gebruik dan de Excel-vervanger LibreOffice Calc voor het werken met csv-bestanden. Dit is gratis te gebruiken software en deze software past geen ongemerkte wijzigingen toe in het bestand zelf.
    Let op dat de eigenschappen die je in Stap 2 van het importeer proces aangeeft “overeenkomen” met de exporteer instellingen van het exporterende programma (bijv. Excel). Zowel bij het exporteren als het importeren, moeten de gegevens overeenkomen met de onderstaande instellingen. De preview, boven de opties, geeft een goed beeld van hoe het materiaal eruit gaat zien. Mocht dat resultaat vreemde tekens weergeven pas dan de instellingen aan bij de onderstaande opties en controleer het opnieuw. Doe dit tot dat alles er goed uitziet. Bij de afbeelding hieronder zorgen de opties ervoor dat de preview geen rare tekens laat zien, alleen tekst. Deze is nu goed.

    Opmerking

    Voorkeur instelling:
    • Bestandcodering (File Encoding): UTF-8.
    • Velden aangeduid door (Fields qualified by): Tekst dat tussen twee van deze tekens staat wordt behandeld als data en niet als code (bijvoorbeeld: “tekst”). Zorg er voor dat Excel geen dubbele aanhalingstekens toevoegt aan het import bestand, anders gaat het importeren niet goed. Alleen “tekst” is goed en niet “”tekst””. Nu is het beter om alle aanhalingstekens te verwijderen in het bronbestand.
      In de Wizard bij onderdeel “Velden aangeduid door” zet je de keuze op niets. Wanneer het voorbeeld alleen een tekst laat zien gaat het goed. Onderzoek wel eerst goed of er ook velden zijn die gebruik maken van aanhalingsteken en wat de gevolgen zijn van jouw aanpassingen en wat het resultaat kan zijn.
    • Velden begrensd door (Fields Delimited By): Dit teken scheidt in een CSV (Comma Separated Value) – bestand de veldwaarden van elkaar. Als in het CSV bestand geen veldkwalificatietekens worden gebruikt, is het belangrijk wat je hiervoor kiest bij de export. Het teken dat je hier kiest wordt gezien als scheiding tussen velden en niet als data. Kies dan voor de puntkomma., maar bevatten deze velden ook al puntkomma’s? Dan brengt SuiteCRM een scheiding aan zonder dat je het zo bedoelt en komen gegevens in de verkeerde velden terecht.
  3. Als je er niet uitkomt raden wij je aan het CSV-bestand te openen in Notepad of Notepad ++ . Je ziet dan het bestand onopgemaakt. Kijk hier welke aanhalingstekens om de gegevens heen staan, en door welk leesteken de gegevens van elkaar worden gescheiden. In het voorbeeld hieronder hebben we het over “” en , tekens.

Opmerking

LibreOffice levert de beste resultaten op!
Als je vaker gegevens importeert of er niet uitkomt, raden we je aan het gratis programma LibreOffice Calc te gebruiken. Hiermee kan je Excel- en CSV bestanden bewerken en gemakkelijk alle importeer en exporteer instellingen bepalen, zodat deze precies overeenkomen met de importeer instellingen van SuiteCRM. LibreOffice brengt geen verborgen wijzigingen aan in het bestand, dat doet Excel in bepaalde gevallen helaas wel, waardoor onverwachte resultaten kunnen optreden. Zie je bijvoorbeeld dat de gegevens in een verkeerd veld terecht zijn gekomen en heb je de import-file gemaakt met Excel, probeer het dan nog eens met LibreOffice. Pak dan wel het originele bestand, anders neem je het in Execl veroorzaakte probleem mee.

3.5.2. Gegevens exporteren uit SuiteCRM

Voor exporteren geldt dat dit gebeurt door middel van CSV-bestanden. Vink in de Overzicht lijst van een module alle gewenste records aan. Je kunt meerdere records per pagina tegelijk selecteren. Selecteer per pagina alle records en klik rechts in de Overzicht lijst op naar de volgende pagina gaan. Herhaal deze handeling net zo lang tot dat jij alles hebt wat je wilt exporteren.
Klik op de knop ‘Bulk actie’ en selecteer in de drop-downmenu de optie ‘Exporteren’. Als je hierop klikt wordt er een CSV-bestand gegenereerd. Ook hier geldt dat je dit bestand met Excel kan bewerken, maar LibreOffice Calc is een gemakkelijkere optie omdat, voordat het bestand wordt geopend, eerst de import functie te voorschijn komt. Stel deze in volgens de punten uit het voorgaande hoofdstuk.

3.5.2.1. Een CSV-bestand openen in LibreOffice of Excel

Voor LibreOffice en Excel geldt dat je de eigenschappen van het CSV-bestand moet opgeven. SuiteCRM exporteert bestanden met de volgende onderstaande eigenschappen:
  • Karakterset/Character set: UTF-8
  • (Veld)scheidingsteken: Komma
  • Tekstscheidingsteken/Tekstindicator: Dubbele aanhalingstekens
Doe het op de volgende manier in Excel: selecteer eerst kolom A. Ga dan naar het tabblad ‘Gegevens’> ‘Tekst naar kolommen’. Selecteer ‘Gescheiden’ .
Bevestig hierna deze veranderingen.
Excel haalt nu alle informatie uit de specifieke CSV formattering en positioneert het op de juiste plaats in het Excel bestand.
LibreOffice vraagt tijdens het openen van een CSV-bestand zelf om deze gegevens, waardoor je direct de juiste instellingen kunt invoeren en hierdoor meteen alles goed wordt gepositioneerd. Controleer in de pop-up altijd de preview, worden daar de velden op de juiste manier van elkaar gescheiden.

3.6. E-mail account toevoegen

Via SuiteCRM kan je e-mail zien en versturen. Dat kan door jouw IMAP e-mail account aan SuiteCRM toe te voegen. Dat gebeurt in de module E-mails.
Neem de onderstaande stappen om jouw account toe te voegen:
  1. Ga naar de module “E-mails”.
  2. Klik op de knop “E-mail Instellingen” (grijze knop met tandwiel).
  3. Klik onder op de pagina op de knop “Instellingen”.
  4. Klik in de pop-up “Instellingen” op de tab “E-mail accounts”.
  5. Klik onder de subtab “E-mail accounts” op “Toevoegen”.
  6. Vul in het scherm dat opent de juiste gegevens in voor in loggen op jouw IMAP e-mail account. Test de instellingen door op ‘Test instellingen’ te klikken. Informatie over deze instellingen is beschikbaar bij jouw e-mail leverancier.
  7. Je kan bij de knop “Handtekeningen:” een optie selecteren uit deze drop-down om automatisch een handtekening toe te wijzen aan een account bij het opstellen van een e-mail.
  8. Standaard is het niet nodig om de gegevens onder ‘Uitgaande mail’ te wijzigen. Deze staat reeds correct ingesteld op een server van ECM2 en het is niet nodig deze te veranderen of een server toe te voegen. Als je een reden hebt om een eigen server te gebruiken, dan mag dat natuurlijk wel. ECM2 levert echter geen ondersteuning op SMTP servers van klanten of derde partijen.

Opmerking

Maak je gebruik van een Gmail account voor het ontvangen van e-mail, let dan op de volgende zaken :

  1. Schakel eerst bij Gmail zelf IMAP in voor connecties met clientèle van derden, voordat je bovengenoemde stappen doorloopt. Bekijk eerst de hulppagina’s van Google.
  2. Google blokkeert standaard het inloggen van onbekende machines. Bij de eerste keer klikken op ‘Test settings’ zal dan ook een time-out optreden. Om de blokkade op te heffen, klik hierna op ‘Test settings’ naar deze pagina. Geef toegang aan de nieuwe applicatie en klik daarna opnieuw op ‘Test settings’.

3.7. E-mail campagne

De gegevens die je in SuiteCRM hebt opgeslagen wil je zo effectief mogelijk gebruiken. Één van de manieren waarop dat kan, is het versturen van een mailing via de e-mail. Met behulp van SuiteCRM verstuur je gepersonaliseerde e-mails naar je klanten en andere geïnteresseerden en houd je bij wie de mail heeft gelezen en op welke links in de mail is geklikt.

Opmerking

De Nederlandse wet schrijft voor dat je toestemming van de ontvanger moet hebben voor het versturen van e-mail. Verder dient de mail aan verschillende andere voorwaarden te voldoen. Jij bent daar zelf verantwoordelijk voor. Indien wij melding van misbruik ontvangen, dan maken wij het versturen van mails via SuiteCRM onmogelijk. Bekijk deze pagina van de ACM voor meer informatie.

Deze functionaliteit kan je pas gebruiken nadat je eerst een specifiek “Bounce” account voor het versturen en ontvangen van nieuwsbrieven hebt aan gemaakt.

  1. Ga als beheerder naar “Beheer” > “Inbound E-mail / Inkomende E-mail”.
  2. Maak via de menu drop-downmenu een “New Bounce Handling Account / Nieuwe bounce verwerking Account” aan. Doe, als alle velden zijn ingevuld, eerst een test door op de knop “Test instellingen” te klikken. Deze test geeft een melding of er een connectie gelegd wordt. Mocht dat niet het geval zijn, kijk of je over de juiste gegevens beschikt en neem de stappen opnieuw.
  3. Gebruik voor dit account geen algemene naam voor het e-mailadres, zoals bijvoorbeeld ‘info@’, omdat deze mailbox (bij voorkeur) alleen mail bevat die te maken heeft met een nieuwsbrief. Kies een andere specifieke naam.

Opmerking

Wil je gebruik maken van een Gmail-account voor het afhandelen van bounces, let dan op de instructies in de paragraaf Paragraaf 3.6, “E-mail account toevoegen” om de standaard blokkade van Gmail op te heffen.

Nadat je het zogenaamde “bounce-account” voor de nieuwsbrief hebt ingesteld. Ga je naar ‘Campagnes’ om een Campagne aan te maken.

  1. Klik in de menubalk bij de drop-downmenu van Campagnes op Nieuwe Campagne. De Campagne Wizard pagina opent en geeft de keuze uit vier type Campagnes: Nieuwsbrief, E-mails of Overige, niet op email gebaseerd en Enquête.
  2. Klik op ‘Nieuwsbrief’ voor het starten van de Wizard..
  3. Geef in het scherm ‘Campagne Beschrijving’ een duidelijke naam op, stel een status in. Deze kan invloed hebben op het versturen van een campagne.
  4. Geef bij ‘Campagne Budget’ eventueel een budget en de verwachte opbrengsten op. Deze laatste informatie heeft geen effect op de Campagne zelf, maar het kan later wel inzicht geven in de resultaten van deze campagne. Klik op ‘Volgende’.
  5. In het overzicht van ‘Doelenlijsten’ koppel of maak je de mailinglijsten aan. Dat koppelen gaat via de knoppen naast de selectie velden. Klik op de knop “Handmatig” en dan krijg je via een pop-up de mogelijkheid om uit deze lijst een mailinglijst te kiezen. Mocht deze lijst leeg zijn, maak dan hier in de pop-up via de knop ‘Nieuwe verzendlijst’ een nieuwe lijst aan.
    Je krijgt een snelmenu, geef hier een naam en een juiste type op en bevestig. Deze lijst is nu gevuld met een nieuwe, selecteer deze. Voeg van de drie soorten een lijst toe. Voor dat de Campagne begint kunnen deze lijsten leeg zijn, sommige moeten wel eerst gevuld worden. Wanneer je zelf nog geen Doelenlijst hebt aangemaakt dan kan je op de knop “Automatisch” klikken en dan zal het CRM automatisch een doelenlijst voor jouw aanmaken met een vaste naam die overeenkomt met de naam van de Campagne. Klik na selectie van de juiste Doelenlijsten op ‘Volgende’.
  6. Let op dat er vier soorten mailinglijsten zijn:

    1. Lijst met abonnementen (subscription List): Dit is de lijst met e-mailadressen waarnaar de nieuwsbrief wordt gestuurd.
    2. Lijst met uitgeschreven mensen (Unsubscription List): Dit is een lijst met e-mailadressen waarnaar de nieuwsbrief niet wordt gestuurd. Als een adres op zowel de ‘subscription list’ als op de ‘unsubscription List’ staat, dan wordt er geen mail naar verstuurd. Je kunt adressen uitsluiten per domeinnaam, per e-mailadres of uitsluiten per ‘ID’. Uitsluiten per ‘ID gebeurt als een ontvanger klikt op een ‘opt-out link’. Voor de start van een campagne kan deze leeg zijn.
    3. Test Lijst: Dit is een lijst met e-mailadressen waarnaar je de test verzending(en) stuurt. Bijvoorbeeld om de opmaak van de mail of de links in de mail te testen voor de definitieve verzending.
    4. Controle Lijst (Seeding list): Dit is een lijst die je speciaal samenstelt voor controle of de mailing ook goed is verlopen. Plaats hierin alleen medewerkers.
  7. In het scherm Sjablonen onder E-mail sjabloon wijs je een sjabloon toe aan jouw Campagne Dat kan een bestaande of een nieuwe zijn. Daaronder staat ‘Traceerbare URL’s’. Hier voeg je speciale links toe aan jouw sjabloon, waarvan SuiteCRM bijhoudt of een ontvanger daarop klikt. Maak minimaal een ‘Opt-out Link’ aan, omdat die verplicht is in Nederland. Bekijk deze pagina van ACM voor meer informatie. Dit is ook de plaats in het CRM waar je deze links gemakkelijk plaatst in jouw E-mail sjablonen.
    Het maken van een Opt-out link gaat op de volgende manier: klik eerste op de knop Toevoegen en in de pop-up vink je Opt-out link aan. Het veld Traceerbare URL wordt automatisch gevuld met een inhoud voor opt-out. Geef het een naam door bij Omschrijving een passende tekst in te vullen. Klik dan op Toevoegen. Het is een aanrader om van te voren een URL protocol te maken voor goed URL beheer en voorkom zo later problemen met niet werkende URL’s in de mailing.
    In de drop-downmenu Traceerbare URL’s staat de net nieuw aangemaakte opt-out. Hoe voegen wij deze toe? Selecteer in deze drop-downmenu de juiste Tracker URL. Om een opt-out URL, toe te voegen klik je op de sjabloon. Zet de cursor op de juiste plaats waar je deze link wilt krijgen. Klik daarna op de knop Invoegen van Tracker. In de sjabloon komt op de door jouw uitgekozen plaat deze link te staan. Bij het opmaken van een sjabloon kan je ook op deze manier variabelen invoegen.
    Bij de drop-downmenu E-mail variabelen zie je de beschikbare modules staan waaruit je variabelen kan kiezen. Daaronder is nog een drop-down menu gevuld met alle aanwezige variabelen. Selecteer de juiste uit deze lijst en positioneer de cursor op de juiste plaats in de sjabloon en klik hierna op de knop “Voer variabele in”. SuiteCRM voegt deze dan toe voor gebruik op die plaats.
    Het kan zijn dat je nu jouw E-mail sjabloon wilt aanpassen. Je kunt een standaard versie uitkiezen en de inhoud vullen met jouw tekst of beeld. Of je kiest ervoor om een standaard versie aan te passen door een veld toe te voegen uit het veld objecten, links naast de sjabloon.
    Klik op een van de opgemaakte velden om deze toe toevoegen aan de bestaande sjabloon rechts. Deze wordt onderaan de bestaande opmaak toegevoegd. Ook kan je onderdelen uit de sjabloon verwijderen. Hang met de cursor boven het gedeelte dat jij wilt verwijderen. Links naast de opmaak verschijnen er drie iconen, waaronder een prullenbak, klik op deze om de selectie te verwijderen. De opmaak kan je ook handmatig aanpassen door op de Word-achtige functie balk te klikken.

    Opmerking

    Wij raden het aan om na het samenstellen van jouw E-mail sjabloon met variabelen eerst het eindresultaat goed te testen voordat je jouw campagne e-mail echt gaat versturen. Het kan voorkomen door interne veranderingen aan het CRM bepaalde soorten variabelen niet meer beschikbaar zijn. Om verrassingen te voorkomen, test voor het versturen van (vaste) e-mail campagnes eerst of alle variabelen en layout nog goed wordt weergeven. Mocht je een onverwacht probleem contstateren, neem dan contact met ons op.
    Echter om opmaak problemen te voorkomen met de sjablonen raden wij aan zoveel mogelijk gebruik te maken van standaard keuzes en de interne Editors.
  8. In het scherm “Verzendinstelling” vul je de volgende onderdelen in onder Marketing E-mail naam:
    1. Marketing e-mail naam: geef een duidelijke naam voor deze nieuwsbrief.
    2. Bounce verwerking Account: kies hier het juiste Account voor deze functie uit de drop-downmenu.
    3. Uitgaande e-mailaccount: laat deze staan op system.
    4. Datum & tijd plannen: Geef hier aan wanneer de Campagne moet beginnen.
    5. Afzender naam: Geef hier de naam op die de ontvanger ziet.
    6. Van e-mail-adres: Vul hier het juiste verzendadres in dat de ontvanger ziet.
    7. Reageer naar naam: Dit is de naam waar de geadresseerde op antwoordt.
    8. Reageer naar e-mail-adres: Dit is het e-mailadres waar de geadresseerde op antwoordt.
    9. Vul alles correct in en klik dan op Volgend om naar de het laatste gedeelte van de Wizard te gaan.
  9. Kies voor ‘Stuur E-mail en Samenvatting’ om de Campagne verder af te ronden. Dit is een samenvatting van het Wizard overzicht. Het is een checklist waarin je kunt je zien wat nog moet worden afgehandeld om deze Campagne wel te versturen. De rode tekst staat voor een opmerking over de instelling die nog niet goed staat.
    Via de specifieke en bijgevoegde links kan je direct het openstaande probleem aanpakken. De rode cirkels met kruisjes staan voor items die niet zijn ingesteld, klik op de link daarnaast omdat wel te doen. Wanneer je een test wilt versturen van deze Campagne moet in de Test lijst minimaal een gebruiker staan. Laat zo’n gebruiker altijd een medewerker zijn.
Nu is de Campagne in de basis aangemaakt. Waarschijnlijk moet je de Doelenlijsten verder vullen. Kies voor ‘Bekijken Campagnes’ en klik op de net aangemaakte Campagne om deze te bewerken. In het overzicht zie je staan de Doelenlijst, Traceerbare URL’s, Verzendlijstinstellingen, Acties, Bekijk status en Bekijk ROI. Als deze suboverzichten leeg zijn kan je op hier het juiste toevoegen via de ‘Nieuw’ knop of de drop-downmenu . Na het klikken op de ‘Nieuw’ knop krijg je een Quick formulier voor invullen. Na het klikken op de zwarte pijl naast ‘Nieuw’ krijg je een pop-up met optie ‘selecteer’ waardoor je records van de lijst kan kiezen en toevoegen.
Doelenlijst
Om een Doelenlijst bij te werken, klik je op de naam uit de lijst. Je kunt in het scherm dat opent Doelen verwijderen van de lijst (de entiteiten blijven wel gewoon in SuiteCRM staan, maar zijn niet meer gekoppeld), of juist koppelen aan deze lijst.
Om bestaande Personen te koppelen, kies in het menu onder Personen voor ‘Selecteer’. In het scherm dat open, selecteer de Personen handmatig, of stel een lijst samen met behulp van een zoekopdracht. Selecteer één of meer Personen en klik op de knop ‘Selecteer’. Doe dit voor elke Doelenlijst die je hebt gekoppeld. Je kunt zo veel Doelenlijsten koppelen als je wilt, dus bedenk een logische en herbruikbare indeling. Indien bij een Organisatie of Persoon staat aangegeven dat deze geen e-mail wilt ontvangen, dan zal daar ook geen mail aan worden gestuurd. Dat geldt ook voor alle entiteiten in de ‘Uitsluitingen Lijst’.

Opmerking

De ‘Uitsluitingen Lijst’ is bij de eerste keer verzenden vaak leeg , maar dient wel te worden gekoppeld. Hierin plaatst SuiteCRM alle ID’s die zich via ‘opt-out’ hebben uitgeschreven voor de betreffende nieuwsbrief.
Mogelijk wil je hier één centrale lijst voor hanteren die is gekoppeld aan alle Campagnes. Anders schrijft iemand zich uit voor de ene campagne en krijgt daarna toch nog een bericht via een andere Campagne. Door juist een uitsluitingen lijst te gebruiken voor alle campagnes voorkom je dat probleem.
Email trackers
Voeg naar wens Email trackers toe aan de nieuwsbrief door te kiezen voor ‘Nieuw’ onder ‘Tracker URL’s’ bij de Campagne. Geef een duidelijke naam op en vul de link in. Bijvoorbeeld naar je Website of de bestelpagina van een product of dienst. Klik op ‘Opslaan’. De Tracker URL is nu aangemaakt, maar dient nog in de sjabloon te worden toegevoegd. Ga terug naar de juiste te sjabloon voor de campagne. Selecteer bij ‘Traceerbare URL’ eerst de juiste URL uit de drop-downmenu. Selecteer daarna met de muis in de sjabloon de juiste positie en klik dan ‘Invoegen van Tracker’. De tracker aangemaakt bij de juiste Campagne onder Tracker URL’s is nu aanwezig in de sjabloon. Deze is nu klaar voor gebruik.

Opmerking

Het is belangrijk om aan goed URL Beheer te doen om problemen met niet functionerende URL’s in e-mails te voorkomen. Schrijf hiervoor een protocol.
Mogelijk Protocol Tracker URL’s:
  1. Maak alle Tracker URL’s voor een campagne aan onder Campagne > Bekijk Campagne > [jouw campagne naam] > Tracker URL.
  2. Gebruik bijvoorbeeld alleen kleine letters voor alle namen.
  3. Verander deze naam niet meer na aanmaken onder Tracker URL.
  4. Voeg deze trackers precies zo in bij het aanpassen van de template voor de campagne.
  5. Pas geen trackers meer aan in deze template.
  6. Als je een aanpassing wilt doen aan een tracker URL, laat de oude staan in het overzicht (die wordt wellicht nog gebruikt in een andere template) en maak daarnaast een nieuwe aan.
  7. Voeg deze nieuwe dan weer toe aan jouw template.
Email Sjabloon
Een E-mail sjabloon is een belangrijk onderdeel voor de Campagne: dit is wat de ontvangers daadwerkelijk gemaild krijgen. Maak deze het liefst op met behulp van de ingebouwde Editors.
Om de inhoud van de e-mail dynamisch te maken, kies bij ‘Invoegen Variabelen’ voor de juiste module en daarna de juiste variabelen. Als je een gepersonaliseerde mail wilt versturen aan Organisaties, kies respectievelijk voor ‘Organisaties’, dan ‘Naam’ en klik daarna op ‘Invoegen’ om de variabele in de mail te zetten. Deze variabele zal door de volledige naam van de ontvanger worden vervangen.
Om Tracker URL toe te voegen, selecteer de tekst of afbeelding die als link moet dienen. Kik daarna op het icoontje dat lijkt op een ketting (met de beschrijving ‘Invoegen/bewerk link’) en vul de naam van de Tracker URL in bij ‘Link URL’ en zet daar twee accolades omheen. Bijvoorbeeld ‘{website}’ of voor een opt-out ‘{uitschrijven}’. Geef bij ‘Doel’ aan of de link in hetzelfde scherm moet openen of in een nieuw scherm bij het klikken op de link.

Opmerking

Om problemen te voorkomen met URLs die niet worden omgezet in een definitief adres: zorg dat je goede afspraken maakt. De tracker url moet in de Campagne van het te verzenden bericht aanwezig zijn en de naam moet precies overenkomen. Spreek dus een protocol af, bijvoorbeeld zoals hierboven omschreven.
Bij het kopieren van een template: check dat alle URLs (nog) bestaan in de Campagne en/of maak die anders (opnieuw) aan.
Verzenden en resultaten bekijken
Als je tevreden bent over jouw Doelenlijsten, email tracker URL’s en de email sjabloon, dan is het de tijd om de campagne als test te versturen. Ga daarvoor naar ‘Campagnes’ en klik op de net aangemaakte Campagne. Ga dan naar ‘Acties of Bewerk’ en klik hier op. Kies in de drop-downmenu voor ‘Verstuur Test’. De mail wordt dan verstuurd en je kunt het resultaat controleren door de ontvangen mail te bekijken.
Versturen gaat alleen als een campagne onder Verzendlijstinstellingen op actief, planning of compleet. Bekijk de status van de verzending door te klikken op ‘Bekijk Status’. Verwijder deze teststatistieken eventueel voor de definitieve verzending door te klikken op ‘Verwijder test verzending’.
Is alles akkoord, klik onder “Stuur E-mail en samenvatting” in de Wizard op de knop ‘Stuur E-mail op de geplande tijd’, bij twijfel klik in dat gedeelte eerst op de knop ‘Verstuur als test’. In het Campagne-scherm kan onder de knop ‘Acties’ bij “Verstuur e-mails” ook de campagne in werking gezet worden. De mails worden verzonden op de eerder ingestelde verzendtijd.
Bekijk de resultaten van de mailing door te klikken op ‘View Status of Bekijk Status’. Door Kansen en Leads te koppelen aan de Campagne wordt de ROI berekend. Klik op ‘Bekijk R.O.I.’ om het resultaat te zien,

3.7.1. Wat zijn “Onderdrukte e-mails” bij Campagnes?

Nadat je bijvoorbeeld een nieuwsbrief met Campagnes hebt verstuurd, krijgbegint het opbouwen van de statistieken. Je ziet die als je naar de details van de campagne gaat.
Wat je misschien afvraagt, is waarom de Campagne module weigert e-mails naar bepaalde ontvangers te verzenden. Hieronder leggen we uit welke situaties er zijn en waarom sommige berichten tijdens een e-mailcampagne kunnen worden onderdrukt.

3.7.1.1. Situatie 1: De ontvanger is “onderdrukt” of “ongeldig”

Voor Campagnes kan je werken met twee soort types: nieuwsbrief en e-mail. E-mails van beide typen campagnes bevatten automatisch opt-out links. Als een ontvanger in een voorgaande e-mail op die opt-outlink heeft geklikt, verstuurt SuiteCRM geen campagne-mail meer naar deze ontvanger. Dat moet ook, want de gebruiker heeft zicht uitgeschreven.
Je moet dan controleren of de ontvanger om deze reden wordt onderdrukt door te controleren of de ontvanger is afgemeld of dat deze op een onderdrukkingslijst staat vermeld die is gekoppeld aan de betreffende Campagne
3.7.1.1.1. Het e-mailadres is afgemeld bij de ontvanger (Persoon, Lead, Doel of Organisatie)
Een e-mail van een ontvanger die als opt-out is aangevinkt ontvangen geen campagne e-mails.
Als SuiteCRM gebruiker kan jezelf ook die “opt-out checkbox” aanvinkken bij de e-mail van de juiste ontvanger. De status van deze optie controleer je door te kijken bij het e-mailadresveld van die record van de ontvanger Als een ontvanger die is gekoppeld aan een opt-out e-mailadres is opgenomen in de doellijst van een campagne, slaat SuiteCRM de verzendactie over en verplaatst het bericht naar het subpaneel “Opted Out” van de pagina Campagnestatus.
3.7.1.1.2. Het e-mailadres staat op een gerelateerde onderdrukkingslijst
Ontvangers die zijn opgenomen in een onderdrukkingslijst die is gekoppeld aan een campagne ontvangen geen berichten van die specifieke campagne. Deze ontvangers worden automatisch toegevoegd aan de onderdrukkingslijst van een campagne wanneer ze op de opt-outlink in een campagne van het type nieuwsbrief klikken. Omdat ze op de onderdrukkingslijst komen te staan voorkomen ze dat ze toekomstige e-mails ontvangen van een campagne die dezelfde onderdrukkingslijst gebruikt. Als SuiteCRM gebruiker kan je handmatig een ontvanger toevoegen aan zo’n onderdrukkingslijst van een campagne op ID. Het is handig door een bestaande onderdrukkingslijsten te koppelen aan een andere campagne. Onderdrukte e-mails worden weergegeven in het subpaneel “Onderdrukt door e-mailadres of domein” van de pagina Campagne Log.
3.7.1.1.3. Het e-mail adres is ongeldig
Als je een e-mail probeert te verzenden voor een Campagne, detecteert SuiteCRM automatisch ongeldig e-mailadressen. Als van het adres geen geldig formaat heeft, bijvoorbeeld omdat er een spatie of sterretje in staat, dan zal SuiteCRM deze niet verzenden en komt deze ontvanger direct onder “Bounced Messages, Ongeldig e-mailadres” te staan op in de Campagne Log. Houd rekening mee dat records die zijn gekoppeld aan adressen in het subpaneel “Bounced Messages, ongeldige e-mail” niet automatisch worden bijgewerkt met de ongeldige vlag in de SuiteCRM database. Die heeft weer een andere functie, maar mag je natuurlijk wel hiervoor zelf aanzetten. Om de database bij te werken, moet je de record bewerken door het e-mailadres te corrigeren, of als ongeldig te markeren.
3.7.1.1.4. Er is al een e-mail naar hetzelfde adres verstuurd
Als er meerdere doelen zijn met hetzelfde e-mailadres, verzendt SuiteCRM de e-mail naar slechts één willekeurig gekozen doel en worden de andere dubbele berichten verder onderdrukt. Dat gebeurt bijvoorbeeld als je meerdere medewerkers het adres info@bedrijf.nl geeft.
Antispamfilters hebben specifieke functionaliteit waardoor zij kunnen bekijken waar een bericht vandaan komt, waar het naartoe gaat en de inhoud van het bericht. Aan de hand van die voorgaande punten bepalen ze of die e-mail een duplicaat is. Het veel vuldig verzenden van dubbele e-mails is een manier om op een zwarte lijst te komen. Om dit te voorkomen probeert SuiteCRM pogingen te onderdrukken als er te veel e-mails naar hetzelfde e-mailadres worden verzenden nadat het de eerste keer met succes is verzonden. Verder is het natuurlijk ook nutteloos om meerdere keren dezelfde e-mail in dezelfde mailbox te plaatsen: dat zal alleen maar irritatie opwekken bij de ontvangers.
3.7.1.1.5. Hoe voorkom ik dergelijke mail bij toekomstige verzendingen?
Als een campagne-e-mail wordt verzonden naar een ongeldige ontvanger, het kan zijn dat een e-mailadres niet bestaat, dan wordt het bericht teruggestuurd naar de afzender. In ons geval van een campagne, dan wordt het teruggestuurde bericht afgeleverd in jouw bounce handling mailbox. Deze heb jij gekozen tijdens het instellen van de campagne en had je eerder ingesteld om e-mails van bounce handling mailboxen te verwerken en relevante bounces te loggen. Het komt soms voor dat geretourneerde e-mails mogelijk niet verwerkt worden zoals verwacht. Het is belangrijk om de criteria te begrijpen waar SuiteCRM van afhankelijk is voor het correct verwerken van teruggezonden e-mails.
De stappen voor het verwerken van Bounced e-mails:
  1. SuiteCRM controleert eerst of het bericht afkomstig is van “MAILER-DAEMON” of “POSTMASTER”, en als het bericht niet van een van beide is, wordt het genegeerd.
  2. Hierdoor kan SuiteCRM e-mails negeren die geen bounce-meldingen zijn.
  3. Wanneer een e-mailserver een teruggestuurd bericht verzendt, moet dit een “Van-adres” bevatten. Een veelgebruikt “Van-adres” dat door e-mailservers wordt gebruikt voor weigeringsmeldingen is “MAILER-DAEMON@whatever_domain.com ” of “POSTMASTER@whatever_domain.com“.
  4. SuiteCRM controleert vervolgens de inhoud van het Bounced bericht op een identificatiesleutel. Campagne-e-mails moeten een afmeldlink in de hoofdtekst van het bericht bevatten. In SuiteCRM bevat deze afmeldlink een identificatiesleutel die uniek is voor elke ontvanger en het campagnebericht: Hierdoor kan SuiteCRM de beoogde ontvanger- en broncampagne-boodschap identificeren door deze enkele sleutel. Een afmeldlink ziet er als volgt uit: index.php? EntryPoint = removeeme & identifier = {uniek gegenereerde sleutel}. De identificatiesleutel is de enige manier waarop SuiteCRM de beoogde ontvanger van een teruggestuurd bericht kan weten.
  5. Als de sleutel niet aanwezig is in het Bounced bericht, wordt dat bericht genegeerd. Dat problemen opleveren wanneer het oorspronkelijke bericht niet is opgenomen in het Bounced bericht.
  6. De laatste stap in het proces is om de beoogde ontvanger en broncampagne op te zoeken op basis van de identificatiesleutel en het campagnelogboek bij te werken.
  7. Succesvol verwerkte Bounced e-mails verschijnen op de statuspagina van een campagne.

3.7.2. Situatie 2: De e-mail wordt gezien als spam

Jouw e-mail kan door een e-mailservers als spam gezien worden, zelfs als het een legitiem marketingbericht is. Spamfilters kunnen door hun functionaliteit, e-mails markeren als ongevraagd, hoe kan dat komen? Er staan afbeeldingen in die op een onbekende server worden gehost, het bericht bevat bepaalde woorden of zinnen die vaak door spammers worden gebruikt, of als een grote partij berichten herhaaldelijk wordt verzonden naar dezelfde ontvangende server. Als die servers denken dat jouw afzenderadres spam verstuurd, kom je in de problemen omdat je op een zwarte lijst bent gezet als spammer. Tegenwoordige hebben veel landen een beter anti-spambeleid om consumenten te beschermen, zorg er voor dat je aan deze richtlijnen voldoet.
Als een e-mailserver denkt dat jouw berichten op spam lijken, wordt dat bericht geblokkeerd en jouw IP aan een zwarte lijst toegevoegd. Bij het ontvangen van nieuwe berichten kijken e-mailservers met behulp van die zwarte lijsten met spambescherming om te beslissen of ze berichten al dan niet aan de ontvangers willen bezorgen.

3.7.2.1. Hoe voorkom je dat jouw bericht op spam lijkt?

Neem zelf enkele stappen om te voorkomen dat e-mailberichten worden onderdrukt.
Stuur eerst jezelf altijd testberichten totdat alles klopt Voordat je een campagne verstuurt, houd een ​​paar tests en bekijk hoe de berichten eruit zien voor de ontvangers. Bedenk ook wat ontvangers willen lezen: interessante inhoud, niet alleen reclameteksten. Houd rekening mee dat er veel e-mailclients (Outlook, Gmail, Thunderbird, Apple tablet, Android smart phone, et cetera) zijn die elk op een iets andere manier een e-mailbericht presenteren aan de ontvanger. Stel dus een test-doelenlijst samen voor testontvangers, kies daarvoor ondermeer gebruikers van SuiteCRM en ook enkele externe e-mailadressen. Als een adres voorkomt in zowel de test- als de standaarddoelenlijsten, ontvangt deze persoon jouw tesbericht en het definitieve bericht. Je kunt een e-mail meerdere keren naar een test-doelenlijst sturen, maar houd rekening mee dat na elke test de test-logboekvermeldingen op de campagnestatuspagina moet worden verwijderen om SuiteCRM naar de ontvangers van de testlijst te kunnen sturen.
En daarnaast:
  • voeg altijd een opt-outlink toe aan een verzonden campagne e-mail. Naast dat dit netjes is, is dit ook een wettelijke verplichting: Zie voor meer informatie de paragraaf “Hoe werken uitschrijflinks (opt-outs)?” verderop.
  • zorg ervoor dat je ook echt geen mail meer stuurt naar personen die zich hebben uitgeschreven. Die kunnen de mail anders als spam gaan markeren:
  • door de SuiteCRM database structuur is een de status van een e-mailadres overal zichtbaar, zorg dat die actueel is:
  • SuiteCRM verzendt slechts eenmaal een bepaald e-mailmarketingbericht van een campagne naar hetzelfde e-mailadres
  • toekomstige pogingen om het bericht naar een dubbel e-mailadres te verzenden worden automatisch onderdrukt:

3.7.3. Situatie 3: e-mail om andere reden niet verstuurd

Om dubbelingen te voorkomen, kan SuiteCRM slechts één keer hetzelfde marketingbericht naar een bepaald e-mailadres versturen. Als je een nieuw marketingbericht aanmaakt, kan je de campagne opnieuw gebruiken en een e-mail versturen. Als er nog steeds problemen zijn met het versturen van een e-mailadres en deze niet in een van de ondersdrukte categorieën valt, maak dan een nieuwe campagne aan voor die e-mailadressen.
Er is altijd een kans dat dat een bericht wordt onderdrukt en verplaatst naar het subpaneel “Bounced Messages, Other”. E-mails verschijnen onder deze subtab wanneer een campagne zes keer heeft geprobeerd en gefaald om jouw bericht naar hetzelfde e-mailadres te verzenden. Zelfs als je een e-mailtests succesvol hebt verzonden, jouw e-mailadressen legitiem zijn, en deze e-mailadressen niet zijn afgemeld of ongeldig zijn. Hoe kan dat? Dit kan gebeuren als een e-mailadres niet bestaat (als het bijvoorbeeld verkeerd is gespeld) of als bij de SMTP-mailserver de mogelijkheden om e-mails te verzenden zijn beperkt. Elke e-mailprovider hanteert limieten voor het aantal e-mails die in een bepaalde periode kunnen worden verzenden.

3.7.3.1. Hoe werken uitschrijflinks (opt-outs)?

Met SuiteCRM kan je diverse campagnes versturen per e-mail. Denk hierbij aan: nieuwsbrief en e-mail. Tijdens het versturen van beide campagnetypen wordt er automatisch een opt-out-link toegevoegd, maar het gedrag van elk type is anders.
Wat gebeurt er na het afmelden:
  • Wanneer ontvangers zich afmelden voor een nieuwsbrief dan ontvangen deze nog steeds e-mails van alle andere SuiteCRM-campagnes.
  • Wanneer ontvangers zich afmelden voor een e-mail dan wordt dat e-mailadres in SuiteCRM gemarkeerd als afgemeld en ontvangen deze geen e-mails meer voor een van de beschikbare campagne types.
Een E-mailadres kan je handmatig markeren als opt-outdoor door een SuiteCRM-gebruiker. Hierdoor worden ontvanger uitgesloten voor toekomstige e-mailcampagnes.

3.7.3.2. Nieuwsbrief campagnes

Wanneer je een nieuwsbrief hebt gemaakt, kan je SuiteCRM automatisch drie doellijsten laten genereren. Een van die doellijsten eindigt met de naam “Afmeldingslijst”. Bekijk deze lijst en controleer altijd of het type op basis van ID-nummer van SuiteCRM-record staat. Deze lijst onderdrukt e-mails die er op zijn geplaatst. Hierdoor zijn deze records uitgesloten van deze specifieke nieuwsbriefcampagne op basis van het ID-nummerA ls een ontvanger op de opt-outlink in de e-mail van een nieuwsbrief klikt, wordt zijn record automatisch toegevoegd aan de uitschrijflijst voor die campagne. Als je deze lijst steeds gebruikt bij toekomstige e-mails voorkomt deze methode dat zij nieuwe e-mails ontvangen. Ze kunnen nog steeds e-mails ontvangen van alle andere SuiteCRM-campagnes mits die oude uitschrijflijst niet is bijgesloten. Afmelden voor één campagne van het type nieuwsbrief heeft geen invloed op het ontvanger van e-mails voor een andere campagnes.

3.7.3.3. Opt-outs terugzetten

Mogelijkheid 1 Als een ontvanger zich heeft afgemeld voor een bepaalde nieuwsbrief, maar toch weer een e-mail wilt ontvangen voor een andere nieuwsbrief, dan kan je deze afmelding ongedaan maken door de persoon uit de afmeldingslijst van de campagne te verwijderen of een ander afmeldingslijst te gebruiken.
Mogelijkheid 2 Bij Personen, Leads en Doelen, kan je een opt-out voor een nieuwsbrief op een andere manier ongedaan maken door naar de record van die persoon te gaan.
Neem de volgende stappen om een ​​ontvanger opnieuw in te schrijven voor een campagne van het type nieuwsbrief,
  • navigeer naar het gewenste ontvanger en klik op de drop-down “Actions of Bewerk”:
  • kies bij die drop-down voor optie “Manage Subscriptions of Beheer abonnementen” om alle campagnes van het type nieuwsbrief te bekijken waarop deze persoon is geabonneerd of afgemeld:
  • sleep de gewenste campagne van “Available/Newsletters Unsubscribed To” naar “Newsletters Subscribed To” en klik op ‘Opslaan’:
  • als de nieuwsbriefcampagne is verplaatst naar de kolom “Newsletters Subscribed To of Nieuwsbrieven geabonneerd op” wordt de persoon verwijderd uit de afmeldingslijst van deze campagne:
  • deze persoon ontvangt weer e-mails van die campagne.
Gebruik deze handmatige functie “Abonnementen beheren” om een ​​individuen handmatig af te melden voor eventuele nieuwsbriefcampagnes die hij of zij momenteel ontvangt.

3.7.3.4. E-mailcampagnes

E-mails die afkomstig zijn van campagnes van het type e-mail bevatten ook een opt-outlink, maar de link werkt anders dan voor een campagne van het type nieuwsbrief. Als een ontvanger op de opt-outlink bij dit type dan wordt bij het e-mailadres in zijn SuiteCRM-record de opt-outstatus aangevinkt. In het algemeen voorkomt een Opt-out dat dat een ontvanger waarbij e-mailadres is aangevinkt een e-mail vanuit SuiteCRM ontvangt. Deze opt-out status bij het e-mailadres van een ontvanger kan handmatig worden in- of uitgeschakeld vanuit de recordweergave van die record. Denk er aan dat als diee ontvanger ook is opgenomen in de afmeldingslijst van een nieuwsbriefcampagne, dat deze nog steeds geen e-mails ontvangt voor die specifieke campagne. Dat geldt voor elke campagne waarbij diezelfde afmeldingslijst wordt gebruikt.

3.7.3.5. Opt-outs voor campagnes bekijken

Als een campagne is verzonden, wordt de campagne log gevuld met gegevens. Ga naar de detailweergave van die campagne en klik op “Status bekijken”. Je ziet daarna verschillende resultaten van die campagne. Zie de twee subpanelen met bijzonder belang voor opt-outs: “Opted Out” en “Onderdrukt door e-mailadres of domein”. Het subpaneel Opted Out bevat een lijst met ontvangers die op de opt-outlink hebben geklikt die door deze campagne is verzonden. Of de campagne een campagne van het type e-mail of nieuwsbrief is, bepaalt hoe die opt-outactie wordt afgehandeld. Het submenu Onderdrukt door e-mailadres of domein bevat een lijst met e-mailadressen die niet zijn verzonden naar de campagne-e-mail omdat ze zich eerder hadden afgemeld, lid waren van een onderdrukkingslijst of ongeldige adressen waren. Als een persoon geen e-mails van een campagne ontvangt, maar dit wel wil, controleren als eerste deze lijst of die persoon daar ook staat en mocht dat het geval zijn verwijder dan deze persoon van die lijst.

3.7.3.6. Opt-outs voor campagnes bekijken

Als een campagne is verzonden, wordt de campagne log gevuld met gegevens. Ga naar de detailweergave van die campagne en klik op “Status bekijken”. Je ziet daarna verschillende resultaten van die campagne. Zie de twee subpanelen met bijzonder belang voor opt-outs: “Opted Out” en “Onderdrukt door e-mailadres of domein”. Het subpaneel Opted Out bevat een lijst met ontvangers die op de opt-outlink hebben geklikt die door deze campagne is verzonden. Of de campagne een campagne van het type e-mail of nieuwsbrief is, bepaalt hoe die opt-outactie wordt afgehandeld. Het submenu Onderdrukt door e-mailadres of domein bevat een lijst met e-mailadressen die niet zijn verzonden naar de campagne-e-mail omdat ze zich eerder hadden afgemeld, lid waren van een onderdrukkingslijst of ongeldige adressen waren. Als een persoon geen e-mails van een campagne ontvangt, maar dit wel wil, controleren als eerste deze lijst of die persoon daar ook staat en mocht dat het geval zijn verwijder dan deze persoon van die lijst.

3.7.4. Samenvatting van alle statussen, oorzaken en de oplossingen.

Hieronder nogmaals in het kort weergegeven welke status, oorzaak en een oplossing voor de situatie.
Weergegeven Status in Campaig Log Oorzaak Oplossing
Bounced Berichten, Anders (Bounced Messages, Other) Een Account, Contact, Lead of Doel heeft geen primair e-mailadres aangewezen gekregen. Oplossing: Controleer altijd dat een e-mail als primaire adres is aangevinkt. Als dat niet het geval is doe dat als nog.
Bounced berichten, Ongeldige e-mail (Bounced Messages, Invalid Email) Een Account, Contact, Lead of Doel gebruikt een e-mailadres waarin vreemde tekens zijn verwerkt of de samenstelling niet legitiem is.

Dit is een normale reactie van SuiteCRM,

Oplossing: zorg er voor dat er geen tekens in de e-mail staan die niet zijn toegestaan.
Onderdrukt door adres of domein (Suppressed by address or domain) Bij een e-mailadres van een Account, Contact, Lead of Doel is nog geen opt-in bevestigen vastgelegd.

Dit is een normale reactie van SuiteCRM,

Oplossing: zorg er voor dat je als nog voor die e-mail een positieve opt-in ontvangt van de gebruiker.
Onderdrukt door adres of domein (Suppressed by address or domain) Een e-mailadres van een Account, Contact, Lead of Doel staat op de lijst ‘beperkte domeinen’ want de top-level domein klopt niet of deze staat op een zwarte lijst.

Dit is een normale reactie van SuiteCRM,

Oplossing: zorg er voor dat jouw top-level domein klopt en/of haal jouw adres van de zwarte lijst door contact op met de ontvangende partij en leg de situatie voor. Check ook https://mxtoolbox.com/blacklists.aspx voor een check.
Onderdrukt door adres of domein (Suppressed by address or domain) Er zijn SuiteCRM records die één e-mailadres delen

Dit is een normale reactie van SuiteCRM,

Oplossing: maak een nieuwe e-mailadres aan voor de andere gebruiker, zodat beide gebruikers een eigen onderscheidend adres hebben.
Onderdrukt door adres of domein (Suppressed by address or domain) Een gebruiker heeft zich afgemeld via opt-out.

Dit is een normale reactie van SuiteCRM.

Oplossing: overweeg deze opt-out in te trekken door te overleggen met de gebruiker over accepteer de situatie.
Bericht verzonden / geprobeerd (Message Sent/Attempted) Naar een gebruiker is de campagne e-mail succesvol verzonden. Dit werkt normaal
Bounced Berichten, Anders (Bounced Messages, Other) Ondanks dat een Account, Contact, Lead of Doel een niet-bestaande e-mailadres heeft lijkt deze wel legitiem. Deze is de e-mail niet succesvol verzonden, maar er wordt nog wel voor een aantal keren geprobeerd deze te versturen.

Dit is een normale reactie van SuiteCRM.

Oplossing: controleer het account en e-mailadres. Verwijder eventueel het e-mailadres, voeg een bestaande toe, op deze out of vink ongeldig aan.
Bounced berichten, Ongeldige e-mail (Bounced Messages, Invalid Email) Bij een Account, Contact, Lead of Doel is aangegeven dat de e-mail ongeldig is omdat ongeldig is aangevinkt.

Dit is een normale reactie van SuiteCRM.

Oplossing: controleer het account en e-mailadres. Verwijder eventueel het e-mailadres, voeg een bestaande toe, opt deze out accepteer dat deze ongeldig is.
Bounced Berichten, Anders (Bounced Messages, Other) “Overige gevallen”, niet meer proberen

Dit is een normale reactie van SuiteCRM. SuiteCRM: The Email Address is Otherwise Undeliverable , This can happen if an email address does not exist.

Oplossing: controleer het account en e-mailadres. Voeg een bestaande e-mail toe. Maar zorg er altijd voor dat je nooit een bestaande e-mail van een gebruiker verwijdert tijdens een campagne.

3.8. Producten- en Facturatiemodule

Met deze module leg je, tijdens de verschillende stadia van het verkoopproces, eenvoudig de te verkopen producten en/of diensten vast. Genereer offertes op basis van voorgeprogrammeerde producten of vrije invulvelden en geef deze met behulp van Sjabloon een uniforme uitstraling. Converteer deze offertes na acceptatie door de klant direct naar een contract en een factuur, waarvoor ook weer Sjabloon beschikbaar zijn.

3.8.1. Sjabloon maken

Voordat je offertes en facturen kan gebruiken, moet je daarvoor eerst een sjabloon aanmaken.
Ga naar de module ‘PDF Sjabloon’ en kies voor ‘Maak PDF sjabloon’. Volg de onderstaande stappen voor het aanmaken van een sjabloon:
  1. Geef de sjabloon een naam
  2. Kies de module waarvoor je deze sjabloon aanmaakt. Je kunt deze alleen gebruiken voor deze module.
  3. Wil je snel werken, kies dan een standaard voorbeeld en bewerk deze.
  4. Een sjabloon heeft drie belangrijke onderdelen:

    1. In de body van de sjabloon komt de meeste informatie.
    2. Optioneel is de header: deze wordt bovenaan elke pagina geplaatst en is handig voor het weergeven van een titel.
    3. Optioneel is de footer: deze wordt onderaan elke pagina geplaatst en is handig om het aantal pagina’s weer te geven.
  5. Met de Editor maak je zelf een eigen sjabloon of kan je een bestaande aanpassen. Eventueel kan je een andere HTML-Editor gebruiken en de broncode daar uit kopiëren. Om de broncode te veranderen, klik je op de knop ‘HTML’. Plaats jouw broncode in het nieuw geopende scherm en klik op ‘update’. Het heeft de voorkeur om te werken met de Editor van SuiteCRM zelf ivm de specifieke opmaak zoals dat is gegenereerd door het CRM.
  6. Je hebt de basis van deze sjabloon af. Nu kan je eventueel nieuwe velden toevoegen. Velden zijn variabelen die tijdens het aanmaken van een PDF gevuld worden met informatie uit SuiteCRM (de d.b.). Zet nu automatisch de juiste informatie in de sjabloon. Ga naar ‘Toevoegen velden’. De juiste module is al geselecteerd. Kies in het tweede drop-downmenu het gewenste veld. Na het klikken op de naam, wordt de variabele geplaatst in het 3e veld. Klik op de juiste plek in de sjabloon en kies voor ‘Toevoegen’. De ingevoerde variabele is te herkennen aan het dollarteken, bijvoorbeeld ‘$variabele’.

3.8.2. Producten toevoegen

Maak je veel gebruik van producten, dan loont het de moeite om deze vooraf te definiëren.
  1. Ga daarvoor naar ‘Producten’ en kies voor ‘Maak Product’.
  2. Vul eventueel een ‘onderdeelnummer’ in.
  3. Kies daarna ‘Product naam’.
  4. Voeg ‘de kosten’ toe die je per verkoop denk te maken.
  5. Vul ‘de vraagprijs’ in.
  6. Vul andere velden naar keuze in.
  7. Na opslaan is het product beschikbaar bij het opstellen van Offertes en Facturen.

Opmerking

De waardes van drop-downmenu menu’s pas je aan in de ‘Drop-downmenu Editor’ in het Beheermenu.

3.8.3. Offertes en Facturen aanmaken

Maak een Offerte of Factuur aan op dezelfde manier:
  1. Vul eerste een titel in en geef aan welke status deze Offerte of Factuur heeft.
  2. Koppel dan gegevens zoals een Kans, Organisatie en/of Persoon. De contactgegevens worden automatisch overgenomen.
  3. Kies een eerder aangemaakte sjabloon. Zonder een sjabloon kan je een Offerte of Factuur niet opslaan.
  4. Voeg daarna eerder aangemaakt Producten toe, of kies voor een vrij invulveld door een Service toe te voegen. De Offerte of Factuurwaarde wordt automatisch berekend.
  5. Na het opslaan heeft de Offerte of de Factuur automatisch een uniek, opvolgend nummer.
  6. Indien de klant akkoord heeft gegeven op een Offerte, dan zet je die eenvoudig om in een Facturen door de Offerte te openen en in het Actie menu te kiezen voor ‘Converteren naar Facturen’. De meeste waarden zijn dan al ingevuld, uiteraard loop je daarna alles nog een keer door voor controle.

3.8.4. Brieven genereren

Naast het maken van Facturen en Offertes, maak je ook sjabloon voor e-mails en / of PDF-bestanden. Je genereert deze rechtstreeks vanuit de modules Organisaties, Personen of Leads. Maar er moet al wel eerst een sjabloon klaar staan. Maak bij de Module PDF sjablonen een pdf aan voor de module Organisaties. Doe alles op dezelfde manier zoals bij de voorgaande Secties.
  1. Maak een bijpassende PDF-sjabloon aan, bijvoorbeeld voor Organisaties.
  2. Ga de ListView van Organisaties
  3. Selecteer één of meer Organisaties en kies uit het actie menu ‘Genereer Brief’. De bestanden worden gegenereerd en in één type PDF ter download aangeboden.
  4. Deze actie is ook beschikbaar als je een Organisatie hebt geopend. Kies daarvoor ‘Genereer Brief’ uit het actie menu. Nu krijg je alleen een PDF-bestand voor deze Organisatie.

3.9. Beheerscherm

De tools in dit scherm zijn alleen beschikbaar voor gebruikers die Beheerdersrechten hebben binnen SuiteCRM. Door deze tools pas je het uiterlijk aan van alle schermen, voeg je extra velden toe en stel je andere algemene zaken in. Andere type gebruikers kunnen dit gedeelte niet zien.

Opmerking

De Beheertools bieden zeer krachtige mogelijkheden. Door verkeerd gebruik kan er gegevensverlies optreden en functionaliteit stoppen met werken of andere zaken onherstelbaar fout gaan. Let dus goed op bij het doorvoeren van wijzigingen. Neem bij twijfel altijd eerst contact op met de helpdesk voordat je een wijziging gaat doorvoeren.

3.9.1. Modules uitschakelen en menu’s indelen

SuiteCRM biedt standaard zeer veel opties. Wij raden aan om ongebruikte Modules en Subpanels uit te schakelen, zodat alleen de relevante onderdelen overblijven. Dat zorgt voor een rustiger overzicht voor de gebruikers.

Schakel ongebruikte Modules en Subpanels als volgt uit:

  1. Ga naar Beheer > Modules en Subpanels tonen.
  2. Sleep onder “Overzicht Modules” de ongewenste Modules naar “Verborgen Modules”.
  3. Sleep onder “Overzicht Subpanels” de ongewenste Modules naar “Verborgen Subpanels”.
  4. Klik op “Opslaan”.
Om de menu’s goed te laten aansluiten op alle werkzaamheden, is het aan te bevelen om de overgebleven menu’s in te delen.
  1. Ga naar Beheer > Instellen module menu filters.
  2. Klik op “het potloodje” om de Menu naam te wijzigen.
  3. Klik op “de prullenbak” om het Menu te verwijderen.
  4. De verder indeling van de menu’s doe je met “Klikken en slepen”.
  5. Klik op ‘Opslaan & Toepassen’ om de wijzigingen door te voeren.

Opmerking

Ingeschakelde Modules die niet in één van de Menu’s zijn ondergebracht, vind je terug onder het menu ‘Alles’.

3.9.2. Thema’s

Binnen SuiteCRM van ECM2 is een thema aanwezig. Een thema beïnvloedt de manier waarop SuiteCRM eruit ziet en hoe het werkt. Deze vaste layout heeft wel vier verschillend stijlen. Wij adviseren om de Stijl “Dauw” te gebruiken of ook te wel de standaard layout. Andere Stijlen zijn: Dag, Schemer en Nacht. Die verschillen alleen van kleur, niet van functionaliteit.
Wil je toch een andere Stijl proberen, hoe doe je dat?
  1. Ga naar rechtsboven en klik op “het icoon figuur”.
  2. Kies in de drop-downmenu voor optie “Profiel”.
  3. Ga dan naar de tab “Layout opties” en dan naar de drop-down “Stijl”.
  4. Selecteer hier een van de “vier opties” voor een andere layout.
  5. Klik dan op de knop “Opslaan”.
Je kan als gebruiker alleen jouw eigen stijl aanpassen. Nu is deze verandering definitief vastgelegd voor jezelf. Het kan voorkomen dat je, als je daarna een andere module opent, nog steeds jouw oude stijl ziet staan. Hoe kan dat? Dat kan komen omdat bij jouw browser de cache nog niet is ververst. Doe dat bijvoorbeeld door het volgende te doen bij een Windows machine: druk gelijktijdig de toetsen “Ctrl” + “F5” in en ververs daardoor jouw cache. Nu zal de layout geupdated zijn. Soms moet je bij sommige browsers de handeling een paar keer herhalen. Dat kan voorkomen bij Google Chrome.

3.9.3. Studio

Gebruik “Studio” om het uiterlijk van de modules aan te passen en om velden toe te voegen of te verwijderen. Als voorbeeld nemen we hier de module ‘Organisaties’. Zorg er voor dat je goed voorbereid bent, omdat kleine veranderingen grote gevolgen hebben. Bij vragen neem eerst contact op met de helpdesk en leg ons jouw situatie voor.

3.9.3.1. Indeling schermen

Om de indeling van een scherm te wijzigen, volg onderstaande stappen:
  1. Ga naar Beheer > Studio.
  2. Klik op de plus naast ‘Organisaties’,
  3. Klik daarna op de plus naast ‘Lay-outs’.
  4. In het resulterende overzicht zijn verschillende opties beschikbaar:

    • Bewerk Overzicht (EditView) : De weergave van de Organisaties nadat je op ‘Bewerk’ hebt geklikt.
    • Gedetailleerd Overzicht (ListView): De weergave van de Organisaties, zodra je een account hebt aangeklikt.
    • Overzicht Lijst (ListView): De weergave van de Organisaties in lijstvorm onder elkaar. Je krijgt deze weergave als je de module ‘Organisaties’ opent, of bij zoekresultaten.
    • Snelle Aanmaak (Quickcreate): De weergave als je vanuit een andere module een Account aanmaakt in een Subpanel.
  5. Klik bijvoorbeeld op “Bewerken Overzicht” om deze weergave aan te passen. Het scherm opent aan de rechterkant.
  6. Geef het scherm een andere indeling met behulp van slepen en laten vallen. Klik op een veld om deze te verslepen.
  7. Sleep dit veld naar “Verwijderen”, wat hetzelfde is als in een prullenbak stoppen, om deze uit het overzicht te verwijderen.
  8. Voeg een veld toe aan het overzicht door deze naar het overzicht te verslepen.
  9. Voeg nieuwe regels of panelen toe door deze naar het overzicht te slepen. Bij panelen kan je kiezen voor ‘Panel’, of ‘Tab’. Panels worden onder elkaar weergegeven, Tabs naast elkaar in tabs.
  10. Als je dezelfde gegevens wilt weergeven in de Gedetailleerd overzicht, kan je bovenaan het scherm klikken op ‘Synchroniseren met gedetailleerd overzicht’. Je hoeft die weergave daarna niet meer te bewerken.
  11. Klik op ‘Opslaan & Implementeren (deploy)’ om het scherm actief te maken.

3.9.3.2. Indeling zoekscherm

Onder ‘Lay-outs’ vind je het menu ‘Filter’. Als je dat menu opent, zie je ‘Snelfilter’ en ‘Geavanceerd filter’ staan. Beide zijn op een dezelfde manier in te delen als de ‘gewone schermen’:
  1. Sleep de gewenste zoekvelden naar ‘Standaard’.
  2. Sleep de ongewenste zoekvelden naar ‘Verborgen’.
  3. Klik op ‘Opslaan & Implementeren (Deploy)’ om het zoekscherm actief te maken.

3.9.3.3. Nieuwe velden toevoegen

Omdat de standaardvelden misschien onvoldoende mogelijkheden bieden om de gewenste informatie op te slaan, kan je ook nieuwe velden toevoegen. Nieuwe velden voeg je toe door onder de module naar ‘Velden’ te gaan.
In dat “Velden” overzicht staan alle velden die binnen die module beschikbaar zijn. Van standaardvelden kan je alleen label, Reactie tekst, Standaardwaarde, Audit, Bewerken in regel, Importeer en Dubbelen samenvoegen aanpassen. Van type veranderen of verwijderen is niet mogelijk.

Om een nieuw veld toe te voegen, volg de onderstaande stappen:

  1. Klik op ‘Veld Toevoegen’.
  2. Kies het juiste Gegevenstype. Daarvan is standaard een groot aantal beschikbaar. Elk type heeft bepaalde eigenschappen, dus kies het juiste type om het gewenste resultaat te bereiken.

    Een beschrijving van de belangrijkste Types:

    • Selecteer box : Een aan / uit vinkje.
    • Datum: Een datum met dag, maand en jaar.
    • DatumTijd: Een datum met dag, maand, jaar en een tijdstip.
    • Decimaal: Een getal dat niet ‘heel’ hoeft te zijn, bijvoorbeeld ‘2,5’.
    • Drop-down: Een menu waarmee je uit verschillende opties kan kiezen. De beschikbare opties stel je in via de Drop-downmenu Editor.
    • Integer: Een ‘heel’ getal, bijvoorbeeld ‘100’.
    • Tekstblok: Een tekstveld met meerdere regels waarin alle soorten alfanumerieke tekens kunnen worden gebruikt.
    • Tekstveld: Een tekstveld van één regel waarin alle soorten alfanumerieke tekens kunnen worden gebruikt.
  3. Na selectie van het Type, vul je in ieder geval de volgende gegevens in:

    • Veldnaam: De veldnaam in de database. Kies een logische naam uit.
    • Label weergeven: De beschrijving van het veld. Dit wordt weergegeven op het scherm
  4. Daarnaast is er, afhankelijk van het type, nog een aantal extra mogelijkheden:

    • De standaardwaarde voor nieuwe records. Bij een datum kan dat bijvoorbeeld ‘vandaag’ of ‘volgende week’ zijn, bij een Drop-downmenu kan dat een bepaalde waarde uit dat menu zijn.
    • Verplicht veld: Dit veld moet verplicht worden ingevuld, en in dat geval staat er een ‘asterisk’ bij. Bij vergeten in te vullen, wordt dat met rood aangegeven.
    • Audit: Of alle wijzigingen van de waarde in het veld moeten worden bijgehouden in een ‘geschiedenis’.
  5. Klik op ‘Bewaar’ om het veld te bewaren. Let op dat toegevoegde velden een ‘*’ voor hun naam hebben staan en altijd eindigen op ‘_c’.
  6. Het veld is nu aangemaakt, maar om het verder te gebruiken moet je het eerst visueel toevoegen. Dat kan door het toe te voegen aan één of meerdere schermen in de module zelf via Studio.

3.9.4. Drop-down Editor

Met behulp van de Drop-down Editor pas je de Drop-downmenu aan die je vindt in SuiteCRM. Je kunt zowel bestaande Drop-downmenu aanpassen, als nieuwe toevoegen. Als voorbeeld nemen we het menu ‘account_type_dom’.
Voor het Bewerken van een Drop-downmenu, ga naar Beheer en klik daar op de link ‘Bewerken Drop-downs’ onder de Ontwikkel Tools. Nu kom je in de Drop-down Editor.

Zodra je de naam ‘account_type_dom’ ziet klik erop en dan kan je de opties in dat menu aanpassen:

  • Verander de volgorde door te klikken en slepen, of klik op ‘Aflopend sorteren’ om de opties alfabetisch te sorteren.
  • Om een bestaande waarde aan te passen, klik op rechts op het potloodje. Let op dat je alleen het label kan aanpassen, niet de waarde in de database: die staat vast.
  • Verwijder een bestaande waarde door rechts op de prullenbak te klikken. Let op dat als er records zijn die waarde hebben, dat het veld dan als blanco wordt weergegeven. Dat record heeft echter nog wel een waarde. Dat kan rare resultaten opleveren bij het zoeken.
  • Voeg een nieuwe optie toe door onder ‘Item name’ de database waarde in te vullen en onder ‘Weergave Label’ de waar die in de interface wordt weergegeven.
  • Klik op ‘Opslaan’ om de nieuwe opties op te slaan en deze beschikbaar te maken.
  • Een nieuw Drop-downmenu maak je aan door in het hoofdscherm te kiezen voor ‘Toevoegen Drop-down’.
  • Kies in het scherm dat opent een goede naam en voeg de opties toe zoals hierboven beschreven.
  • Neem het menu in gebruik door deze te selecteren in een nieuwe ‘Drop-downmenu’ -veld in Studio.

3.9.5. Talen beheren

Er zijn in ieder geval twee talen beschikbaar: Engels en Nederlands. Is het gewenst dat SuiteCRM in het Nederlands wordt weergegeven, maar staat het CRM op Engels, dan kan je die taal per gebruiker aanpassen. Ga naar het Beheerportaal van ECM2 via login.ecm2.nl. Klik op Persoonsgegevens > CRM > Taal CRM. Kies in de drop-downmenu de juiste taal en klik op opslaan. Nu is de taal voor die persoon veranderd in het CRM. Om de nieuwe taal weer te geven in het CRM dient die persoon uit- en weer in te loggen.
De taal is alleen aan te passen op de boven beschreven manier. Wil je een andere taal beschikbaar maken die niet in de Drop-downmenu staat, dan is dat vaak geen probleem. Neem contact op met de helpdesk en wij zoeken dan uit of jouw taal ook geïnstalleerd kan worden.

3.9.6. Rollen instellen

Standaard heeft elke gebruiker toegang tot alle gegevens in SuiteCRM. Mocht dat niet de bedoeling zijn, dan kan je werken met Rollen. Rollen gebruik je om gegevens te beveiligen en te voorkomen dat een gebruiker per ongeluk schade aanricht. Het is aan te raden om bij meerdere gebruikers met rollen te gaan werken.
Ga hiervoor in het Beheerscherm naar ‘Role Management’ (Beheer Rollen). Om de rechten met behulp van een Rol te beperken, volg onderstaande stappen:
  1. Maak binnen deze module een nieuwe Rol aan en geef die een duidelijke, beschrijvende naam.
  2. Open de aangemaakte Rol en je komt terecht in een overzicht met alle Modules op de verticale as en een aantal rechten op de horizontale as. Je kunt per Module de rechten instellen. De rechten op de horizontale as zijn als volgt:

    • Toegang: Heeft de gebruiker toegang tot de module. Indien toegang is uitgeschakeld, wordt de Module niet weergegeven bij die gebruiker.
    • Verwijderen: Mag de gebruiker records verwijderen
    • Bewerken: Mag de gebruikers records bewerken
    • Exporteren: Mag de gebruikers records exporteren. Door dit recht uit te schakelen kun je voorkomen dat een gebruiker gemakkelijk gegevens mee kan nemen buiten het bedrijf.
    • Importeren: Mag de gebruikers records importeren
    • Lijst: Mag de gebruikers het records overzicht gebruiken
    • Massa Update: Mag de gebruikers meerdere records tegelijkertijd updaten. Door alleen bepaalde medewerkers dit recht te geven kun je (grootschalige) schade voorkomen.
    • Bekijk: Mag de gebruikers records bekijken maar niet wijzigen.

    Per onderdeel zijn, afhankelijk van de module, de volgende rechten beschikbaar

    • Standaard: De rol heeft geen invloed op deze instelling.
    • Geactiveerd: Ingeschakeld (de gebruiker heeft toegang)
    • Gedeactiveerd: Uitgeschakeld (de gebruiker heeft geen toegang)
    • Alles: Alle rechten
    • Geen: Geen rechten
    • Eigenaar: De gebruiker heeft alleen rechten op de records waarvan hij/zij eigenaar is (‘Assigned User’).
    • Groep: De gebruiker behoort tot een groep met specifieke rechten voor de records. Deze functie is pas volledig inzetbaar vanaf het Expert-pakket.
  3. Zodra de rechten naar wens zijn ingesteld voor de Modules, klik op ‘Opslaan’.
  4. Voeg daarna onder Gebruikers, de gebruikers toe op wie deze Rol van toepassing is.
  5. Om een nieuwe rol te creëren kun je ook een bestaande rol dupliceren. Klik in de detailweergave op het pijltje naast ‘Bewerk’ en dan op ‘Dupliceer’.

Opmerking

Gebruikers met beheerrechten hebben altijd toegang tot alle modules. Als je de rechten wilt testen, maak dan gebruik van een gebruiker zonder die rechten.

Opmerking

Als je meerdere rollen toewijst aan één gebruiker, let dan op dat de ‘negatieve’ rechten voorrang hebben. Staat in de ene rol de toegang tot Organisaties op ‘Geactiveerd’ en in de andere rol op ‘Gedeactiveerd’, dan heeft die gebruiker geen toegang tot de module Organisaties.

Opmerking

Zijn de mogelijkheden die ‘Rollen’ biedt ontoereikend, of werk je veel met groepen? In SuiteCRM expert bieden wij de mogelijkheid om rollen op een preciezere manier te definiëren en om mensen lid te maken van groepen. Kijk daarvoor verder in dit hoofdstuk of neem contact met de helpdesk op.

 

Hoofdstuk 4. Introductie standaard HomePages

4.1. Het doel van de homepage tabs

Wanneer de gebruiker inlogt, wordt de homepage gepresenteerd. Wat je precies ziet hangt af van de rol die je hebt binnen de organisatie, maar alle homepages volgen een zelfde filosofie.
We bieden standaard drie tabbladen aan. Deze tabbladen zijn functioneel bedoeld voor:
  1. Tab SuiteCRM Dahsboard: het beheren van activiteiten en onderwerpen voor de dagelijkse werkzaamheden en zaken die mogelijk op korte termijn actie behoeven.
  2. Tab References & Checks: het bekijken en beheren van informatie met betrekking tot lopende activiteiten via speciale apps die kunnen worden gebruikt als referentie om nieuwe acties te maken.
  3. Tab Management: Overzicht op hoog niveau van de status van activiteiten. Deze Dahslets hebben geen bewerk-functionaliteit waardoor je bepaalde handelingen kan verrichten. Het geeft alleen een totaal overzicht via een paar Dashlets. Dit soort informatie is handig voor het management of andere leidinggevende en voor normale gebruikers om ook bij te blijven.
Kortom: korte termijn, middellange en high level overzicht.
Het is de bedoeling dat de gebruiker vanaf de homepage alle acties kan ondernemen zonder (te veel) door het CRM te hoeven navigeren. De focus ligt op eenvoudig, snel en tijdbesparend. De dashlets onder de tabs voor “korte termijn, middellange” geven jou als gebruiker de mogelijkheid om acties te ondernemen.

4.2. De Dashlets onder rol #Support & #Sales

Wanneer de beherende gebruiker de standaard rol gaat gebruiken zoals: support of sales is het handig om de daarbij horende indeling te handhaven en gewoon de aanwezige Dashlets te gaan gebruiken. Wil je alleen een aangepast of nieuw Dashboard gebruiken met Dashlets als startpagina, maar die indeling is wel gebaseerd op een bestande van ons? Maak dan eerst een kopie van het origineel en ga dan verder met die kopie. Bij een update van MyHomePage wordt de bestaande standaard versie overschreven zodat aanpassingen verloren gaan.

4.2.1. SuiteCRM Dahsboard

Welke Dashlets zie je als gebruiker van standaard rollen “Sales & Support” staan op jouw startpagina? De onderstaande screenshot is die van de Admin om zo goed te laten zien dat dit Dashboard bij “Support” hoort.
#Sales: onder tab “SuiteCRM Dahsboard” staan Dashlets: My Todo List, Mijn Agenda, Mijn Activiteiten Stroom, Actions For Today, My Wrong Opportunity Close Date, My Opportunity in next 6 weeks, Mijn telefoongesprekken en Mijn Afspraken.
#Support: onder tab “SuiteCRM Dahsboard” staan Dashlets: My Todo List, Mijn Agenda, , Actions For Today, My Open vCases, Open vcases, Latest Reactions to My vCases, Mijn telefoongesprekken, Mijn Afspraken en Mijn Activiteiten Stroom.

4.2.2. References & Checks

#Sales: onder tab “References & Checks” staan Dashlets: Opportunities in next 6 weeks, Open Opportunities Top Accounts, Top Accounts last 12 Months, Top Account 2 years a go, Leads Conversion Last 12 Months, Wrong Opportunity Close Date By Owner, Wrong Opportunity Close Date, Open Opportunities Up To Next 12 Months en Opportunities Overview -12 and +12 Months.
#Support: onder tab “References & Checks” staan Dashlets: vCases Latest Notes, vCases Old, vCases Open Type, vCases Hot Spots en vCases Open Summary.

4.2.3. Management

#Sales: Onder tab “Management” staan Dashlets: Invoices Last 12M + Next 12M and Funnel Opportunities Active These 12 Months.
#Support: onder tab “Management” staan Dashlets: My vCcases Status 30D, vCases Status Created last 30D.

4.3. Werken met Dashlets

4.3.1. Dashlets van My Role HomePages

Er zijn “verschillende bewerkknoppen” voor het beheren van records onder een Dashlet zoals: “het rode plusje”, “het potloodje”, “het i-tje”, “het vliegtuigje” en”Het oogje”. Wanneer je op sommige klikt krijg je een pop-up met invoervelden, bij andere ga je direct naar de gerelateerde record in de module zelf of je krijgt alleen enkele invoervelden te zien. Het doel is overal het zelfde: de gebruiker aanpassingen laten doen.

4.3.1.1. My Todo List.

Op de tab SuiteCRM Dashboard ga je naar “My Todo List”. Hier stel jezelf een lijst samen van taken die gedaan moeten worden binnen een bepaalde tijd. Klik eerst op de tab “Doen” en dan op het rode plusje om een taak toe te voegen. Bij “Nieuwe taak” vul je een taak in en daaronder wijs je het toe aan de Eigenaar, daarna pas je de status aan en de prioriteit. Klik op “Opslaan” of de “Diskette” om een taak vast te leggen.

In de lijst komt deze dan bovenaan te staan. Let op dat in dat overzicht rechts boven het aantal dagen wordt aangegeven dat deze taak openstaat, in het geval dat deze nieuwe is dus “0 D”. Wil je deze taak bewerken? Klik dan op het potlood. Is de taak klaar? Vink de checkbox aan voor die taak en deze verdwijnt vanuit de tab “Doen” en is weer zichtbaar onder de tab “Afgerond”. Hier kan je jouw taak bewerken of weer terug sturen naar de tab “Doen” door de checkbox voor de afgeronde taak uit te vinken.

Opmerking

De weergavevolgorde van de taken wordt bepaald op basis van de prioriteit de einddatum en het aantal dagen dat ze reeds open staan. Hierdoor zouden de belangrijkste taken bovenaan moeten staan.
Na uitvinken is die taak weer zichtbaar onder de tab “Doen”. Alle “taken” van “Dashlet My Todo List” staan in de module “Taken” met de titel: “TODO item”, aub deze niet bewerken of verwijderen wil je jouw overzicht niet beïnvloeden.

4.3.1.2. Actions

Onder tab SuiteCRM Dashboard vinden we ook een aantal dynamische Dashlets. Het type is afhankelijk van welke rol je hebt gekregen. Interessant zijn: Actions For Today, My Open vCases, Open vCases, Latest Reactions to My vCases. Hier zie je Wat er precies nog openstaat zoals een Taak, Telefoongesprek of Afspraak. De tellers reageren automatisch op veranderingen die zijn gemaakt aan de items. Sluit je iets dan gaat de teller omlaag of komt er iets bij dan gaat deze juist weer omhoog. Bij “vCase gerelateerde Dashlets” zie je ook weer dynamische tellers met hoeveelheden staan die zichzelf aapassen na een actie.
Via de knoppen “Mijn open vCases” (een icoon lijst) en “Beheer door andere” (Vliegtuigje) kan je wel vanuit het dashboard acties ondernemen en jouw vCases gaan beheren. Klik op het icoon “lijst” en in een pop-up opent jouw Lijstoverzicht van module vCases met specifieke vCases. Zie de tabel kopjes om wat voor informatie het precies gaat. Wil je van hieruit direct naar die module omdat je een specifieke vCase wilt openen? Klik in die pop-up dan rechts op het “i-tje”. Deze vCase opent in een nieuwe pop-up van waaruit je verder kan werken. Alle bewerk functionaliteit van die module is hier ook aanwezig. Is er momenteel geen gerelateerde informatie aanwezig onder zo’n tab? Dan zie je een 0 bij een teller of “Geen resultaten” voor bij tekstuele informatie.

4.3.1.3. Opportunity gerelateerde Dashlets

Bij de rol Sales zie je interessante Dashlets die werken met de module Opportunities. Van hieruit kan je dus aan jouw toegewezen Opportunities werken. Dat beheren gaat weer via het bekende icoon: “het potloodje”. Klik daarop om via een pop-up specifieke informatie te bewerken. Het kan zijn dat na bewerken jouw Opportunity verdwijnt uit het overzicht van jouw Dashlet, maar dat is juist de bedoeling omdat zo’n Dashlet een focus heeft op een bepaalde situatie. In sommige gevallen moet je in de pop-up op het “i-tje” klikken om gerelateerde Opportunities te kunnen bewerken, net zoals bij “vCases Dashlets”.
Bepaalde overzichten die Dashlets Opportunities laten zien zijn ook weer dynamische gegenereerd en kunnen niet verder direct bewerkt worden via een Dashlet. denk daarbij aan “Top Accounts Last 12 Months” of “Top Account 2 Years Ago”. Bij “Wrong Opportunity Close date By Owner” is er wel weer een bekende knop: “het vliegtuigje”. Klik daar op om via een pop-up gerelateerde informatie van die Opportunity te bewerken. na zo’n aanpassing kunnen alle Opportunities dashlets weer een nieuwe situatie laten zien.

4.3.1.4. Overige standaard Dashlets van SuiteCRM

Onder jouw Dashboard tabs staan ook standaard Dashlets van SuiteCRM zelf, denk daarbij aan “Mijn Agenda”, “Mijn Telefoongesprekken”, “Mijn Afspraken “ of “Activiteiten Stroom”. Voor meer informatie over het gebruik van dergelijke dashlets verwijs ik door naar hst 1. Inleiding, Hst 3.2. Schermen indelen en Hst ⁠3.3. Beschikbare modules.

4.3.2. Kan je Dashlets verder aanpassen?

Je kan alle type Dashlets van jouw startpagina verder aanpassen, maar de mogelijkheden zijn beperkt. Dat hangt af met welke Dashlet je te maken hebt. In de donker grijze Dashlet balk zie je rechts een wit potloodje staan. Klik daarop om de bewerk modus van die Dashlet te openen via een pop-up. In dat overzicht staan de velden die je verder kan aanpassen, andere mogelijkheden zijn er verder niet. Het is een aanrader om niet de volgende aan te passen: Selecteer rapportage of Select View. Doe je dat wel dan verdwijnt de standaard functionaliteit van zo’n Dashlet, dat wil je voorkomen! Wat je wel kan aanpassen zijn: Naam, Titel, Automatisch verversen of Filters als die er wel zijn. Dus wees voorzichtig.
Het is ook mogelijk om een Dashlet te herladen, hoe doe je dat? Je kan in een keer de startpagina herladen door op de browser knop “herladen” te klikken. Alle aanwezige Dashlets worden ververst. Het is ook mogelijk om individuele Dashlets te herladen. Klik in de donker grijze Dashlet balk op de knop “Ververs SuiteCRM Dashlet” of “icoon met witte pijl in rondje”. Jouw Dashlet zal zich herladen.

Hoofdstuk 5. Rapportagemodule

De Dashlets met grafieken bieden al veel inzicht, maar als je behoefte hebt om meer gebruik te gaan maken van de beschikbare data, of dieper op bepaalde aspecten wilt ingaan, dan kan dat niet. Je maakt in die gevallen gebruik van de ‘vRapportage’-module. Deze biedt de mogelijkheid om op zo goed als alle modules en alle velden te rapporteren en de gegevens als zodanig te combineren, analyseren en presenteren Hieronder vind je een beknopte handleiding. De uitgebreide, Engelstalige handleiding vind je hier.

5.1. Leren werken met vRapportages

Maak een nieuwe Rapportage aan door te gaan naar ‘vRapportages > Voer in’. Geef als volgt een invulling aan een rapportage:
  1. Ga naar “Tabblad Algemene gegevens

    1. Geef jouw rapportage een onderscheidende naam bij verplicht veld “Rapportagenaam”.
    2. Voordat je onder tab “Velden & Filters” de module “Organisaties” kiest, blijven we bezig onder de huidige tab. Afhankelijk van de gekozen module kan je vaak relaties leggen met andere modules. Deze gebruik je om specifieke informatie te ontsluiten uit meerdere modules, daar waar mogelijk.
      Optioneel: Geef bij ‘Rapportage type’ aan of je de rapportage volgens een planning automatisch wil laten versturen. Voor nu: kies “Handmatig”. Als je kiest voor ‘Alleen gepland’, kan de rapportage niet handmatig worden uitgevoerd.
      Geef het formaat van de rapportage aan als je hem als e-mail bijlage verstuurt. Kies of je alleen een tabel, of ook een grafiek wilt aanmaken. De andere opties onder ‘Rapportagetype’, ‘cloud (remote)’, is voor de geavanceerde gebruiker en bedoeld om te communiceren met externe applicaties.
      Houd er rekening mee dat alleen gerelateerde informatie zichtbaar gemaakt kan worden. Dat wil zeggen als informatie uit verschillende modules niet aan elkaar gerelateerd zijn, dat deze informatie niet samen in één tabel zichtbaar zijn te maken. Dat zijn dan immers twee totaal van elkaar gescheiden informatiebronnen. Organisaties is de module met de meeste relaties met andere andere modules. Een module is een specifieke tabel in de SuiteCRM database.
    3. Via Rapportagetype kan je ook een specifiek rapportage maken en automatisch een Doellijst laten vullen door het resultaat van de rapportage te laten versturen naar een Doellijst. Selecteer bij Rapportagetype “Gepland” in de drop-down en in de volgende dropdown “Stuur naar doellijst”. Druk daarna op het tandwiel naast deze dropdown om de juiste Doellijst te selecteren. Nadat je deze rapportage laat uitvoeren op een specifiek tijdstip of juist handmatig, zie je dat de Doellijst dezelfde inhoud heeft als die van de rapportage. Deze wordt vanaf nu periodiek geüpdatet, o.b.v. het ingestelde schema.
    4. Bij “Toegewezen aan” bepaal je wie deze Rapportage voortaan mag gebruiken en wie juist niet. Combineer jouw keuze daarna met de optie “Prive” bij veld “Rapportage scope”. Nu is deze rapportage alleen zichtbaar en bruikbaar voor bepaalde medewerkers én alle beheerders van het CRM. Wanneer je bij veld “Rapportage scope” de optie ‘Rol’ kiest met de juiste rol. Dan ga je ook de toegang beperken tot specifieke rol-gebruikers. Vergeet niet om eerst Rollen met onderliggende instellingen klaar te hebben. Dit is wel een optie voor de ervaren gebruiker. Neem eerst contact op met de helpdesk mocht het zijn dat je met deze functionaliteit wilt werken.
    5. Kies bij “Weergeven” hoe de informatie wordt getoond. Standaard staat deze op “tabel”, maar je kunt ook werken met grafieken. Voordat je een grafiek zichtbaar maakt moet je eerst aan bepaalde voorwaarden voldoen en de juiste velden selecteren bij “Velden & Filters” en dan onder de tab “Grafieken” de juiste instellingen kiezen. Voor nu zijn de andere velden niet van belang onder “Algemene Gegevens”.
    6. Vergeet niet om tussendoor jouw wijziging vast te leggen door op de knop “Bewaar & doorgaan” te drukken.
    7. Klik op de knop “Uitvoeren” om het resultaat van jouw wijzigingen te zien en aan de hand daarvan eventueel verdere wijzigingen door te voeren. Op die manier kom je snel tot het gewenste resultaat. Vergeet niet dat wanneer je met een uitgebreide opdracht bezig bent het even kan duren voordat je een resultaat ziet. dat hangt af van hoe veel records in een tabel van de database zitten. Vaak niet het geval, maar bij sommigen kunnen dat er duizenden zijn.
  2. Ga hierna naar Tabblad “Velden & Filters
    1. Kies eerst bij “Module” de module van waaruit je wilt gaan rapporteren. Alle informatie die je in jouw rapport wilt terugzien, moet in deze module staan, of in modules die aan deze module zijn gerelateerd.
    2. Onder “Database” zie je een lijst met namen van velden zoals deze aanwezig zijn in die module. Dit zijn dus records uit de tabel van een database. Voeg een veld toe door dubbel te klikken op het icoontje voor de veldnaam of vink de checkbox aan voor het juiste veld en kies dan voor ‘Voeg velden toe’. Vink hierdoor meerdere tegelijk aan en “Voeg velden toe” om in een keer meerdere velden te kiezen en zichtbaar te maken onder “Kolommen” in het midden.
    3. Voeg velden uit andere modules toe door eerst te klikken op het driehoekje voor een veld in het blauw. Bij zo’n veld staat een T met een ketting. Hierdoor leg je specifieke relaties met andere modules. Niet elke relatie kan gelegd worden met andere modules en dat zie je omdat de veldnamen een andere kleur krijgen, zoals rood i.p.v. blauw. Wanneer er geen relatie is krijg je geen resultaat te zien. Dus tijdens het samenstellen van een rapportage houd je het beste ook alle modules erbij apart in een andere tab zodat je kan zien met welke velden je werkt.
    4. Zodra de velden zijn toegevoegd, kan je daar handelingen mee uitvoeren onder “Kolommen”. De belangrijkste zijn:

      1. Geef een eigen naam i.p.v. de standaard naam
      2. Kies een sorteerrichting
      3. Wil je het veld weergegeven, of zit het er alleen in voor bijvoorbeeld een filter en kan het daarom verborgen zijn. Klik 1 keer op het icoon oog rechts van het veld. Het icoon oog verandert in een oog met een streep erdoor naar rechts. Het veld is nu verborgen, maar nog wel actief.
      4. Extra functies, zoals het totaal aantal regels tellen (COUNT), de totale omvang weergeven (SUM) en andere opties. Opties zijn altijd afhankelijk van het veldtype. Met behulp van het tandwiel kan je meer geavanceerde berekeningen maken door middel van SQL-queries. Selecteer het ID veld van de tabel en pas een Count functie toe om records te gaan tellen uit de module.
        SQL is een functie voor geavanceerde gebruikers: vragen hieronder vallen niet onder de standaard helpdesk-support. Het maken van specifieke functionaliteit wordt gedaan op project-basis.
      5. Het groeperen van regels doe je door bij “Gegevensgroepering” een van de opties uit de dropdown te kiezen. Er zijn verschillende type velden in een tabel en sommige hebben daarom meer mogelijkheden bij “Groeperen of Meer gegevens” onder “Gegevensgroepering”.
      6. Wanneer je gaat werken met Grafieken is het nodig om een ‘functie’ toe te passen. Kies daarna één of meer velden toe waarop je de “Gegevensgroepering” toepast. Deze waarden komen dan beschikbaar via de X-,Y- of Z-as. Dat is afhankelijk van het type grafiek dat je kiest. Sommige hebben meer functionaliteit en andere minder.
    5. Voeg eventueel een filter toe onder “Filters” om de gegevens verder te optimaliseren. Er zijn drie soorten filters: Automatisch (onzichtbaar), Zichtbaar (de parameter wordt weergegeven) en Gebruikersinput.
      Bij die laatste optie moet de gebruiker bij het uitvoeren van de rapportage zelf eerst een parameter invoeren. Als je de beschikbare parameters wilt limiteren, kun je dit doen door op het tandwiel onder ‘Gebruikersinputmogelijkheden’ te klikken en bepalen wat mogelijk is.
    6. Klik hierna op het plus-teken naast het veld waarop gefilterd moet worden. Het veld wordt onder aan de lijst met filters toegevoegd. Bewerk het filter naar wens. Bijvoorbeeld: wil je alleen gegevens hoger dan een bepaalde hoeveelheid? Voeg eerst een veld toe zoals “Opportunity Amount”en pas daarna een filter toe op dat veld. Kies bij “Filter > Bewerking” voor “Deze” en in de dropdown “Eerste parameter” voor “voer je een hoeveelheid in”. Nu heb je alleen records geselecteerd die jij nodig hebt. Houd rekening mee dat niet alle functies toepasbaar zijn op alle velden. vRapportages bepaalt wat je wel en niet kan doen en dat heeft te maken met wat mogelijk is I.v.m. de gebruikte techniek & Database.
  3. Tabblad “Grafieken
    1. Bij ‘Grafiekgenerator’ kies je hoe de grafieken worden aangemaakt. Iedere generator geeft een ander uiterlijk. Momenteel heb je de opties: Apex, NVD3 of HTML. Klik na selectie op het plusje rechts om verder te gaan.
    2. Voer bij “Grafieknaam” een naam in en kies bij “Grafiektype” voor het gewenste type. Neem bijvoorbeeld “Kolomgrafiek”. Bij de X-as heeft vRapportages al een keuze gemaakt. Ga daarna naar dropdown Y-as en kies daar een optie uit de dropdown. Soms kan je ook werken met de Z-as daar waar mogelijk. Klik weer op de knop “Uitvoeren” om het resultaat te zien.
  4. Tabblad “Geagendeerde taken
    1. Als je in het tabblad ‘Algemene gegevens’ bij rapportagetype ‘Gepland’ of ‘Alleen gepland’ hebt gekozen, wordt dit tabblad actief. Een taak kan zijn het versturen van een email, met jouw rapportage als bijlage. Dat bepaal je mede bij “Rapportagetype:” onder de tab “Algemene Gegevens”. Stel hier de frequentie in en het moment waarop de email wordt verstuurd. Daarvoor klik je op “Voeg nieuwe taak” toe. Geef het een “Taaknaam”. Kies bij “Uitvoeringsbereik” wanneer je wilt versturen. Kies bijvoorbeeld voor “Wekelijks”. Kies bij “Dagnummer” voor de juiste dag in de week en bij “Tijd” rond welke tijd dat versturen begint. Als je niet voor een Einddatum kiest bij “Einddatum uitvoering” is deze taak voor altijd ingepland. Beperken is handiger om zo ongewenste emails te voorkomen in de toekomst. Vergeet niet bij “Status” deze op Actief te zetten om de taak daadwerkelijk in de toekomst te laten uitvoeren.
    2. Wanneer je een taak uitvoert en je e-mails verstuurt, moet je niet vergeten een Distributielijst in te stellen. Bij tabblad Distributielijst: Selecteer in ‘Aan’, ‘CC’ en ‘BCC’ de ontvangers van een geplande rapportage. In ‘Samenvatting’ zie je de ontvangers terug. Kies uit de dropdown “Gebruikers” een medewerker met e-mailadres of voeg via de “Distributielijst” handmatig een mailadres toe. Vergeet niet om altijd een geldig e-mailadres in te vullen bij het veld “Van”. Als deze leeg is wordt er niets verstuurd. Dat is vaak een reden voor een (op het oog) mislukte taak.
  5. Klik op ‘Bewaar’ om jouw aanpassingen definitief in te stellen en de rapportage te sluiten of op “Bewaren & doorgaan” om verder te gaan in de bestaande rapportage. Controleer na opslaan bij “Rapportage Type” in LijstOverzicht van vRapportages of daar de groene tekst “Gepland” staat voor jouw rapportage. Is deze daar aanwezig samen met een bliksemschicht, dan is deze taak actief en zal het verstuurd worden op het vastgestelde tijdstip. Controleer jouw e-mail als je jouw e-mailadres hebt toegevoegd of bekijk jouw Doelenlijst als je die had ingesteld.

5.2. Versiebeheer van rapporten

Een functie die extra toelichting nodig heeft, is versiebeheer voor een rapport. Deze functionaliteit is bedacht vanwege de volgende redenen: nu kan je werken aan bepaalde wijzigingen in een bestaand rapport zonder de gebruikers er geen toegang meer tot hebben tijdens zo’n actie. Ze werken er gewoon mee verder, net zoals altijd.
Klik op het icoontje naast het potlood. Je past nu een bestaand rapport aan, slaat die wijziging op, testen deze dan en pas als alles goed is publiceren je het en zet het op “publiek”. Dus iedereen werkt met hetzelfde rapport, alleen nu met verschillende versies. Alle links naar dat rapport zijn nog steeds geldig, zelfs wanneer je deze nieuwe versie publiceert.

In hoofdlijnen neem je de volgende stappen om met deze functie te werken:

  1. Maak van jouw rapport een nieuwe versie met de naam “Draft”. Als er een Draft-versie bestaat, pas je deze Draft-versie aan bij wijzigen zonder gevolgen voor de “openbare” versie.
  2. Het is nog altijd mogelijk om de hoofdversie te bewerken, echter dat heeft niet meer de voorkeur omdat je nu over deze functionaliteit beschikt.
  3. Publiceer de conceptversie en maak van jouw conceptversie de “openbare” versie. In dat geval wordt de “Draft”-versie niet verwijderd.
  4. Als het werk aan de Draft-versie is afgerond, publiceer je deze eerst en dan kan je die Draft-versie verwijderen. Uiteraard hoeft dat niet, maar het heeft wel de voorkeur.
We gaan aan de slag om bekend te worden met deze functionaliteit:
  1. Maak een nieuwe rapportage aan of ga naar jouw rapportage die al klaar staat voor aanpassen.
  2. In de ListView van deze module zie je rechts naast het “Bewerk-icoon” de “Versioning”-icoon staan. Klik daarop om automatisch een Draft aan te maken voor deze rapportage.
  3. De EditView van dit rapportage opent en staat klaar voor bewerken.
  4. Pas in dit concept een wijziging toe, doe iets simpels zoals een naam, zonder de gepubliceerde versie te beïnvloeden.
  5. Jouw rapportage is nu zichtbaar in ListView met een ander icoon daarvoor, i.p.v. “Versiebeheer” zie je nu een gum met de tekst “Schakel over naar de conceptversie”. Klik op het potlood om de hoofdversie aan te passen, maar dat heeft niet de voorkeur.
  6. Hoe weet je zeker dat je in de juiste versie aan het werk bent? Heb je eenmaal geklikt op “icoon gum” en is dat icoon rood met een rode lijn rondom de rapportage informatie? Dan werk je in de conceptversie van jouw rapport. Zie je dat niet? Dan werk je in de hoofdversie.
  7. Klik daarna op het potlood voor: bewerken, uitvoeren of verwijderen van jouw conceptversie.
  8. Is deze versie nu klaar? Doe één nieuwe actie: klik op de nieuwe knop “Bewaar en Publiceer“. Je komt daarna weer terecht in de ListView met jouw rapportage.
  9. Deze is nu klaar voor verder gebruik!

5.3. Doelen (targets) definieren

In een rapport kan je ook doelen vaststellen, bijvoorbeeld verkoopdoelen. Deze verwachte doelen maak je daarna visueel zichtbaar in een rapportage met een grafiek en lijn. Dus eigenlijk een overzicht van “Hoe dingen werkelijk gaan” versus “Wat je verwacht”. Maar hoe stel je zo’n rapportage samen? We gaan werken met de module Kansen en houden het eenvoudig. We gebruiken de velden: id, Verwachte afsluitdatum, Bedrag, en het veld “Target” voegt vRapportages later zelf toe.
  1. Maak een nieuwe rapportage aan en geef onder de tab “Algemene Gegevens” deze de naam “Verwachte Inkomsten”.
  2. Kies bij dropdown “Weergeven” voor optie “Grafieken en tabel”.
  3. Ga daarna naar “Velden en Filters” en kies bij “Module” voor “Kansen”.
  4. Voeg via het veldoverzicht de velden “id, Verwachte afsluitdatum en Bedrag” toe.
  5. Pas via de dropdown “Functie” “een Count” toe op het veld “ID” en maak dat veld onzichtbaar door rechts op het oogje te klikken zodat deze wordt doorgestreept.
  6. Sorteer het veld “Verwachte afsluitdatum” oplopend door op het linker pijltje te klikken zodat deze blauw wordt.
  7. Pas via de dropdown “Functie” een sum toe op het veld “Bedrag”.
  8. Klik onder de subtab “Kolommen” op de grijs / blauwe cirkel voor openen pop-up “Doelwaardes”.
  9. Klik in die pop-up rechts op “het plusje” voor toevoegen van een Doel. Je hebt 9 waardes in jouw grafiek dus ook 9 doelen en voer bij dat Doel een passende en realistische waarde in.
  10. Pas daarna een filter toe op het veld “Verwachte afsluitdatum” door rechts bij dat veld op het “plusje” te klikken.
  11. Onder bij Filters staat nu dat veld en kies bij dropdown “Eerste parameter” voor optie “kalenderjaar” en voer bij “Tweede parameter” een waarde in zoals: “2023”.
  12. Klik eerst op de knop “Bewaar en doorgaan”, dan op “Uitvoeren” en controleer het resultaat. Als dat resultaat klopt, sluit je de pop-up door op “Escape” te klikken.
  13. Ga dan naar tab “Grafieken” en kies eerst bij “Grafiekgenerator” voor optie “NVD3”. Voeg via het plusje rechts een grafiek toe en geef deze de naam “Verwachte Inkomsten”.
  14. Kies eerst bij “Grafiektype” voor “Kolomgrafiek”. Bij het veld “X-as” moet alles op “Alles geselecteerd” staan en bij “Y-as” kies je de waarde “Bedrag”.
  15. Klik dan rechts voor taart icoon of “sub-grafiek toevoegen”. Kies bij veld “Grafiektype” voor “Lijngrafiek” en bij “Y-as” voor de waarde “Target of Doel”. Klik op het blauwe icoon “Linker as” zodat deze een “rode” kleur krijgt.
  16. Open via “het kleurpalet” de pop-up “Formaat configuratie” en klik op “het plusje” bij veld “Kleurenpalet”.
  17. Klik op het witte vierkant bij veld “Kleurenpalet” en kies daar een onderscheidende kleur.
  18. Klik eerst op “Bewaar en Doorgaan” en daarna “Uitvoeren”.
Nu zie je het resultaat van jouw rapportage en in het overzicht staat de kolommen met daarbij een blauwe stijgende lijn van links naar rechts. Tevens zie je in het overzicht links de waarden in miljoenen voor de werkelijk inkomsten en rechts voor die van de verwachte inkomsten. Onder die grafiek staat de tabel met dezelfde informatie in tekstvorm met daarnaast “het doel per maand”. gebruik deze informatie om zelf eigen rapportages te maken die uitgebreider zijn, maar met diezelfde “Doel” functie en wijs deze toe aan medewerkers.

5.4. Opties voor Rapportages


De rapportages die door de module worden gegenereerd zijn opgemaakt met CSS. Als je deze opmaak wil aanpassen kan dat bestand worden gedownload en dan aangepast. Deze en andere opties zijn beschikbaar in Rapportages > Configuratie. CSS is een functie voor geavanceerde gebruikers: vragen hieronder vallen niet onder de standaard helpdesk-support.

Hoofdstuk 6. Mobiele toegang

De toegang vanaf mobiele devices neemt in belang toe. De standaard webinterface, eerder in deze handleiding beschreven, is gemaakt voor Pc’s en laptops met grote schermen, toetsenbord en muis.

Wanneer jullie als gebruiker “Volledige Mobiele App” bij ons afnemen voor mobiele devices hebben wij een aparte plug-in geïnstalleerd die specifiek voor mobiele touch devices is gemaakt. Het is mogelijk om de mobiele interface op verschillende manieren te benaderen:

  1. App voor Android – gratis te downloaden via: Google Play
  2. App voor iPad en iPhone – gratis te downloaden via: iTunes Appstore

De mobiele interface komt in twee versies:

  1. Standaard versie – gratis beschikbaar in CRM Pro
  2. Volledige versie – biedt meer mogelijkheden, gratis beschikbaar in CRM Expert en hoger of tegen extra kosten in CRM Pro
Ga naar deze pagina voor de Engelstalige handleiding van de ontwikkelaars van deze apps.

6.1. App configureren

De webinterface is platform onafhankelijk en heeft geen configuratie nodig.
De Apps voor Android en iPhone/iPad moeten wel worden geconfigureerd en in dit hoofdstuk leggen wij uit hoe.
  1. Start de App na installatie op. Standaard wordt er toegang gegeven tot een demo-omgeving.
  2. Klik linksboven op de knop om naar de extra opties te gaan
  3. Klik daarna op het tandwiel om naar het configuratiescherm te gaan.
  4. Kies voor ‘Mijn SuiteCRM Server’ en vul achtereenvolgens jouw SuiteCRM-URL, jouw inlognaam en wachtwoord in volgens het onderstaand voorbeeld. Vind jouw SuiteCRM-URL door in te loggen op login.ecm2.nl en klik dan op de SuiteCRM knop. Daarna staat boven https://[bedrijfsnaam].crm.ecm2.nl/index.php. Selecteer daarvan het gedeelte https://[bedrijfsnaam].crm.ecm2.nl/ voor gebruik.
  5. Klik op ‘Opslaan’ om de instellingen op te slaan. De mobiele App is nu klaar voor gebruik.

6.2. Standaard versie

De standaard versie biedt alleen toegang tot de standaard modules (oftewel: Organisaties, Personen, Leads, Kansen, Telefoongesprekken, Afspraken, Taken, Dossiers, Projecten and Projecttaken). Van die modules kan je de ingevoerde gegevens opvragen, wijzigen en toevoegen. Andere modules, ook enkele die ECM2 heeft toegevoegd (zoals Facturen, Contracten en Offertes), kan je niet benaderen. Ook zelf (via Studio) toegevoegde velden in standaard modules zijn niet beschikbaar.
  • Om gegevens op te vragen, raak je de betreffende Module aan, bijvoorbeeld Organisaties. In het scherm dat opent, zoek je op de naam van een Organisatie.
  • Klik je op een resultaat uit de resulterende lijst, dan krijg je de gegevens van die Organisatie te zien.
  • Klik je op een telefoonnummer dan kan je dat direct bellen. De Volledige versie kan he tijdstip waarop je met iemand belt direct in SuiteCRM opslaan.
  • Vanuit de Organisatie-module kan je op basis van de gekoppelde gegevens direct doorklikken naar de andere Modules.
  • In elk scherm zijn er (indien relevant) knoppen om een scherm terug te gaan, weer naar het zoekscherm van de Module te gaan of terug te gaan naar het beginscherm.

6.3. Volledige versie

De volledige versie geeft alle mogelijkheden van de standaardversie, en biedt verschillende extra’s. Zo kan je alle in SuiteCRM beschikbare modules en Custom (via Studio aangemaakte) velden aanzetten en gebruiken via de mobiele app. Verder kan je ook gegevens offline opslaan, bewerken en weer synchroniseren.

6.3.1. Gegevens toevoegen

Om gegeven toe te voegen ga je naar de gewenste Module toe. Onderin de balk verschijnt de optie ‘Maken’, waarmee je gegevens kan toevoegen. Vul de gewenste gegevens in en klik op ‘Opslaan’. De gegevens zijn rechtstreeks in SuiteCRM opgeslagen en direct beschikbaar voor anderen.

6.3.2. Schermen aanpassen

De Volledige versie is uitgebreid te configureren via het Beheerscherm.
  1. Om Modules in/uit te schakelen, ga naar ‘QuickCRM Mobile Pro’ > ‘Select Modules’.
  2. Sleep modules die je in de mobiele interface wilt zien naar ‘Overzicht Modules’ en de modules die je niet in de mobiele interface wilt zien naar ‘Verborgen werkbladen’.
  3. Om de beschikbare velden aan te passen, ‘QuickCRM Mobile Pro’ > ‘Views Configuration’.
  4. Ga in de lijst met ingeschakelde Modules naar de gewenste Module. Klap die uit. Kies ervoor om de Weergave (Displayed fields) te wijzigen, klik op de Zoekvelden of de zichtbare Subpanelen (Displayed Subpanels) om deze aan te passen.
  5. Sleep de gewenste velden naar ‘Beschikbaar’ om deze toe te voegen aan de weergave en naar ‘Verborgen’ om deze uit de mobiele weergave te verwijderen.

6.3.3. Zichtbaarheid modules aanpassen

Hoe er voor zorgen welke modules zichtbaar zijn in de App?
  1. De beheerder gaat in SuiteCRM naar het ‘Beheer’.
  2. Dan naar het ‘QuickCRM Mobile Full ‘.
  3. Dan naar ‘Selecteer de Modules’. Hier selecteer je welke modules in de App zichtbaar zijn. Je moet nu ook bepalen welke velden worden weergegeven.
  4. Dit doe je in Beheer > QuickCRM > Weergaveinstellingen.
  5. Let op dat je ook in niet-betaalde versie niet-standaard Modules kunt toevoegen aan QuickCRM en de indeling van de schermen kunt aanpassen. Deze wijzigingen zijn echter niet zichtbaar in de mobiele App.

6.3.4. Zoekopdrachten opslaan

In de Volledige versie is het ook mogelijk om veelgebruikte zoekopdrachten op te slaan in de mobiele App zelf.
  1. Klik daarvoor na een zoekoptie op ‘Options’.
  2. Kies in het veld onder ‘Opslaan zoeken als’ voor een duidelijke naam en klik op ‘Zoeken’ om tegelijkertijd te zoeken en de opdracht op te slaan.
  3. De zoekopdracht is vanaf nu altijd beschikbaar onder ‘Options’.
  4. Indien je deze zoekopdracht vaak gebruikt, kan je deze als ‘Favoriet’ markeren. Deze opdracht wordt dan op het ‘Thuisscherm’ weergegeven, zodat je nog sneller de gewenste gegevens bij de hand hebt.

6.3.5. Offline werken

Deze mobiele Apps kunnen ook de gegevens offline opslaan. Handig voor als je over de grens een afspraak hebt, of verwacht buiten bereik van een mobiel datanetwerk te gaan.
.

6.3.5.1. Offline gaan

Om deze functie in te schakelen,
  1. ga in Home naar ‘Synchroniseer’.
  2. Je kunt, via ‘Opties’, zelf instellen welke modules gesynchroniseerd worden en op welke manier. Raak in het Thuisscherm in de menubalk de knop ‘Synchroniseer’ aan en vervolgens ‘Opties’.
  3. In dit scherm kun je per module een aantal opties selecteren:
  • Geen betekent dat de Module niet wordt gesynchroniseerd.
  • Gerelateerd betekent dat alleen de gegevens van die Module worden gesynchroniseerd die aan een andere, gesynchroniseerde Module zijn gekoppeld.
  • Mijn items betekent dat alleen gegevens van die Module worden gesynchroniseerd die aan jou zijn toegewezen.
  • Alle betekent dat alle gegevens uit deze module worden opgehaald. Bij veel gegevens en/of een wat langzame internetverbinding of telefoon kan dit lang duren. Houd rekening met de hoeveelheid dataverkeer die wordt verzonden i.c.m. een mobiel abonnement.
  • Lim. betekent dat het aantal onderdelen dat van een module wordt geladen wordt gelimiteerd. De hoogte van de module limieten kun je helemaal onderaan het scherm instellen met een schuifknop. De maximum hoeveelheid die uit een module wordt opgehaald is altijd 2000. Als je meer dan dit aantal gegevens in een module hebt kun je dit verminderen bij Opties->Filter oude gegevens.
  1. Om offline te gaan, klik op ‘Synchroniseer’ en wacht met verbreken van de verbinding totdat de gegevens zijn gesynchroniseerd, waarna de aantallen per Module worden weergegeven.
  2. Klik nu op ‘Ga Offline’ om offline te gaan. Het controlelampje dat in elk scherm rechtsboven zichtbaar is, is nu rood.

6.3.6. Online gaan en synchroniseren

  1. Om weer online te gaan, klik in het Home-scherm op ‘Synchroniseer’ en klik op ‘Synchroniseer’.
  2. Eventuele wijzigingen worden gesynchroniseerd met SuiteCRM en de aantallen worden weergegeven. Zijn er geen wijzigingen doorgevoerd, dan staat er een 0.
  3. Klik op ‘Ga Online’ om weer online te gaan. Het controlelampje dat in elk scherm rechtsboven zichtbaar is, heeft nu weer een groene kleur.

Hoofdstuk 7. WordPress & SuiteCRM

7.1. Leads via WordPress in SuiteCRM

7.1.1. Wat heb je nodig?

Je hebt nodig “Contact Form 7” en “Forms: 3rd Party Integration plugins“. Deze zijn verkrijgbaar in het WordPress repository of archief. Wij hebben bij deze functionaliteit gewerkt met contactform7, maar het alternatief Gravity forms zou ook moeten werken met de “Forms: 3rd Party Integration plugins”.
Op de Plug-ins pagina van WordPress klik je op “Nieuwe plug-in” om via “Zoeken” beide plug-ins snel te vinden. Heb je ze gevonden in de resultaten? Klik dan op “Nu installeren”. Na installatie zijn beide plug-ins beschikbaar in het lijstoverzicht van Plug-ins van jouw WordPress omgeving.

7.1.2. Hoe jouw contactformulier in WordPress opzetten

Je gaat een nieuw formulier maken en deze plaatsen op een nieuwe pagina. Daarom maak je eerst die nieuwe pagina op jouw WordPress website aan via Pagina’s. Geef deze een passende naam en sla deze pagina op. Laat deze open staan in een aparte tab van jouw webbrowser. Ga in de WordPress navigatie naar “Plug-ins” en open de “Instellingen” voor “Contact Form 7” & “Forms: 3rd-Party Integration” in een aparte tab van jouw webbrowser.

7.1.2.1. Stel een formulier samen in contact form 7?

Nu maken we het formulier aan. Voeg bij “Contact Form 7” een nieuw Contactformulier toe via de knop “Nieuwe toevoegen”. Geef daarna bij “het toevoegen” van het formulier deze een passende naam en klik dan onder op tabblad “formulieren”. Plaats onder “formulier” precies de onderstaande code:
Jouw voornaam [text* first_name autocomplete:first_name]
Jouw achternaam [text* last_name autocomplete:last_name]
Jouw Organisatienaam [text* account_name]
Jouw e-mailadres [email* email1 autocomplete:email1]
Jouw mobiel [email* mobiel autocomplete:mobiel]
Jouw bericht (optioneel) [textarea description]
[submit “Verzenden”]

7.1.2.2. Betekenis van de inhoud van dat formulier

De tags en [submit “Verzenden”] geven vorm aan het formulier, zonder deze heb je geen invulvelden. “Text*” staat voor een verplicht tekstveld, “veld_naam” is de naam van het veld in WordPress en de systeem-naam uit SuiteCRM, notitie “autocomplete:veld_naam” wil zeggen dat het veld “veld_naam” door het HTML autocomplete-attribuut toestemming krijgt om de user-agent geautomatiseerd te helpen bij het invullen van de formulierveldwaarden. Voor nu is dit hier het enige dat je nodig hebt.

7.1.3. Maak nu een web-naar-lead-formulier aan via SuiteCRM

Uit het CRM heb je alleen de (systeem)veldnamen nodig, een speciale URL: en de campagne-ID van de te van tevoren ingesteld Campagne in SuiteCRM. Deze Campagne houdt specifieke informatie voor jou bij in de campagne waardoor je het in de gaten kan houden via deze Module. Maak daarom dit formulier aan via de module Campagne voor die veldnamen , de URL en het koppelen van de juiste campagne-ID.
Ga naar de navigatie dropdown van die module Campagne uit SuiteCRM. Daar staat de optie “Aanmaken ‘lead’ formulier”. Een Wizard opent en selecteer daar in de module dropdown “Leads”. Schuif de velden “voornaam, achternaam, Organisatienaam, e-mailadres, mobiel, Omschrijving” van “beschikbare velden” naar “Eerste kolom van de vorm”. Klik dan op “Volgende”. ** Kopieer & sla op optie “Verstuur URL:” omdat je deze URL later nodig hebt bij Forms: 3rd Party Integration**. Ga naar “Gerelateerde campagne” en kies via “Selecteer” in de pop-up de juiste Campagne (Campagne SuiteCRM campagne-ID) voor dit project.
Wijs daarna iemand toe aan dit geheel en voeg eventueel via veld “Formulier voettekst” iets toe. Klik dan op “Genereer Formulier”. Bij de volgende stap krijg een overzicht van de totale code. Hier kan je zoeken naar de systeemnamen voor jouw formuliervelden met de notatie ‘id=”system_name”‘ of name=’system_name'”. Zoek hier ook de Campagne ID bij “name=’campaign_id’ value=’de verplicht campagne_id i.v.m. het koppelen’. De URL & ID zijn beide later nodig.
Klik op de knop “Webformulier opslaan” omdat je deze later nodig hebt i.v.m. controle. Druk op de link ‘Download uw web ‘lead’ formulier Web ‘lead’ formulier‘ voor downloaden en houd rekening met de opmerking daaronder.

7.1.4. Configureer nu jouw Formulieren via “Forms: 3rd Party Integration plugins”

Ga naar de tab waar de instellingen van “Forms: 3rd Party Integration plug-ins” staan. Open eerst de globale sectie. Voer bij “Email” & “Email Sender” jouw e-mailadressen in voor foutopsporing en vink aan de checkboxen “Debug Mode” & “Logging Fallback” en “Logging Fallback – include service”. Dit is nodig bij het testen, vink het later weer uit als alles werkt. Deze informatie is ook bereikbaar via het menu “Contact” in WordPress.
Klik op het “+-je” voor “3rd-Party Service: Service SuiteCRM” om deze te openen. Voer bij “Service Name” een passende naam in. Let nu goed op bij het volgende! Bij submission URL voer je de URL in die je had verkregen via “Verstuur URL:” uit de SuiteCRM Wizard. Deze heeft altijd de vorm van “https://website.name/index.php?entryPoint=WebToPersonCapture“. Noteer het dus correct voor het voorkomen van problemen.
Bekijk het laatste gedeelte van die URL met “WebToLeadCapture”. Hier zie je duidelijk de naam van de module waarmee gewerkt wordt. Dat kan ook dus “WebToPersonCapture” zijn, waarbij je ook de veldnamen afstemt op de juiste module. Laat bij “Submit type” de keuze op “Submit as Post” staan en kies bij “Attach to forms” jouw net aangemaakt (CF7)”Formuliernaam”. De andere velden laat je met rust.
De volgende stap is het configureren van de veldtoewijzingen onder de tab [+]-Mapping. Open deze via het plusje. Bekijk de bijgevoegde afbeeldingen. Daar staan de velden die je nodig hebt. Zorg ervoor dat je “Is Value” aanvinkt voor zaken als de campagne-ID, Lead Source, Module. Voer bij “Label” leesbare namen in en bij “Form Submission Field & 3rd-Party Field” juiste systeemnamen. Neem alles precies over van de afbeelding.
Heb je eenmaal ervaring met het samenstellen van formulieren en het werken met beide plug-ins? Dan kan je werken met veel meer velden, zolang deze maar overeenkomen met de veldnamen (systeemnamen) uit de juiste modules van SuiteCRM. De juiste notatie (hoofdletter/kleine letter) is belangrijk, dus controleer zorgvuldig.

7.1.5. Ga nu het formulier testen

Als alles is ingesteld, ga je het formulier testen en krijgt je jouw eerste nieuwe lead. Wanneer er een probleem is en er geen Lead staat in deze module, dan krijg je een e-mail met informatie over fouten. Vergeet hierna niet om de foutopsporingsmodus uit te schakelen als alles goed werkt en er een nieuwe Lead aanwezig is waarbij alle velden zijn ingevuld. Want anders krijg je steeds meldingen binnen.

7.1.6. “Wat betekent dat voor mij?”


Door deze informatie weet jij hoe je verschillende software met elkaar laat communiceren en zo start je een Sales pijplijn. Door de gebruikte techniek kan er wel gemakkelijker spam in het CRM komen. Voorkom dat aan de kant van WordPress m.b.v. de bestaande plug-ins. Voeg specifieke functionaliteit toe aan jouw formulier via een plug-in of maak gebruik van andere betaalde formulier plug-ins met meer functionaliteit op dat gebied. Werk pas met deze functionaliteit in productie als je zeker weet dat je daar een betrouwbare oplossing voor hebt die werkt, eerder niet.

Hoofdstuk 8. KvK-zoeken

Snel en accuraat bedrijfsgegevens van klanten vinden, controleren en invoeren? Achterhalen of een bedrijf ook echt bestaat, wat hun KvK-nummer, organisatievorm en adres is? Met de KvK-koppeling kan dat! Je zoekt eenvoudig en snel binnen de KvK databank. Je haalt snel de juiste gegevens op waarna deze direct in de juiste velden van de module Organisaties worden ingevuld. Voer minimiaal drie tekens in van een bedrijfsnaam in het KvK-zoekveld, waarna je snel een aantal relevante zoekresultaten terugkrijgt. In deze lijst staan de bedrijfsnaam, KvK nummer en (indien beschikbaar) de plaatsnaam. Klik op de juiste Organisatie in de lijst en alle andere beschikbare gegevens zullen in het CRM op verschillende plaatsen binnen de tabs Organisatiegegevens en KvK-gegevens worden ingevuld.
Hoe werkt dit?
  1. Type nu de eerste drie karakters van deze bedrijfsnaam in het naamveld voor Organisaties of de postcode met cijfers en letters aan elkaar, ‘3515ET’.
  2. Je ziet nu dat tijdens het typen onder dat naamveld een lijst met gerelateerde zoekresultaten verschijnt. Deze halen we uit de KvK database op.
  3. Zie je in deze lijst jouw keuze staan? Klik op de naam en na selectie zullen diverse velden onder de tabs Organiatiegegevens en KvK gegevens, mits bekend en volledig, worden ingevuld in alle beschikbare velden.
  4. Sla de Organisatie (Account) op om de wijzigingen vast te leggen.
Bij deze functionaliteit zit ook iets extra’s en dat is de EuroCheck? Wil je controleren of het Btw-nummer ook bestaat in Europa? Dan kan onder de tab KVK gegevens.
Je hebt deze gegevens al toegevoegd, maar je kan dat Btw-nummer controleren door op het knopje met een wit vinkje te klikken bij dat ingevoerde Btw-nummer. Daarna gaat het systeem aan de slag om te kijken wat daar is ingevoerd ook echt bestaat en zo ja welke informatie daar allemaal bij hoort. Je krijgt een pop-up te zien met specifieke informatie. Daaruit kan je afleiden wat de status is.

Hoofdstuk 9. iCal kalenderfunctie

9.1. Kalender openen in andere applicaties

Indien je graag de kalender van SuiteCRM wilt toevoegen aan een andere kalender applicatie, dan kan dat alleen als jouw applicatie het ‘iCal-formaat’ ondersteunt. Enkele van die applicaties zijn: ‘Calendar’ van iOS, Thunderbird (met Lightning plug-in), Google Agenda en Android en iOS gebaseerde smartphones en tablets.
Outlook ondersteunt iCal deels, maar kan foutmeldingen geven bij het toevoegen van de kalender. Herstart Outlook in dat geval en probeer het opnieuw. Na het toevoegen van de kalender ververst Outlook de kalender alleen als je handmatig op ‘Verzenden / ontvangen’ klikt.
We focussen in deze handleiding op de algemene werkwijze om de kalender aan een applicatie toe te voegen en geven voorbeelden voor Outlook, MacOS en iOS. De werkwijze kan anders zijn in de kalender applicatie die jij gebruikt.
  1. In SuiteCRM, ga naar je eigen profiel toe door op jouw naam rechtsboven in het scherm te klikken.
  2. Ga naar het tabblad ‘Geavanceerd’.
  3. Geef onder ‘Kalender opties’ achter ‘Publiceer sleutel’ een willekeurige reeks tekens op. Zie deze reeks als het wachtwoord, dus gebruik minimaal 8 verschillende letters en cijfers.
  4. Klik op ‘Opslaan’ om de sleutel op te slaan en ga terug naar dit tabblad.
  5. Kopieer de tekst achter ‘iCal integratie URL’ naar het plakbord.
  6. Ga naar de kalender applicatie en kies voor het toevoegen van een nieuwe agenda. Binnen kalender applicaties worden voor dit formaat kalender termen als ‘Subscribe’ of ‘Internetkalender’ gebruikt. Als URL voeg je de URL uit punt 5 in, een inlognaam en wachtwoord zijn niet nodig. Die zitten in de URL verwerkt. Geef de URL dus nooit aan iemand die geen toegang tot jouw kalender mag hebben!

    • Kies in Outlook in de Agenda-modus voor Map > ‘Agenda Openen’ en dan voor ‘Van internet’ om de kalender toe te voegen.
    • In Google Agenda, klik je in het menu links op het plusje naast ‘Andere Agenda’s’, en vervolgens op ‘Toevoegen via URL’.
    • Om de ‘ververs frequentie’ of ‘refresh rate’ van de agenda in Outlook aan te passen, ga je naar Bestand> Opties> Geavanceerd> Verzenden en ontvangen > knop ‘Verzenden/ontvangen…’. Zet ‘Automatisch verzenden/ontvangen elke’ op 5 minuten. (of een lagere frequentie)
    • Kies in Calendar van MacOS voor ‘Subscribe to Calendar’ om de kalender toe te voegen.
    • Kies in iOS (iPad, iPhone) Instellingen> Email, Personen, Agenda’s> Nieuwe account> Anders> Voeg agenda-abonnement toe. Plak in het volgende scherm de URL uit SuiteCRM.
    • Om de ‘refresh rate’ van de agenda in iOS aan te passen, ga je naar Instellingen> Email, Personen, agenda’s > Nieuwe gegevens. Als je wil dat de SuiteCRM agenda automatisch wordt ververst, zet je deze op ‘Fetch’. Vervolgens kies je een frequentie. Om de batterij te sparen kun je ten hoogste elk kwartier de agenda laten verversen. Het valt daarom te overwegen om de agenda op ‘handmatig’ te zetten. iOS haalt dan nieuwe gegevens op zodra je de agenda opent. Zolang je binnen bereik van mobiel internet is de vertraging slecht enkele seconden. Daarbij spaar je de batterij meer dan bij ‘Fetch’.
    • Om in iOS de agenda handmatig te verversen, ga je binnen de Agenda app naar ‘Agenda’s’, onderin het scherm. Je ziet nu een overzicht van de verschillende agenda’s in de app. Sleep dit scherm naar beneden, je ziet dan een ronddraaiend symbool. De agenda is nu ververst.

Opmerking

De afspraken synchroniseren alleen van SuiteCRM naar de externe applicatie, niet andersom. Dat betekent dat je alleen wijzigingen kunt doorvoeren aan die kalender vanuit SuiteCRM. Probeer je de kalender toch te wijzigen vanuit de kalender applicatie, dan zal je waarschijnlijk een foutmelding krijgen in die kalender applicatie.

9.2. Afspraken en telefoongesprekken maken

Gebruik het Quickcreate-formulier om een afspraak te maken.
  1. Klik op de dag en tijd in de kalender waar je de afspraak voor het eerst wil laten voorkomen.
  2. Kies voor ‘Plan Afspraak’ of ‘Leg Telefoongesprek vast’.
  3. Voer alle verplichte velden in en sla het op om dit item zichtbaar te maken in de module Kalender van het CRM.

Hoofdstuk 10. MKB: My Role HomePage

10.1. Inleiding

Het doel van My Role HomePage is om eenvoudig meerdere homepages (dashboards) te kunnen beheren en die via aan gebruikers toegewezen rollen naar de juiste gebruikers te distribureren (“pushen”). Hiermee verbeter je het gebruiksgemak en de productiviteit van CRM-beheerders en -gebruikers door:
  • Homepagina’s te standaardiseren voor mensen met dezelfde rol.
  • Centraal Geavanceede Homepagina’s te kunnen opstellen en beheren.
Deze functionaliteit is interessant voor grote(re) bedrijven waarin bepaalde gebruikersgroepen gespecialiseerde taken hebben.
Verder voegt My Role HomePage functionaliteit toe om het makkelijker te maken om de standaard HomePage te beheren door de Beheerder. Wij van ECM2 houden verder de plug-ins up-to-date. Dus geen omkijken naar met welke versie je precies werkt.

10.2. Alle Gebruikers

10.2.1. Begin voor de eerste keer

  • Wanneer een gebruiker geen beheerder is, dat is dus een gebruiker zonder beheerrechten, zien zij linksboven alleen een extra knop met “>>-icoon” om hun tabbladen te beheren, Klik op die knop en de tekst “Beheer” komt te voorschijn. Klik op daar dan op en dan krijg je een pop-up “Beheer”. Hier kan je aanpassen welk tabblad je als eerste wilt openen en dus zichtbaar is en welke andere tabbladen juist niet. Een lager nummer heeft meer prioriteit. Klik op “Opslaan” om jouw wijziging door te voeren. de pagina herlaadt zich eerst en de wijziging wordt daarna dan zichtbaar.
    Wanneer een beherende gebruiker een startpagina publiceert waarmee een gebruiker moet werken, dan worden de huidige “tabbladen” van de normale gebruiker als “Persoonlijk” beschouwd en toegevoegd aan de nieuw gepubliceerde (gemeenschappelijke) tabbladen. Dus deze worden dan samengevoegd.
  • De beheerder is de enige gebruiker met My Role HomePage-beheerrechten. Deze ziet ook dezelfde knop als standaard gebruikers. Bovendien heeft deze gebruiker toegang tot hun “Persoonlijke” startpagina via “Acties: HomePage Rol: “Mijn”-rol in het My Role HomePage-hoofdmenu boven op de startpagina. Hoe je die knoppen bedient, lees je in dit hoofdstuk.
    Als je voor de eerste keer My Role HomePage gebruikt, worden jouw huidige HomePages opgeslagen en zal standaard zichtbaar zijn op de startpagina.

10.3. Admin

10.3.1. Aan de slag met speciale functies

10.3.1.1. Gebruikerstypen

Er zijn twee soorten gebruikers die kunnen werken met My Role HomePage:
Admin gebruikers: die de startpagina voor een specifieke rol kunnen bewerken.
Standaard gebruikers: die alleen een rol toegewezen kunnen krijgen en die eigen tabs kunnen hebben met Dashlets.

10.3.1.2. Gebruikers beheren

Let op dat wanneer je als Admin werkt met meerdere startpagina’s en deze ook openstaan in tabs dat je goed kijkt waar je een wijziging toepast. Aangezien dat kan verwarren wat je ziet en wat & waar je publiceert.
De Admin ziet twee nieuwe balken verschijnen op de startpagina wanneer My Role HomePage is geïnstalleerd. De linker balk heet “Acties” en deze biedt specifieke functionaliteit aan om gegevens te beheren en… acties uit te voeren! Na Acties komt het volgende:
  • Drop-down Home Page Role: Hier is meteen de actieve homepage van de toegewezen rol zichtbaar.
  • Bij Prioriteiten Rol: staat de huidige prioriteit die aan de rol is toegekend.
  • Bij Beheer Prioriteiten: via deze pop-up kan je de huidige de prioriteiten aanpassen voor de rollen en daarmee bepalen welke informatie eerst wordt weergegeven op jouw startpagina.
  • Kopieer huidige naar: je kan vanuit hier de homepage van een rol naar een andere rol kopiëren.
  • De prioriteit van de doel HomePage blijft onveranderd.
  • Publiceer huidig HomePage : wanneer je veranderingen hebt doorgevoerd moet je dat hier eerst “publiceren” of “zichtbaar” maken en daar zal pas de huidige startpagina zichtbaar worden voor de overeenkomstige gebruikers. Uiteraard eerst op “Opslaan” klikken.
Daarna onder de bovenstaande beheer functionaliteit van MyHomePage krijg je nog een specifieke knop. Je kunt deze knop in- of uitklappen door op de “>>-icoon” of “<<-icoon”. Standaard is deze knop ingeklapt. Klik daarop en dan krijg je de 2 opties: “Opslaan” & “Beheer” te zien. Opslaan gebruik je voor elke wijziging die je vastlegt. Als je dat hebt gedaan krijg je de melding “Nieuwe configuratie opgeslagen.” Jouw wijziging is opgeslagen en als je op “Publiceer huidig HomePage” klikt zie je de melding “Gepubliceerd voor geselecteerde Rol”. Nu ligt alles vast en is het definitief zichtbaar.
Dus:
  • Opslaan : wanneer je aan een homepage werkt, wordt jouw werk pas opgeslagen.
  • Beheren : hiermee kan je de volgorde en naam van de standaard homepage-tabbladen wijzigen.
  • Dit is echt noodzakelijk wanneer je werkt aan bedrijfsbrede dashboards…

10.3.1.3. De Admin aan de slag

Als Admin zijnde ben je door deze functionaliteit verantwoordelijk voor het beheren en toewijzen van specifieke startpagina’s voor gebruikers via Rollen. Bij de drop-down “HomePage Rol” kies je de rol waar mee je wilt gaan werken omdat je deze nabewerking gaat toewijzen aan bepaalde gebruikers die onder die rol vallen. Hoe zit dat proces in elkaar?

10.3.1.4. Selecteer rol.

Via “HomePage Rol” kies je een rol, de pagina herlaadt zicht en daarna zie je een “voor gedefinieerde” HomePage. De samenstelling hangt af van jou voorgaande wijziging wanneer van toepassing. Dat alles is nu zichtbaar. Alle andere gebruikers die aan deze rol zijn toegewezen zien dat ook. Maar nu wil je dat gaan aanpassen.

10.3.1.5. Bewerk startpagina

Nu kan je jouw startpagina gaan wijzigen. Let op: als je naar een andere module navigeert of van rol verandert, verlies je jouw voorgenomen wijzigingen aan die HomePage. dus altijd eerst afmaken waarmee je begint. we gaan eerst de naam van het tabblad aanpassen. Klik op “>>-icoon” links en dan op de knop “Beheren”. In deze pop-up pas je jouw naam en eventueel de volgorde aan en klik dan op “Opslaan”. SuiteCRM geeft het eerste tabblad altijd een specifieke naam, dus wees niet gealarmeerd als je de gegeven naam “verliest”: Het komt eigenlijk terug als je het terugzet van de eerste plaats. Het systeem zal alfabetisch ordenen.

10.3.1.6. Sla de startpagina op & publiceer

Heb je jouw wijziging doorgevoerd, ga dan terug naar boven en klik dan op “Opslaan” en dan pas ligt jouw aanpassing vast. De startpagina is nu opgeslagen, maar nog niet gepubliceerd en dus alle gebruikers die zijn gekoppeld aan die rol zullen nog niets zien. Wat is handig aan deze functionaliteit? Je werkt aan iets zonder dat je je collega hindert. Je hebt nu een opgeslagen versie van de specifieke startpagina voor een bepaalde rol, maar het is slechts een lokale kopie! Als je deze startpagina hebt opgeslagen, kan je van rol wijzigen of navigeren naar andere modules zonder waardevol werk te verliezen. Wanneer je op de actie “Huidige startpagina publiceren” klikt, wordt de startpagina gepubliceerd naar de geselecteerde “Startpagina-rol”. Gebruikers van die rol krijgen nu een andere en gloednieuwe startpagina!

10.4. Speciale rollen

Onder drop-down “HomePage Rol” zijn er een paar speciale “rollen”:
  • Rol Mijn: hier staat de persoonlijke startpagina van de gebruiker. Dit is ook de standaard startpagina die je ziet wanneer je voor het eerst toegang krijgt tot het systeem.
  • Standaard: alle gebruikers die geen rol hebben, krijgen deze homepage (indien gepubliceerd).
  • ALLEN: alle gebruikers, onafhankelijk van hun rol, krijgen deze homepage bij publicatie. Deze “bijzondere” rollen kun je gebruiken als je niet (veel) met rollen werkt.
  • Rol Support, Sales, Director, Operations en Agentvnotes : hier staan de persoonlijke startpagina’s van alle medewerkers aan wie de desbetreffende rol is toegewezen.

10.4.1. Gebruikers met meerdere rollen

Wat als aan een gebruiker meer dan één rol is toegewezen? Dat is eenvoudig. Deze gebruiker ziet de homepage waaraan de hoogste prioriteit is toegewezen via de toegewezen rollen.

10.4.1.1. Kopieer huidige instelling naar een andere rol

Als je een iets aangepast startpagina wilt gebruiken voor verschillende rollen, dan kan je beginnen met het maken van een nieuwe HomePage voor die een rol en deze daarna kopiëren naar een andere. Vervolgens kan je onafhankelijk wijzigingen aanbrengen aan de nieuwe rol.
Hoe doe je dat precies? Kies eerst via “Acties > Kopieer huidig naar:” de rol waar je de aanpassing naar toe wilt kopiëren en klik vervolgens op “Huidige kopiëren naar” om deze wijziging door te voeren. De prioriteit van de bestemming HomePage blijft behouden.

10.5. Persoonlijke tabbladen

Let op: tenzij je voorkomt dat gebruikers hun startpagina mogen wijzigen, kunnen gebruikers tabbladen toevoegen (en bewerken) aan hun rol-startpagina.

10.5.1. Tabbladen verwijderen !

Een tabblad van HomePage verwijderen: Gebruikers die geen rechten hebben om bepaalde tabbladen te verwijderen kunnen geen systeemtabs “verwijderen”.

10.5.2. Nieuwe gebruikers nadat HomePage is gepubliceerd

Als je een rol toewijst aan een nieuwe gebruiker, dan zal die automatisch de betreffende startpagina krijgen.

10.5.3. Meerdere gebruikers met beheerrechten

Het is mogelijk dat er meerdere gebruikers zijn met beheerrechten, wees voorzichtig met deze functionaliteit.
Let op: Alle My Role HomePages worden opgeslagen bij gebruiker “1”,dit is de speciale admin-gebruiker. Het gevolg is dat er GEEN extra (zeker conflicterende) kopieën zijn per beherende gebruiker, afgezien van de “Mijn” My Role HomePages die voor elke specifieke gebruiker zijn opgeslagen. Alle gebruikers werken aan dezelfde gemeenschappelijke gegevens! Het kan dus zijn dat twee gebruikers tegelijkertijd aan My Role HomePages werken voor verschillende rollen, maar NIET aan dezelfde rol.

Hoofdstuk 11. MKB: vCases

11.1. Inleiding

Door de module vCases heb je een complete standaard helpdeskfunctionaliteit gekregen in het CRM waar dat eerst niet volledig het geval was. In deze module zitten geen geautomatiseerde Workflow om automatisch Cases te genereren, maar je kan later zelf wel een eigen Workflow ontwikkelen en daarna automatiseren i.c.m. de module Workflows en zo’n volledig geautomatiseerde klantinteractie ontwikkelen en gebruiken. Deze module geeft jou meteen de middelen om aan de slag te gaan.
Het gebruik van vCases is rechttoe rechtaan. Voordat je start moet je weten dat er een nieuwe specifieke rol is geïntroduceerd. Deze rol is standaard al beschikbaar en heet:”agentvnotes“. Aan deze rol moet je alle gebruikers toewijzen als je met deze module werkt. Alleen een beheerder binnen het CRM kan rollen beheren. Neem contact met ons op i.v.m. vragen.
Let op bij deze rol! Zowel de id als de naam van de rol zijn ingesteld op dezelfde waarde, maar het systeem controleert alleen de id. Als jezelf een eigen rol met de naam “agentvnotes” maakt, werkt dat niet omdat het een willekeurige nieuwe id krijgt.
De functie van de rol: iedereen aan wie deze rol is toegewezen kunnen interne opmerkingen toevoegen en bekijken. Beheerders hebben standaard al deze mogelijkheid.

11.2. 3 Starten met een vCase

Ga in het CRM in het menu op zoek naar de module vCase en open een vCase via de ListView van deze module door op een naam te klikken. De case opent in de DetailView. De indeling komt overeen met andere modules zoals vProjects. Links is het Dashboard met case gerelateerde informatie en rechts het bekende vNotes voor interne communicatie. In het Dashboard zie je meteen dat velden die je reeds een waarde had gegeven tijdens het aanmaken. Via dit dashboard kan je verder informatie beheren voor jouw case.

11.2.1. vCase Selectie

Zit je eenmaal in een vCase, dan kan je vanuit die module blijven werken, zonder van pagina te hoeven wisselen.
Klik als eerste op de sub-tab “vCase Selectie”. Hier kan je opzoek gaan naar specifieke en mogelijk gerelateerde vCases. Je kan snel van de ene vCase naar de andere gaan met behulp van de sub-tab “vCase-selectie” en binnen de DetailView blijven. Klik op de Actie “>>” om de selectie te openen. Standaard staat daar de Oudste vCases die aan jouw zijn toegewezen, pas de zoekcriteria aan. De laatste zoekopdracht wordt onthouden. Wanneer je hier niets invult, krijg je bij de zoekresultaten het totaal aan vCases.
Gebruik deze velden om verder jouw gewenste selectie te maken via: “Nummer”, “Van mij”, “Toegekend”,”Onderwerp”, “Prio”, “Account”, “Status”, “Bron” of “Type”. Dit is gemaakt zodat je in de DetailView kan blijven van deze module vCases. Hoe je dat doet? Klik in de zoekresultaten naast het resultaat voor de Eigenaar bij zo’n record, rechts op de ronde zwarte cirkel. Meteen opent jouw record in de DetailView van de module. Altijd handig!

11.2.2. Eigenaar en Status…

Precies daaronder zie je een sub-tab met informatie over de Eigenaar, Status, Type, Prioriteit en Dagen Open. Daaronder zien we weer een andere tab. Deze lijkt op die bij vProjects. Hier zie je dus staan: hoeveel deelnemers heeft het project, hoeveel Editors er aanwezig zijn, hoeveel commentaar er is geweest, en hoeveel documenten er zijn toegevoegd.

11.2.3. Omschrijving

Bij sub-tab “Omschrijving” zien we weer de informatie staan die je tijdens het aanmaken had
ingevoerd. Dat kan weer aangepast worden via de “Bewerk” knop die centraal boven
het Dashboard staat. Klik daar op en je krijgt weer de mogelijkheid om die “Omschrijving”
aan te passen. Net zoals de velden: “Onderwerp”, “Organisatie, “Status”, “Type”,
“Toegewezen Gebruiker” en “Prioriteit”.

11.2.4. Contacten

Daaronder zie je de sub-tab staan waar je Contacten toe kan voegen aan deze vCase. Klik eerst op “het plusje” rechts van die sub-tab. Plaats jouw cursor in het veld “Toevoegen Contact” en zoek op de naam van de juiste persoon. Als je deze hebt, klik dan op die naam en dan op “het plusje” links boven. Na selecteren staat de naam onder de sub-tab “Contacten”. Het verwijderen doe je via het kruisje naast die naam.

11.2.5. Bijlagen

Daarna komt de sub-tab “Bijlagen”. Hier zie je wat er is toegevoegd. Hoe beheer je items deze sub-tab. Klik rechts op de paperclip voor toevoegen. Via de pop-up selecteer je het juiste bestand. Heb je een bestand geselecteerd, klik dan op toegevoegd in de pop-up en dat bestand komt daar onder de sub-tab te staan. Klik op “icoon boekje” om verder gerelateerd informatie te zien bij deze import.

11.3. vNotes

In de DetailView van deze module zie je twee dingen staan, links boven het Dashboard en rechts. vNotes voor commentaar. Je kan meteen aan de slag met vNotes en direct commentaar leveren. Voor meer uitleg ga in de handleiding naar de module vNotes. Nu komt er een beperkte toelichting.
Voeg opmerkingen toe door op het pictogram “plusje” (vNote toevoegen) te klikken en naar behoefte het tabblad “Openbaar” of “Intern” te selecteren. Meteen opent de Editor voor het toevoegen van tekst. Na toevoegen sla je jouw resultaat op via de knop “Opslaan” dat er uitziet als een diskette.
De gebruiker klikt op een van de verschillende tabbladen: “Alle”, “Publiek” en “”Intern” om “te filteren” op type vNote. Voor gebruikers die niet de “uitgebreide rol” hebben, is alleen “Publiek” zichtbaar.

Hoofdstuk 12. MKB: vNotes

12.1. Waarom vNotes

Het belangrijkste doel van vNotes is om opmerkingen aan elke module te kunnen toevoegen. Je kunt het commentaargedeelte plaatsen waar je maar wilt. Daardoor kunnen personen die betrokken zijn snel een eenvoudig gerelateerde informatie aan records toevoegen.
Vanaf MKB zit deze optie standaard al toegevoegd aan de Organisaties en Kansen modules. Ga daarvoor naar de detailweergave om deze optie te zien. Is dat niet het geval blijf zeker de handleiding bekijken.

12.2. Als je vNotes ergens wilt plaatsen

Houd rekening mee dat het afhangt van de dienst die je bij ons afneemt of dit mogelijk is. Alleen jullie Admin kan zelf deze functionaliteit plaatsen in een module. De Contract manager kan ook aan ECM2 vragen om deze functionaliteit ergens te plaatsen. Als je het van helikopter view bekijkt worden de aanvullende stappen als volgt genomen bij het plaatsen:
  1. Stel beperkingen in voor toegang tot vNotes buiten de context.
  2. Voeg de speciale “vNotes” View toe aan de gewenste module.
  3. Voeg het in de eerste stap gemaakte View-veld toe aan de DetailView van jouw geselecteerde module met behulp van Studio.
  4. Log in en uit om de dingen te laten verschijnen.

12.3. Toegang tot vNotes buiten context beperken

Standaard hebben alleen beheerders toegang tot vNotes zonder context (d.w.z. via de standaard CRM-weergaven). Als je om de een of andere reden aanpassingen wilt doen zoals verwijderen of manipuleren met de standaardtools. Dan kan alleen de beheerder dit doen. vNotes moeten echt binnen een specifieke context worden geopend om echt zinvol te zijn en de privacy te waarborgen (als gebruik wordt gemaakt van de speciale “Interne” functie). Bovendien wordt aanbevolen om te voorkomen dat normale gebruikers vReports van vNotes kunnen maken. Overleg met ECM2 wat je wilt bereiken zodat we kunnen bereiken of het ook kan of niet.

12.4. Maak een weergaveveld voor de doelmodule

  1. Ga naar de pagina Beheer en selecteer onder ValeDale Common Base Opties: Veldenbeheer.
  2. Ga daaronder naar de gewenste module (in onderstaand voorbeeld: Organisaties)
  3. Klik op het pictogram “+” om een ​​nieuw veld aan de module toe te voegen
  4. Vul een mooie naam in voor het nieuwe veld (geen spaties). Dit veld verschijnt later in Studio, bij Organisaties.
  5. Selecteer het type veld: in dit geval “Views” en selecteer: #vNote_Detail_Generic.
  6. Sla op door op de “floppy” links van het “+”-pictogram te klikken.

12.5. Voeg een weergaveveld toe via Studio

  1. Ga naar Studio, selecteer je module (Organisaties) in het voorbeeld, selecteer Layouts en DetailView.
  2. Je ziet links een veld (met het label “LBL_youw_naam”, in het voorbeeld dat u volgt, ziet u “LBL_NOtities_Detail”.
  3. Plaats het nieuwe veld waar je maar wilt in de lay-out.
  4. Bijvoorbeeld plaats het veld in een nieuwe rij in volledige breedte. Doe dan Opslaan & implementeren) .
  5. Vergeet niet om de naam van het label te veranderen in beters, want dit zal zo op het scherm verschijnen.
  6. klik op de edit-pen rechts van het veld en vul iets leuks in (spaties zijn nu natuurlijk toegestaan).

12.6. Uitloggen en inloggen

Wanneer je een nieuw veld toevoegt met behulp van de functie Veldenbeheer, moet je altijd in- en uitloggen om het veld daadwerkelijk te laten verschijnen. Alle gebruikers moeten dan doen. Dus als het veld niet verschijnt, doe dat dan

12.7. vNotes gebruiken

12.7.1. Voordat je start

Het gebruik van vNotes is rechttoe rechtaan. Het enige waar je rekening mee moet houden is dat de Admin niet de standaard toegevoegde rol aanpast. Deze rol heet: agentvnotes.
Let op: zowel de id als de naam zijn ingesteld op dezelfde waarde voor agentvnotes. Het systeem controleert ALLEEN de id. Als je een eigen rol met de naam “agentnotes” aanmaakt, werkt dit niet omdat die een andere id krijgt. Alle gebruikers aan wie deze rol agentvnotes is toegewezen, kunnen interne opmerkingen toevoegen en bekijken. De beheerder zal ook deze mogelijkheid hebben. Gebruikers kunnen natuurlijk ook andere rollen hebben.

12.7.2. In de Detailweergave werken

We bekijken nu hoe alles werkt. Hier is vNotes geplaatst in de detailweergave van Organisaties als aparte tab “Communicatie intern”.
  1. Klik op die tab om deze te openen.
  2. Mocht er nog niet zijn gecommuniceerd dan zie je alleen de tabs met namen: “Alle”,”Publiek”of “Intern”, verder “een plusje” voor het toevoegen van een notitie.
  3. Klik nu op dat “plusje”. Een Rich Text Editor verschijnt met knoppen: “opslaan” of diskette icoon , “Annuleren” of kruisje, 2 tabs “Publiek” en “Intern” en een tekstveld met daaronder een de Editor werkblak.
  4. Voer bij het tekstgedeelte een reactie in.
  5. Kies wanneer mogelijk of dit “een Interne of Publiekelijke reactie” wordt.
  6. Sla deze reactie op door op de diskette te klikken.

12.7.2.1. Mogelijke type reacties

Een Publieke reactie heeft een witte achtergrond kleur en Intern reactie juist een gele achtergrond. Onder tab “Alle” staan alle reacties en bij “Publiek” alleen publiekelijke reacties en onder “Intern” alleen interne. Wanneer je niet toegevoegd bent aan de juiste rol “agentnotes” dan kan je alleen Publieke reacties zien en geven. Interne reacties zijn in dat geval niet van toepassing. Je ziet dat snel omdat er geen specifieke tabs aanwezig zijn, alleen Toevoegen en Uitklappen / Sluiten. In alle gevallen is het zo dat Standaard gebruikers niets kunnen verwijderen uit de communicatie.

12.7.2.2. Datum & Tijd notering

Het handige is dat vNotes verder laat zien op welke dag en wanneer deze reactie is geplaatst. Dat staat rechtsboven genoteerd. Verder is deze lijst van meeste recente naar aller eerste reactie gefilterd. Alles staat onder elkaar als een “one-thread” discussie.

12.8. Opmerking citeren

vNote is niet bedoeld als een “forum”, omdat we denken dat dit veel complexiteit meebrengt en relatief weinig waarde toevoegt. Het is echt bedoeld als een “one-thread” reactie-interactie. Soms kan het “gesprek” echter tijdelijk worden opgesplitst, dus in dit geval kan je gewoon het deel van de vNote citeren waarop je wilt reageren en je eigen commentaar toevoegen.
Hoe doe je dat citeren? Daarvoor doe je gewoon een kopiëren & plakken voordat citeren. De stappen zijn eenvoudig:
  1. Klik op notitie toevoegen
  2. zoek de tekst waarop je wilt reageren.
  3. Selecteer en kopieer deze selectie die je wilt citeren.
  4. Selecteer het citaatelement in de editor
  5. Plak de selectie & klik dan op enter.
  6. Deselecteer het citaatelement in de editor
  7. Na deselectie staat de cursor niet meer in het citaat element, maar daaronder en nu kan je verder met reageren als je dat wilt.
Een citaat reactie heeft een licht grijze achtergrond met links een verticale donker grijze streep, plus jouw kopie van waar je op wilt reageren.

Hoofdstuk 13. MKB: Workflow

Met SuiteCRM Expert wordt de module Workflow meegeleverd. Workflow is een module waarmee allerlei handelingen in het CRM geautomatiseerd kunnen worden uitgevoerd. Voor deze Workflow is alleen een Engelstalige handleiding beschikbaar.
Lees voor meer begrip alle Hoofdstukken door en maak zeker enkele toepassingen.
De Workflow Module geeft de gebruiker de mogelijkheid om bepaalde taken te automatiseren binnen het CRM. Een simpel voorbeeld is het versturen van een notificatie e-mail naar gebruikers wanneer een bepaald project is binnen gehaald. Natuurlijk zijn ook andere scenario’s mogelijk, zoals het starten van verdere processen gebaseerd op geagendeerde events.
Neem contact met ons op bij het bouwen van een workflow, houd er rekening mee dat het advies & het bouwen van workflows wel een betaalde service is. We gaan nu verder en proberen via een voorbeeld meer te vertellen over deze module.

13.1. Tab WFM

Ga naar de module “WFM Processen” en klik op het menu “Maak WFM Proces”. Geef het een passende naam zoals “Notificatie bij Kans Gesloten Gewonnen.” Houd de status op “Inactief” en selecteer de juiste module voor deze workflow. In ons geval zijn dat “kansen”. Klik op “Bewaar” voor verder gaan. De workflow editor wordt geopend. Onder “Componenten” links staan de bouwblokken voor elke workflow.

13.2. Tab Evenementen

Klik op “Evenementen” onder tab “Componenten” en sleep daarna “Logic hook on Modify” naar het toneel in het midden. Klik er op. Geef het een naam zoals “Kans – Gesloten Gewonnen”. Laat de Trigger Type staan op “Logic Hook”. Onderin bij “Evenementenvoorwaarden-paneel” voeg je twee keer het veld “Verkoopstadium” toe.
Zet bij de eerste Voorwaarde op Check: “nieuwe waarde”, operator: “is gelijk aan” en Eerste parameter: “Gesloten gewonnen” (moet wel aanwezig zijn in de drop-down)
Zet de tweede Voorwaarde op Check: “oude waarde”, operator: “is niet gelijk aan” en Eerste parameter: “Gesloten gewonnen” (moet wel aanwezig zijn in de drop-down). Klik dan op “Bewaar” om deze stap op te slaan. Als “Evenementen” op gebruikt staat, zie je bij dat object een bordje met daarin een “wit vraag teken”.

13.3. Tab Activiteiten

Klik op “Activiteiten” en sleep en drop “Foreach In Group” op “Logic hook on Modify”. Geef het een passende naam zoals: “Acties”. Pas hier verder niets aan.

13.4. Tab Taken

Klik hierna op “Taken” en sleep en drop “Send Email” op “Foreach In Group”. Geef het een passende naam zoals: “Verstuur E-mail”. Ga dan naar “Taak Implementatiepaneel” en klik op de tab “Onderwerp”. Kies bij “E-mail Templates” voor een passende Email template door op “het pijltje” te klikken naast het veld van E-mail Template. Klik dan op de tab “Aan” en voeg de juiste “geadresseerde” toe. je kan hier op verschillende manieren deze kiezen en toewijzen.
Via de lijst “Users” kan je gebruikers toevoegen of je kan hetzelfde sneller bereiken door via Rollen te werken en via een specifieke rol een bepaalde selectie van gebruikers te kiezen. Klik op “Bewaar” om deze laatste stap op te slaan en klik daarna rechts op “het kruisje” om deze editor te sluiten. Via “Distribution List” kan je handmatig emailadressen toevoegen. Adressen moeten gescheiden worden door een “,”. Vergeet niet dat je bij het “From” onder de tab Summary altijd een e-mailadres moet plaatsen. Dat kan je eigen adres zijn of een andere, zolang er daar maar een e-mailadres staat, want zonder adres gebeurt er verder niets! Onder de andere tabs CC en BCC voeg je ook personen toe, net zoals als bij de tab “Aan”. Als dat is afgerond nemen we een volgende stap.

13.5. Testen eerst voor echt versturen

Als je deze WFM gaat testen moet je de Status op “Actief” zetten via de lijst met alle workflows. Klik op de “play” knop naast de juiste Workflow.
Wanneer deze “WFM actief” is en er bij module Kansen een “Kans – Verkoopstadium” verandert naar nieuwe waarde: “gesloten gewonnen”, dan zal de geadresseerde een mail krijgen met de melding dat er een verandering heeft plaats gevonden. Het soort melding en informatie heb je van te voren al in jouw speciale E-mail template vastgelegd. Als deze test klopt kan je een stap verder en de WorkFlow echt gaan gebruiken voor de Taak waarvoor je deze hebt ontworpen.

13.6. ListView

Veel WorkFlows beheer je via de ListView. In dat overzicht zie je alles staan wat er is en welke status de eigenschappen van de WorkFlow heeft op dat moment. Hier kan je ook een Workflow aan of uitzetten via de knop “Status” met icoon “Play”. Daarnaast zie je staan of deze WorkFlow ook “Synchronous” is of niet en met welke Database er gewerkt wordt. Daarnaast zie je staan welke “Bronmodule” er is bij “Use Database” en of er een “Audit” wordt toegepast.
Onder deze lijst staan overige functionaliteiten die via knoppen gebruikt kunnen worden. denk daarbij aan het volgende: View WFs, Validate WFs, Validate WFs, Activate WFs, Activate WFs, Inactivate WFs, Inactivate WFs, Export WFs, Export WFs, Import WFs, Import WFs, Import WFs, Advanced Import WFs, Advanced Delete WFs, Delete WFs, WFM Variable Generator en WFM Variable Generator.
Om deze functionaliteit te gebruiken kies je eerst via de checkbox de juiste WorkFlow en dan klik je op de juiste knop. Doe dat bijvoorbeeld bij het exporteren van een WorkFlow. Vink eerst “Notificatie bij Kans Gesloten Gewonnen” aan en klik dan op “Export WFs”. Hierna zal jouw browser het bestand meteen gaan downloaden. Je ontvangt een text bestand met een speciale inhoud (aub niet bewerken als je deze wilt bewerken?).
Zo’n bestand kan je weer importeren in een omgeving waar ook deze WorkFlow module aanwezig is. Hoe doe je dat? Ga naar ListView van jouw browser en klik dan meteen op Import WFs. Daarna opent de upload pagina van die module. Klik op “Import” om dat bestand te uploaden. Als dat goed gaat krijg je de melding “(gmdate=[2023-04-25 11:01:52]) WorkFlows have been successfully imported.“. Klik daarna in het menu op “Bekijk WFM proces“. het nieuwe bestand krijgt een nieuwe naam in de ListView met “Notificatie bij Kans Gesloten Gewonnen_D20230425T1301” waar de toevoeging “D20230425T1301” op datum & tijd is gebaseerd. dat gebeurt alleen als de naam van het bestand al een keer aanwezig is in het bestand. Via bewerken kan je die naam verder aanpassen.

Hoofdstuk 14. MKB: Security Groups


Met de module ‘Security Groups’ kan je op een snelle en efficiënte manier werken met rollen. Over Rollen heb je al in de paragraaf Paragraaf 3.9.6, “Rollen instellen” kunnen lezen. In dezevideo (in het Engels) wordt de werking van de ‘Security Groups’ module uitgelegd.
De belangrijkste functionaliteit is het werken met groepen. Waar je eerst gebruikers met standaard Rollen alleen toegang tot een module volledig kan weigeren, of alleen toegang kunt geven tot de eigen records, geeft deze optie ‘Groep’ veel meer mogelijkheden. Denk bijvoorbeeld aan een Sales team België: als zij met meer personen zijn, dan wil je dat zij allemaal de aan die groep toegewezen records kunnen zien, maar niet die van Sales team Nederland.
Eerst was dat met Rollen is niet mogelijk, omdat de leden van het Sales team dan of toegang hebben tot alle records, of alleen toegang tot hun eigen records. Nu kan je veel specifieker werken.
Naast de mogelijkheid om met Groepen te werken, is de Role Management module ook verbeterd.
  1. Ga eerst naar Beheer > Role Management en klik op “Nieuwe rol” om de door jou gewenste rol te creëren.
  2. Je kunt in dit nieuwe overzicht op de kolomnamen klikken om bepaalde rechten in één keer voor alle modules aan te passen. Kies bijvoorbeeld bij de rol ‘Manager’ voor het recht ‘Mass Update’ en schakel het voor alle modules in. Schakel dat recht voor de rol ‘Medewerker’ juist weer uit bij alle modules.
  3. Als je de gewenste rol(len) hebt gecreëerd, ga je naar de ‘Security Groepen’ module via de modulebalk en klik je op ‘Invoeren’. Vul de velden in en bewerk vervolgens de gecreëerde groep. Door bij Gebruikers op ‘selecteer’ te klikken kan je gebruikers toevoegen aan de groep. Voeg de gewenste Rol(len) toe door bij dat onderdeel op ‘selecteer’ te klikken. De geselecteerde Rol(len) zijn nu van toepassing op de geselecteerde Gebruiker(s)
  4. Nu kunnen we records toewijzen aan de Security Group die zojuist is gecreëerd. Ga bijvoorbeeld naar de module ‘Personen’. Selecteer de Personen die je aan de groep wil toewijzen, selecteer onderin het scherm in het subpaneel Security Groups de gewenste groep, en klik op ‘Assign’.

Opmerking

De checkbox ‘Niet erfbaar’ is alleen voor specifieke gevallen relevant. Bovenaan het subpaneel van een groep zorgt deze checkbox ervoor dat een groep niet wordt toegewezen aan een record dat door de Gebruikers uit de groep wordt gecreëerd.
Bij een individuele gebruiker zorgt deze checkbox ervoor dat de andere gebruikers uit zijn groep een record niet ook krijgen toegewezen.
Gebruik de checkbox bijvoorbeeld voor Organisaties of groepen die een systeembeheer functie hebben, zoals SuiteCRM beheerder of voor test-gebruikers.

Hoofdstuk 15. MKB: Attributen

De Attributen-module maakt het mogelijk om records van verschillende modules een gedeelde eigenschap te geven, zonder dat je met relaties hoeft te gaan werken, of dat je een aparte module moet op zetten. Met name in combinatie met de Rapportage-module geeft dit veel mogelijkheden.
Je kunt attributen aanmaken in de Attributen-module, of in het Attributen subpaneel. Het is mogelijk attributen hiërarchisch in te delen: je maakt dan eerst een hoofdattribuut aan, waaronder verschillende subattributen vallen. Records met dit subattribuut vallen dan ook onder dat hoofdattribuut.
Om snel attributen toe te kennen aan alle Personen of alle Leads van een Organisatie, klik je bij deze organisatie in het subpaneel ‘Attributen’ op de functie ‘Sync to’. De Attributen van de Organisatie worden dan ook toegevoegd aan die subrecords. Eventuele Attributen die al waren toegewezen worden niet verwijderd.

15.1. Voorbeelden

Een voorbeeld: je gaat naar een conferentie en je leert daar personen kennen. Nu creëer je Leads, maar je spreekt ook enkele bekenden (module Personen). Deze verschillende soorten informatie worden ingevoerd in hun eigen modules. Eerst maak je in de Attributen-module een attribuut aan voor deze conferentie, Hierna kan dit attribuut aan al deze nieuwe informatie bij het invoeren worden toegekend. Nu kan duidelijk worden aangegeven wat de oorsprong van deze nieuwe informatie is geweest. Gebruik deze Attribuut ook in een Rapportage. Nu kan je in een overzicht zien welke gegevens bij die ene conferentie horen
Een ander voorbeeld: je hebt gegevens uit verschillende hoofdregio’s, die weer zijn onderverdeeld in subregio’s. Je wil per hoofdregio én per subregio brieven sturen via een op csv-gebaseerd adressenbestand. Creëer voor elke subregio een attribuut. Maak vervolgens de subregio’s aan en selecteer de subregio-attributen die erbij horen. Geef in de organisatie module elke organisatie een specifiek subregio-attribuut. Maak rapportages aan, filter op basis van deze Attributen, exporteer deze als een csv en verstuur alle brieven.

15.2. Attributen toevoegen aan andere modules

Men kan attributen standaard toevoegen aan records in de Organisaties, Personen en Leads modules. Je kunt ook aan de records in andere modules deze attributen toevoegen.
Doe dat als volgt:
  1. Ga als beheerder naar Beheer > Studio > Attributen > Relaties > Toevoegen Relaties.
  2. Selecteer hier de te relateren module.
  3. Kies hierna afhankelijk van de wensen het ‘Type’: ‘Veel op Veel’ of ‘Een op Veel’.
  4. Je zult daarna in de gerelateerde modules bij het subpaneel zien staan of een veld kan worden toe gevoegde aan het overzicht.

15.3. Zoeken op Attribuut

Als je een relatie hebt gelegd tussen Attributen en een andere module, wil je ook kunnen zoeken op dat attribuut, binnen die andere module.
Hoe::
  1. Je gaat naar Beheer > Studio > [module naam] > Lay-outs > Filter > Snelfilter of Geavanceerd /Standaard zoeken.
  2. Voeg het veld ‘Attribuut toe’ aan de lijst door het te schuiven van verborgen naar Standaard.
  3. Nu kan je via het zoekveld een search doen naar records met zo’n attribuut.

Hoofdstuk 16. MKB: SuiteCRM lokale back-up

Als je bij ECM2 SuiteCRM Back-up afneemt, zetten wij elke even dag een nieuwe back-up klaar op een afgeschermde plaats, met daarin de relevante database-gegevens en de opgeslagen documenten en e-mail bijlagen.
We maken daarvoor gebruik van onze andere dienst: NLCloudOpslag.
De back-ups worden automatisch gedownload naar jouw PC zodra die beschikbaar is. Je hoeft je dus geen zorgen te maken over technische zaken of het downloaden van back-ups: na eenmalig instellen gebeurt dat allemaal automatisch.

Hoofdstuk 17. Enterprise: vProjects

17.1. Inleiding

vProjects is speciaal gemaakt om in het CRM projecten te managen. Deze module bevat geavanceerde functies die je helpen bij het organiseren, synchroniseren en bijhouden van activiteiten. In het systeem zit een interactieve GANTT-editor om jouw project ook te visualiseren, waardoor dat beheren gemakkelijker wordt. Veel bedrijven gebruiken MS-Projects als hulpmiddel voor projectbeheer. Elke projectmanager houdt het project up-to-date en stuurt pdf’s met de projectupdates naar klanten of interne stakeholders. Dat kan anders. De huidige versie van vProjects richt zich op het delen van informatie. Medewerkers kunnen de status van projecten in het CRM, de details, opdrachten en de dashboards zien. Dat maakt het mogelijk om aanvullende gegevens voor elk project aan te passen.

Functionaliteiten:

 


  • Ondersteuning voor zowel een “gepubliceerde” of “officiële versie” als voor een “concept versie” of “werkende versie”. Alle toegankelijk in GANTT-formaat.

  • GANTT-editor met toetsenbord- en muisondersteuning voor projecten maken en beheren.

  • Ondersteuning voor twee verschillende rollen: “Editors”, deze kan een project bewerken en “Deelnemers”, deze kan taken toegewezen krijgen.

  • Ondersteuning voor Basislijnen, kopieën van een vProject wanneer een specifieke relevante status is bereikt. Of met andere woorden een “geschiedenisbestand”.

  • Je kan van de gepubliceerde versie van een project een export maken naar MS Project via een xml bestand.

  • Prettig bruikbaar Dashboard voor een vProject met handige gegevens in een overzicht dat ook beheerbaar is .

  • Geïntegreerde vNotes module om specifieke opmerkingen apart toe te voegen.

17.2. Een vProject


Als je een vProject opent via bijvoorbeeld de ListView van die module, zie je de DetailView van jouw geselecteerde project. Hier zie je links jouw Dashboard staan. Deze is gevuld met specifieke informatie van jouw project. Rechts staat vNotes voor overige (interne) communicatie gerelateerd aan dat project. Links in dat Dashboard zie je 3 tabbladen. Het eerste tabblad heet “vProject” en bevat algemene informatie over het project. Het middelste tabblad heet GANTT en bevat “de gepubliceerde” of “officiële versie” van jouw project in GANTT format en rechts is het tabblad met de naam “Werk versie”. Deze bevat “de werk of conceptversie”. Deze GANTT is aanwezig voor bewerken / ontwikkelen voordat je deze omzet naar “een officiële versie”. Je kan het ook “de werkruimte” noemen voor de projectmanager van dat project.

17.3. Aanmaken en bewerken


Je maakt simpel een vProject aan. Klik in de vProject menubalk op “Nieuw vProject” en het nieuw aan te maken project opent in “de EditView”. Hier voer je de juiste naam voor het project in en koppel het project aan de juiste Organisatie via veld “Organisatie”,geef daarna een indicatie voor de start- en einddatum. Wanneer er al documentatie aanwezig is via een andere pagina link je die via het veld “DocLink”. Weet je al hoe urgent dit nieuwe project is, geeft dat dan aan bij de “drop-down Prioriteit” en pas daarna “de Status” aan van het project via de drop-down “Status”. Als je eventueel nog extra informatie hebt kan je dat toevoegen via de editor in het veld “Omschrijving”. Je kan later dat veld en de rest nog bewerken via “de DetailView” van jouw project.

Hierna wordt het nieuwe project aangemaakt en ga je meteen naar de DetailView van dat project. Klik weer op de tab “Aanpassen” of “het potlood” centraal bovenin om dat project verder te bewerken. De toegewezen gebruiker wordt de “Editor” of projectmanager. De hoofdprojectmanager wordt niet automatisch weergegeven in de lijst “Editors”. Je kan deze later toevoegen of weer verwijderen. Er wordt een concept projectplan gemaakt met de door jou opgegeven informatie. Er is dan niet standaard een gepubliceerde versie gemaakt. Dat komt later. Dit is de enige keer dat de data van de gepubliceerde versie en de projectdata niet op één lijn liggen, omdat je vanuit hier start.

17.4. Werken in de concept versie van GANTT


Je kan alleen een GANTT bewerken, als je als gebruiker de rol van “Editor” hebt. Minimaal is dat de persoon die het project heeft aangemaakt wat vaak de projectmanager is. Ga naar jouw project. Klik op het tabblad “Werk versie” voor toegang tot de concept of werk versie van het project. Je zit in de “leesmodus” voor het project dus aanpassingen maken kan nog niet, maar je wilt aan de slag. Klik op de knop “pen op papier” of “Ga naar bewerk mode”. Na klikken verandert dat icoon van pen naar gekleurd potlood. Je kan nu toevoegen of aanpassingen doen aan jouw project

De hoofdtaak wordt automatisch aangemaakt & ingevuld, met de hiervoor opgegeven datums. vProjects ondersteunt 2 relaties. De FS-relatie, Finish to Start. De vorige taak moet zijn voltooid voordat je met de nieuwe taak kan starten. De “FS-startrelatie” is de standaardrelatie. De andere relatie is “FS met vertraging” deze wordt gedefinieerd door de vertraging in dagen na de afhankelijkheid toe te voegen. Dus de afhankelijkheidskolom van “4: 5”, betekent dat deze taak kan beginnen 5 dagen nadat taak 4 is voltooid. vProjects werkt alleen met Dagen. Als jouw taak een halve dag duurt, moet je toch 1 dag invoeren. Als je een taak bewerkt via het potlood voor een taak in de GANTT chart kan je onder “Toewijzingen” aangeven dat de geschatte arbeidsinspanning anders is. Deze wordt in uren gedefinieerd.

Klik op de eerste lege rij onder de hoofdtaak en automatisch opent een pop-up, daarin geef je jouw taak een naam. De standaard duur is één dag en de duur van de hoofdtaak verandert na aanpassing mee. Geef in die aanpassing pop-up “de Status aan”, “pas de Voortgang aan”, verder de “Start tijd” en “Looptijd in dagen”. De eind datum wordt dan automatisch aangepast. Eventueel geef je aan onder “Toewijzingen” aan wie- en wat allemaal moet worden toegewezen en welke rol deze heeft. Is dat “Verantwoordelijk” of “Deelnemer”. Klik op de knop “Opslaan” en de pop-up verdwijnt en de taak is aangemaakt. Bewerken gaat weer via het potlood voor de juiste taak. Je voegt iets toe of bewerkt altijd iets via dit gedeelte.

17.5. GANTT verder aanpassen


Wat kan je verder met jouw concept GANTT? Als je eenmaal een taak hebt in jouw GANTT, krijg je de mogelijkheid om het een en ander aan te passen of weer toe te voegen via “Bewerken” en dan weer onder de laatste taak te klikken. Meer aanpassen gaat via het menu onder de tab “Werk versie” en de mogelijkheden worden uitgebreid als je op “naar Bewerk mode” hebt geklikt. Links onder Projectnaam staat de versietype. Dat kan je hier niet verder bewerken. Via de knoppen “Ongedaan maken en Opnieuw” pas je iets verder aan. Via dat menu kan je “Inspringen en uitspringen” door op de pijltjes naar links of rechts te klikken en het niveau van een huidige taak te verhogen of te verlagen. Sla een project automatisch op door op de “diskette met pijltjes cirkel ” te klikken. Deze functie is actief als de kleur van de knop blauw is.

Je GANTT bestaat uit 2 velden, die verkleind of vergroot kunnen worden d.m.v. een schuifsysteem dat standaard in het midden staat. Links het gedeelte met de namen van de taken onder elkaar en rechts de daadwerkelijke Chart zelf. Via de knop “Oogje ” en drop-down “Alle” pas je aan wat je ziet op welke niveau. De knop “Opslaan” bevat belangrijke functionaliteit. Via de drop-down bepaal je of van jouw concept een “Basislijn” gemaakt moet worden, of je het concept wilt publiceren en dus promoveren naar de werk versie. Ook kan je de inhoud wissen of Opslaan. Dus goed uitkijken wat je precies waar doet en met welk doel.

17.6. GANTT opgeslagen, wat verder?


Voordat je verder gaat sla eerst jouw complete GANTT op via de knop “Opslaan” in “de bewerk modus” van jouw project en klik dan op de bij de knop “Creëer Basislijn”. Je slaat dan jouw concept op als “Basislijn” en daarna ga je automatisch naar “het dashboard” bij de sub-tab “Basislijnen”. Maar wat is een “Basislijn”? Dat is een soort versiebeheer. Elke wijziging aan jouw werkversie sla je eerst op en daarna maak je een nieuwe Basislijn aan. Op deze manier kan je altijd terug gaan naar een vorige versie wanneer dat moet. Je vindt gerelateerde informatie bij het Dashboard onder de sub-tab “Basislijnen”.

In dat overzicht staat links het icoon “boek” of “Meer informatie”, klik daarop voor extra gegevens. Klik op de knop “Projectnaam” in het midden of de knop rechts “GANTT” om via een pop-up jouw versie Basislijn te openen en te bewerken. Verder in deze pop-up bewerken kan niet. Toch bewerken? Dat kan via de knop “Bewerk als werkversie” rechts in die pop-up. Let op: deze voorgaande versie overschrijft de huidige werk versie. Handig als je iets mist, maar wel opletten, want je kan hierna niet meer terughalen. Kijk goed uit wat je doet. Klik op “Publiceren” om deze voorgaande versie te gebruiken als “project versie” en deze voorgaande versie overschrijft ook weer de huidige versie. het is handig om met duidelijke namen te werken zodat je iets terug kan vinden wanneer dat moet.

17.7. Aanpassen


Wil je verder de project GANTT-versie bekijken, open weer het project via DetailView en boven het Dashboard links staat de sub-tab “GANTT”. Klik daar op voor openen laatst gepubliceerde project versie. In dit overzicht kan je alle Taken zien, maar niet bewerken. Het menu ziet er in grote lijnen hetzelfde uit, maar verschilt op enkele punten. Sommige knoppen zijn niet actief onder subtab GANTT omdat het bewerken via “de werk versie” gaat. Voor echt bewerken ga je terug naar werk versie d.m.v. de knop rechts met de naam “Bewerk als werkversie”.

Het heeft de voorkeur om te werken in de werkversie. Omdat je daar over de volledige bewerk functionaliteit beschikt. Wil je jouw project exporteren naar MS-Projects, dat kan hier via de knop “Export MS-XML”. vProject zal dan een xml projectbestand genereren en laten downloaden via de browser. Je kan dan deze importeren naar MS-Projects toe. Andersom kan niet en heeft ook niet de voorkeur. Je probeert in deze applicatie te werken en niet gelijktijdig in 2.

17.8. Het dashboard


Het dashboard van elke project bevat behalve tabs, die doorverwijzen naar GANTT charts en andere gerelateerde informatie. In het Dashboard boven staan bij de eerste sub-tab “een luidspreker icoon” en “de huidige Status” van het project, dat kan je bewerken via de knop “Aanpassen”, daarnaast zie je of het een “Vertraagde Taak” is, daarnaast wat “de Voortgang” is en dan hoeveel “taken” er zijn in het project. Daaronder is een sub-tab met “begin- en eind datum” van dit project, daaronder een sub-tab met als eerst de weergave hoeveel “Editors” er zijn. Daarnaast een icoon dat laat zien hoe groot de groep is, daarna hoeveel opmerking bij vNotes aan dit project zijn toegevoegd en dan “hoeveel Basislijnen” er zijn gemaakt voor het project en daarnaast hoeveel documenten er zijn toegevoegd. Veel kan je aanpassen via de bewerk knop of het potlood boven het dashboard. Het logboek naast de bewerk knop geeft een log weer van velden die laatst zijn aangepast.

Daaronder is de sub-tab met weergave “Prioriteit en DOCLINK”. Bij sub-tab “Project Omschrijving” is duidelijk welke informatie het weergeeft. Via sub-tab Editors kan je beheren hoeveel extra gebruikers ook Editors moeten zijn. Hoe doe je dat? Klik in die sub-tab rechts op het “plusje” en zoek via het drop-down veld “Bewerker” naar actieve gebruikers binnen het CRM. Klik in de lijst op de gebruiker en dan rechts op het plusje voor toevoegen. Je kan jezelf snel toevoegen via “de checkbox” “Selecteer mij” naast het veld “Bewerker”. Je verwijdert zo’n Editor via het kruisje rechts naast zo’n gebruiker. Daaronder staat de sub-tab “Deelnemers. Hier kan je nieuwe deelnemers toevoegen.

Deelnemers zijn gebruiker zonder Editor-rechten. Het beheren van zulke gebruikers gaat op dezelfde manier als bij de voorgaande sub-tab “Editors”.Via sub-tab “Bijlagen” bepaal je welke documenten er zijn toegevoegd. Dat beheren doe je zo: klik in die sub-tab rechts op de paperclip. Dan krijg je een pop-up. Bij “Bijlagen – Selecteer bestand” upload je een nieuw documenten en bij “Naam” geef je specifieke naam. Dan klik je op de knop “Uploaden”. De tab herlaadt en jouw document staat daar. Via het boek icoon zie je in een pop-up gerelateerde informatie.Klik op “de download” knop om dat bestand op jouw computer te krijgen. Is dat document overbodig, verwijder deze via de prullenbak.Sub-tab “Basislijnen” hebben we hiervoor al behandeld. Sub-tabs kan je ook zelf handmatig herladen door rechts naast de tab naam op de ronde pijl cirkeltje te klikken.

17.9. Samenvatting belangrijke vProject onderdelen

Het werkgebied bestaat uit:

  • Titel rij.
    • Editor-ruimte
    • Eén regel per taak
    • Aantal taken
    • Extra info taakknop (potlood). Als er een beschrijving is ingevuld, bevindt het potlood zich in een witte cirkel.
    • Statuskleur van taak
    • Inspringen afhankelijk van het niveau
    • Uitvouwen (+) of imploderen (-) knop als de taak deeltaken heeft.
    • Naam van de taak
    • Begindatum en einddatums
    • Houd er rekening mee dat als een van deze datums wordt berekend, je deze niet rechtstreeks kunt wijzigen. Deze wordt grijs weergegeven
    • Duur (in dagen)Zie commentaar op dataafhankelijkheden
    • Voltooien om relaties te starten, gescheiden door een coma (,). Als je een vertraging wilt toevoegen, gebruik je taskNumber:nrOfDays. Bijvoorbeeld 4:5, 5 dagen vertraging nadat taak 4 is voltooid.

  • Extra
    • Wanneer je start met resource management, klik je op het potloodje voor extra informatie en mensen toevoegen met of Rol “Verantwoordelijk” of “Deelnemer. Gebruik je dit? Gebruik een “Verantwoordelijke” en plaats deze boven aan de lijst.
    • GANTT-tekenruimte
    • Inkomende pijlen als de huidige taak afhankelijk is van anderen.
    • Beweeg over een pijl om te zien welke taken daaraan zijn verbonden. Klik op een pijl om deze te verwijderen.
    • De balk die de lengte van de taak aangeeft, wordt verder ingevuld volgens de voortgang.
    • Als je de muis op een taakbalk plaatst, zie je, afhankelijk van de beperkingen:
    • Verplaats de taak (wijzigt begin- en einddatum)Maak de balk langer of korter (verandert duur). Dubbelklik: de pop-up met extra informatie verschijnt. Er verschijnen twee cirkels, één aan het begin en één aan het einde van de balk. Je kan afhankelijkheden tekenen door op een ervan te klikken en deze te slepen en deze op een andere taak te “laten vallen”.Klik om te selecteren en vervolgens te verwijderen.
    • Status van taak Uitgaande pijlen als een andere taak afhankelijk is van de huidige.
    • Als je over een pijl gaat, zie je aan welke taken deze zijn verbonden.Klik op de pijl om deze te verwijderen.

  • Naam van de taak

17.9.1. Status van een taak


De status van een taak kan je een specifieke kleur geven.

De gebruikte kleurcodering:

 

  • Groen: actief
  • Blauw: klaar!
  • Donkerachtig: mislukt.
  • Oranje: geschorst
  • Wit: ongedefinieerd.

17.9.2. Resource management


Je kan aan resourcebeheer doen. Het maakt onderdeel uit van de extra informatie en gegevens van toegewezen personen. Maar het is een aanrader om eerste projecten zonder resourcebeheer te starten. Resource management is een complex onderwerp dat heel wat automatisering nodig zal hebben om echt toegevoegde waarde te bieden. We zijn wel van plan om in de toekomst een aparte versie te introduceren voor bedrijven die grote projecten beheren en die behoefte hebben aan resource management. Denk aan geautomatiseerde processen en tijdregistratiefaciliteiten..

17.9.3. Sneltoetsen voor hoofdgebruikers


De volgende sneltoetsen worden ondersteund in de “Editor”:

 

  • CTRL+UP: huidige taak omhoog verplaatsen.
  • CTRL+DOWN: huidige taak naar beneden verplaatsen.
  • CTRL+LEFT: taak uitspringen (niveau verlagen)
  • CTRL+RIGHT: taak voor inspringen (niveau verhogen)
  • CTRL+Z: ongedaan maken
  • CTRL+Y: opnieuw uitvoeren
  • CTRL+DEL, CTRL+BACKSPACE: taak verwijderen

Al deze acties worden ook ondersteund door knoppen in het GANTT-menu.

17.9.4. Notities


Als je het dashboard opent zie je rechts de mogelijkheid om Notities toe te voegen

Bij vNotes kan je in het kort het volgende onderscheiden:

 

  • Actieknop rij
  • Type notities en alleen zichtbaar voor een specifieke rol.
  • De Notitie zelf.

Klik op de “+-knop” om een Chat of notitie te maken. Je krijgt een WYSIWYG-editor en daar voeg je jouw tekst toe. Bekijk de vNote- documentatie voor meer informatie. Sluit of open Notities door op “de knop uit of dichtvouwen” te klikken. Vergeet niet dat “Openbare” / “Interne” functionaliteit alleen beschikbaar is voor gebruikers aan wie de rol “agentvnotes ” is toegewezen. Dit is een standaard rol van vNotes. Ben je niet toegewezen aan een rol? Dan zie je alleen “Openbare notities”.

17.10. Projecten exporteren, importeren en klonen.


Je kan een volledig project exporteren. Houd rekening mee dat de ID’s worden bewaard, dus dit betekent dat je het ALLEEN kunt importeren bij een nieuwe installatie of dat je de ID aanpast. Als je een “kopie” van een project maakt, dan kloon je deze. De vNotes worden niet automatisch geëxporteerd. Als je de vNotes wilt behouden , moet je deze afzonderlijk exporteren en importeren.

Hoofdstuk 18. Optie: Email to SuiteCRM

Ben je op zoek naar een flexibele manier om uitgaande e-mail te archiveren naar het CRM, dan past de ‘Email to SuiteCRM’ functionaliteit daarbij. Deze functionaliteit werkt op elke device met een internetverbinding en vanuit elke mail client.
Wij stellen voor deze functionaliteit een uniek e-mailadres beschikbaar, waarnaar je alle e-mails verstuurt.
Uitgaande mail archiveren
  • Als je een uitgaande mail wilt archiveren dan hoeft je niets anders te doen dan het unieke mailadres in het BCC-veld te zetten. Binnen 5 minuten na verzenden is de e-mail gearchiveerd en gekoppeld aan de Persoon, de Organisatie, of elke andere entiteit waarvan het e-mailadres gelijk is aan het ‘Aan:’-mailadres. Je kunt deze e-mailbox vinden in de module E-mails met de naam BCCMail. Klik hier op om de inhoud van deze box te zien en om er verder mee te werken. De beheerder van het bedrijf kan via het Beheer gedeelte dit account onder Inkomende mail zien staan. Het heeft de naam BCCMail en Bij de gebruikersnaam en Van adres staat het speciale e-mailadres. Verander hier verder niets aan.
Ontvangen mail archiveren
  • Ontvangen mail archiveren je snel door deze te forwarden naar dit e-mailadres. Let op: zet dit e-mailadres deze keer dus NIET in het BCC-veld, maar in het AAN-veld.Deze mail wordt gekoppeld aan de entiteiten met hetzelfde ‘Van:’-mailadres in de body (tekst) van de mail. Daarvoor kijken we alleen naar het eerste ‘Van:’-adres in de mail, niet naar verdere adressen.
Hoe zorg je dat de e-mails verwerkt en gekoppeld worden?
De mails worden alleen gekoppeld als deze afkomstig zijn van gebruikers die ook toegang hebben tot SuiteCRM en die dat e-mailadres ook hebben ingevoerd bij hun SuiteCRM-profiel als waarmee ze de mail versturen. Je kunt onder jouw profiel meerdere e-mailadressen opslaan. SuiteCRM herkent deze als horende bij dezelfde gebruiker. Gebruikers kunnen via de Module E-mail e-mails koppelen aan de juiste Gebruiker en een Lead / Contacts.
Op de volgende manier koppel je de binnengekomen E-mail.
  1. Ga naar de module E-mails en klik in de drop-down menu van E-mails op “E-mail-to-Suite Onverwerkt”.
  2. Er wordt dan door E-mail-to-Suite een overzicht van onverwerkbare e-mails gegenereerd. Deze staat gesorteerd op Datum van oud naar recent.
  3. In het overzicht bij link “Onderwerp e-mail” zie je staan om welke e-mail het gaat. Ook krijg je (bij benadering) de datum en tijdstip van de e-mail te zien.
  4. Vergelijk bij “Herkende personen en/of leads” en “Herkende gebruiker” uit het overzicht van E-mail-to-Suite met de juiste Personen, Leads en / of Gebruiker uit SuiteCRM en die E-mail record.
  5. Controleer bij deze E-mail de velden “Van (from)” en “Aan (to/cc)”:
    1. “Van (from)” moet afkomstig zijn van een Gebruiker uit SuiteCRM. Deze gebruiker kan meerdere e-mailadressen hebben staan onder zijn profiel in SuiteCRM.
    2. “Aan (to/cc)” moet gekoppeld zijn aan een Persoon of Lead. Deze Persoon of Lead kan meerdere e-mailadressen hebben staan onder zijn profiel in SuiteCRM.
  6. Hoe dit op te lossen?
    1. Het kan zijn dat “Van (from)” leeg is, of dat er een niet gekoppelde en dus een onbekend e-mailadres aanwezig is. Los dat op door het e-mailadres dat in de melding wordt weergegeven toe te voegen aan de juiste Gebruiker in het CRM. Doe dat alleen voor adressen die ook daadwerkelijk van een Gebruiker zijn, niet voor adressen van derde partijen, om spam te voorkomen.
    2. Indien het “Aan (to/cc)” veld leeg is, voeg de e-mailadressen (één of meer) die in de melding worden weergegeven toe aan de juiste Personen en/of Leads in het CRM.
  7. Na het goed invoeren van de juiste gegevens zal E-mail-to-Suite deze E-mails gaan herkennen, de dan gekoppelde E-mails gaan verwerken en deze gaan uit het overzicht verdwijnen.
  8. SuiteCRM verwerkt maximaal 100 records per 5 minuten. Houd er daarom rekening mee dat het wegwerken van een groot aantal e-mails even kan duren. Je kunt via het overzicht in de gaten houden hoe de verwerking verloopt.
  9. Zijn er ook alternatieve manieren om de e-mails uit deze lijst te krijgen?
    1. Als je geen gebruik maakt van Personen of Leads, maar alleen van Organisaties, dan zal automatisch koppelen nooit werken en moet je dat handmatig doen. Klik in het overzicht op het Onderwerp van z’n E-mail om deze e-mail te openen in een aparte tab. Koppel via de sub-panelen de gewenste Organisaties of andere entiteiten. Als dat is voltooid, klik op de knop “Archiveer E-mail” om de e-mail uit dit overzicht te verwijderen.
    2. Wil je een e-mail verwijderen, klik dan op de knop “Verwijder e-mail”. Let hier wel mee op want z’n e-mail wordt ook echt verwijderd uit het CRM en verdwijnt dan natuurlijk ook uit het overzicht.

Hoofdstuk 19. Optie: Outlook- en andere Plug-ins

Al deze belangrijke (klant)gegevens in het CRM, wil je graag ook in Office gebruiken. Neem voor dat je een plug-in aanschaft eerst contact op met de helpdesk voor meer informatie.

Met deze plug-ins kan je onder meer het volgende doen:

  1. Direct een Persoon selecteren bij het versturen van een e-mail:
  2. E-mail archiveren naar Organisaties, Personen, etc.
  3. Direct een Taak of Meeting aanmaken.
  4. Het synchroniseren van records.

19.1. Outlook Plug-in van SuiteCRM zelf

19.1.1. Voorbereiding

Voordat je de Outlook v4 plug-in van SuiteCRM kan gebruiken neem je een aantal voorbereidende stappen.

19.1.2. Let op!

Houd rekening mee dat je dit product zelf bestelt in de SuiteCRM Store en niet bij ECM2. De SuiteCRM Store is ook de aangewezen partij voor het leveren van support en het afhandelen van eventuele issues met deze plug-in. Je doet dat via de product pagina van de Outlook Plug-in.

19.1.3. Stap 1: Installeren & configureren module in CRM door ECM2

Voordat de Outlook Plug-in werkt, installeert ECM2 aan de beheer-kant een module en passen we enkele instellingen aan via Beheer van SuiteCRM. Alleen ECM2 kan dat doen.
  1. Geef via de ECM2 Helpdesk aan wie de Outlook Plug-in gaat gebruiken.
  2. Stuur in het verzoek een volledige naam en gebruikersnaam (de e-mail) mee.
  3. Na aanschaffen van het product leveren jullie het installatiebestand aan. Dat doe je via onze file-drop link in de correspondentie.
  4. Hierna installeren wij de module in het CRM.
  5. Elke gebruiker krijgt van ECM2 apart een specifiek wachtwoord voor gebruik bij deze SuiteCRM plug-in in Outlook, raak dit wachtwoord niet kwijt. Je kunt dit wachtwoord niet resetten of zelfstandig wijzigen. Als je jouw CRM-wachtwoord wijzigt, dan verandert dit wachtwoord ook niet mee.
De rest van de installatie en het gebruik doe je zelf

19.1.4. Stap 2: Rest installatie door de hoofdgebruiker

Heb je van ons het bericht gehad dat de module is geïnstalleerd, dan kan de Admin van het CRM zelf via het “Beheer > ‘Outlook Plugin Configuration'” in het CRM jullie licentiecode van de SuiteCRM Store invoeren.
  1. De Admin gaat naar “Admin / Beheer > SuiteCRM Outlook Plugin > Outlook Plug-in Configuration > License Settings > Outlook Plug-in License Key”.
  2. Vul de licentiecode in en klik op controleren.
  3. Hierna komen nog een aantal stappen voordat het synchroniseren werkt.

19.1.5. Stap 3: Installeren Plug-in door de hoofdgebruiker

19.1.5.1. Microsoft Graph Settings – Automatische Syncen voor archiveren

  1. Wil je werken met “Automatische Syncen voor archiveren”? In sommige gevallen kan dat. Wanneer je Microsoft Azure hebt is dat mogelijk, zonder Azure kan het niet.
  2. Laat ons het weten en wij stellen de daarbij horende Scheduler in. De rest doet hoofdgebruiker (de Admin) zelf.
  3. Als je “Automatische Syncen voor archiveren” gebruikt gaat dat via “Admin / Beheer > SuiteCRM Outlook Plugin > Outlook Plug-in Configuration > Microsoft Graph Settings”
  4. Vul voor “Auto Sync” onder “Microsoft Graph Settings” jouw “Tenant-ID en Client-ID” in. Deze vind je onder jouw “Office 365-account in het Azure-portaal”.

19.1.5.2. Algemeen stappen

  1. Selecteer in “Admin / Beheer > SuiteCRM Outlook Plugin > Outlook Plugin Configuration” onder “Outlook Addin Settings” alle “modules uit de multi-select drop-down die gesynchroniseerd moeten worden met Outlook”.
  2. Selecteer in “SuiteCRM Outlook Plugin” onder de tab “Outlook Gebruikers” de juiste persoon voor Outlook.
  3. Als je eenmaal alles hebt afgerond onder “SuiteCRM Outlook Plugin” klik je op de knop “Download manifest”.
  4. Dat “manifest is een xml bestand” met de naam “manifest.xml” en deze heb je nodig voor in jouw Online Outlook account voor een verbinding met jouw SuiteCRM.
  5. Klik daarna op “Save” in “SuiteCRM Outlook Plugin” voor alles op slaan & meteen “SuiteCRM Outlook Plugin” sluiten.
  6. Ga dan naar “OAuth2-clients en sleutels of OAuth2 Clients and Tokens” onder “Admin / Beheer > Gebruikers “.
  7. Maak bij “OAuth2-clients en sleutels” een “Nieuwe Wachtwoord Cliënt” aan en geef het een passende “Naam” en voer bij “Verandering geheim” een goed “wachtwoord” in.
  8. Sla dat “wachtwoord en naam” apart op en houd het bij de hand omdat beide in Outlook weer gebruikt worden. Het heeft de voorkeur omat in een KeyPass app te doen. Zo raak je het nooit kwijt!
  9. Is het klaar? Dan is de installatie aan de kant van SuiteCRM afgerond en ga je naar jouw “Online Outlook” app toe.
  10. Houd “manifest.xml”, jouw specifieke wachtwoord & ECM2 gebruikersnaam en de inloggegevens uit “OAuth2-clients en sleutels” bij de hand.
  11. Kies nu waar je deze plug-in gaat installeren, in de “Outlook DeskApp” of de “Outlook WebApp”. Het is eenmaal ergens installeren en daarna werken met beide applicaties.
  12. Houd rekening mee dat het synchroniseren tussen beide applicaties even kan duren.

19.1.5.3. Installatie Outlook Desktopversie

  1. Klik in “de Deskapp” op “Home”, daarna rechts op de 3 zwarte stippen en dan op “Get Add-ins” (een rood blokje met een plusje).
  2. De Add-in pop-up opent met de twee tabs “Add-ins & Connectors”.
  3. Klik op “Add-ins > My Add-ins > + Add a custom add-in > Add from File”.
  4. Selecteer jouw “manifest.xml” in de pop-up “Bestand selecteren voor uploaden”.
  5. Hierna verschijnt “SuiteCRM Outlook Add-in” onder “Custom add-ins”.
  6. Nu kan je gaan synchroniseren tussen Outlook en jouw SuiteCRM-omgeving.

19.1.5.4. Installatie Outlook Webversie

  1. Wanneer je de plug-in installeert via “de Outlook WebApp” open je eerst een e-mail die je later wilt synchroniseren.
  2. Rechts in de e-mail staan drie blauwe stipjes met de naam “Meer Acties”, klik daarop voor openen drop-down.
  3. Klik in deze drop-down op “Browse Add-ins (een blauw blokje met een plusje)”.
  4. De pop-up “Invoegtoepassingen voor Outlook” opent.
  5. Klik op de tab “Mijn Invoegtoepassingen” en daarna op “+ Aangepaste invoegtoepassing toevoegen”.
  6. Kies in de drop-down voor optie “Toevoegen uit bestand” en kies in de pop-up voor jouw “manifest.xml” en klik op openen.
  7. Hierna verschijn “SuiteCRM Outlook Add-in” onder “Custom add-ins”.
  8. Nu kan je synchroniseren tussen Outlook en jouw SuiteCRM-omgeving.

19.1.5.5. Algemeen verbinding leggen

  1. Voordat je kan synchroniseren moet je jouw inloggegevens invullen in Outlook voor verbinding met de v4 Plug-in.
  2. Klik op een e-mail in de DeskApp dat je wilt synchroniseren, dan op “Home” en rechts in de menu-balk staat nu “de SuiteCRM icoon Authentication / Archiving”.
  3. Heb je een klein beeldscherm, dan is “Authentication / Archiving” verborgen onder de drie zwarte stippen rechts.
  4. Klik op deze “SuiteCRM icoon” en dan op de subtab “Authentication”.
  5. Vul bij “Suite Host URL” jouw url in van jouw omgeving bij ECM2 (voorbeeld: “https://jouwnaam.crm.ecm2.nl/”).
  6. Vul bij “Gebruikersnaam” jouw gebruikersnaam in die je gebruikt bij ECM2 (dus jouw e-mail).
  7. Vul bij “Wachtwoord” het specifieke wachtwoord dat wij jouw speciaal hebben gegeven voor deze verbinding.
  8. Vul bij “Client ID & Client Secret” “de ID” & “het Wachtwoord” uit jouw “OAuth2 Client” van SuiteCRM in die je apart hebt vastgelegd.
  9. Klik op “Submit” voor wijzigingen op slaan.
  10. Zijn deze instellingen ingevoerd in een van de Outlook Applicaties dan hoef je dat niet nogmaals te doen.
  11. Zie je de melding “Authentication Successful” dan is de verbinding succesvol gelegd.
  12. Onder de subtab “Archive” synchroniseer je nu handmatig jouw e-mails.
  13. In Fase 1 synchroniseer je alleen handmatig e-mails met bijlagen, vanaf Fase 2 kan je ook Agenda items synchroniseren.

19.1.6. Stap 4: Het gebruik van de SuiteCRM Outlook Plug-in”door een gebuiker

Hoe handmatig e-mail archiveren? De manier waarop is gelijk in beide omgevingen van de DeskApp of WebApp.

19.1.6.1. Outlook DeskApp

  1. Voor Archiveren open je eerst de e-mail die je wilt Archiveren.
  2. Klik in de menubalk eerst op “Home” en dan op de knop “Authentication/Archiving”.

19.1.6.2. Outlook Webversie

  1. Voor Archiveren open je eerst de e-mail die je wilt Archiveren.
  2. Klik daarna in de e-mail rechts op de drie blauwe stippen en daarna op “het SuiteCRM icoon voor Authentication/Archiving”.
19.1.6.2.1. Algemene stap
  1. Klik op “de tab Archive” voor Archiveren.
  2. Eerst zie je informatie over de status van de e-mail.
  3. De plug-in herkent e-mails die reeds zijn gearchiveerd en laat dat zien d.m.v. een melding met een link naar het bovenliggende account.
  4. Kies bij de drop-down “Modules” voor de module waarmee gesynchroniseerd moeten worden.
  5. Voer bij “Search Criteria” een bestaande naam in uit SuiteCRM of een e-mail.
  6. Klik dan op de knop “Search”.
  7. De plug-in kijkt nu in het CRM met welke record er gesynchroniseerd kan worden.
  8. Als de naam of e-mail niet aanwezig is in het CRM krijg je de melding “No search results returned”.
  9. Voeg naam of e-mail toe in het SuiteCRM voor wel goed synchroniseren.
  10. Zijn er wel resultaten dan zie je een melding met informatie over welk Type, Name en E-mail.
  11. Klik op jouw keuze of op alles en dan op “Archive” voor het synchroniseren.
  12. Wanneer succesvol zie je boven de melding “E-mail archive succesful”
  13. Jouw E-mail met bijlage is gesynchroniseerd naar het CRM toe en dus gearchiveerd.
  14. Onder Archive staat nu een nieuwe opmerking over deze laatste sync.
Wil je na synchroniseren direct naar de e-mail gaan in het SuiteCRM?
  1. Klik na het synchroniseren weer op de tab “Archive” en dan op “links naar de bovenliggende records”.
  2. Outlook opent dan SuiteCRM.
  3. Als je via Outlook DeskApp gaat dan moet je eerst inloggen in SuiteCRM en nogmaals op de link klikken.
  4. Nu opent deze record en onder “de subtab Geschiedenis” staat die e-mail met bijlagen.

19.2. De Grinmark Office 365 plug-in installeren

  • Eisen:

    1. Office 365 Account met Outlook Web Access (Outlook Online)
    2. Outlook WebApp
    3. Outlook 2013 or later (e.g. 2016) for PC (Windows)
    4. Outlook 2016 or later for MAC
    5. Ga naar deze pagina voor meer informatie over deze Grinmark Office 365 plug-in.
    6. De MailApp voor Outlook moet geïnstalleerd zijn om deze AddIn te activeren.
    7. Ook als je de desktop versie gebruikt gaat de installatie via deze web interface.
  • Activatie en configuratie:

    1. Houd het onderstaande bij de hand voor het verder instellen:
    2. Gegevens nodig:

      • Type licenties
      • Key
      • Type de CRM login
      • URL van SuiteCRM
      • Username en password van SuiteCRM
      • Office 365 Account type connectie
      • EWS URL van online Office Account
      • Inloggegevens van Office online account

19.3. MailChimp plug-in installeren

  • Eisen:
    1. Laat jouw browser cookies accepteren, zet pop-ups en JavaScript aan.
    2. Gebruik geen (overige) plug-ins die JavaScript beïnvloeden of uitzetten.
    3. Een MailChimp account
    4. Ga naar deze StoreSuiteCRM pagina of deze Sugaroutfitters pagina voor meer informatie over de SugarChimp plug-in en het aanschaffen ervan. Uiteindelijk kom je beide de zelfde aanbieder terecht!
  • Installatie
    1. Laat de ECM2 helpdesk ‘de zip package’ installeren van SugarChimp in het Beheer-gedeelte van SuiteCRM.
  • Activatie en configuratie:
    1. MailChimp controleert zelf of het systeem voldoet aan de juiste PHP versie
    2. cURL enabled
    3. Er wordt gekeken of de communicatie van MailChimp met Suite instance en of Suite actief is en werkt.
    4. Zodra we de module hebben geinstalleerd, kan je zelf verder aan de slag.

Hoofdstuk 20. Optie: Tijd schrijven

20.1. Inleiding

Bij ECM2 kun je de optionele module ‘Rooster’ afnemen. Dit pakket bestaat uit een extra module en een aantal rapportages. Deze installeren wij voor jou in het CRM. Je kunt vervolgens tijdschrijven op Dossiers, Projecten en Projectaken, in een zogenaamde matrix-weergave. Je ziet dan in een overzicht voor de hele week, alle projecten die aan je zijn toegewezen.
We raden aan om alleen tijd te schrijven op projecttaken (en niet op projecten) en cases. Dat maakt het makkelijker om met een rapportage de gemaakte uren te tonen. Projecten kan je (optioneel) koppelen aan een Organisatie, zodat je op die manier ook voor die klant de gemaakte uren bijhoudt.

20.1.1. Het Timesheet menu

  • Rooster: klik hierop om meteen naar de weekmatrix te gaan. We raden aan om hier je uren in te vullen.
  • Rooster lijst: hier zie je een lijst van alle uren die zijn ingevuld. Je kunt ook zoeken.
  • Weekoverzicht Rooster: zie ‘Rooster’.
  • Dagoverzicht Rooster: hier kunnen gebruikers per dag uren invullen met een beschrijving erbij.
  • Overige opties: SuiteCRM met beheerdersrechten zien ook nog ‘Importeer’ en ‘Instellingen’.
  • Bij Instellingen kan je items uitsluiten van het Rooster, en evt. ondersteuning voor Gebruikersgroepen (Security Groepen) uitschakelen. Wij raden dat laatste niet aan om te doen, omdat dan een hoop flexibiliteit in het toewijzen van projecten, -taken en Dossiers verdwijnt.

20.1.2. Tijd schrijven in de weekmatrix

In het bovenstaand overzicht van de weekmatrix vallen twee dingen op. Ten eerste stoppen de invulvakken soms halverwege een week. Dat houdt in dat de ‘datum tot’ die je in een project of projecttaak invult is bereikt.
In de weken daarna, komen deze ook niet meer terug. Ten tweede zie je Projecten waar in het geheel geen invulvakken bij zitten. Dat betekent dat de ‘datum tot’ van het project verstreken is, maar nog niet van alle bijbehorende projecttaken. Voor de overzichtelijkheid wordt het project toch nog weergegeven.
Er zijn drie manieren om Projecten en Projecttaken uit het overzicht te laten verdwijnen:
  1. Invullen van de eindtijd van Projecten en ProjectTaken – wij raden aan om altijd de start- en einddata in te vullen, zodat deze functionaliteit wordt benut.
  2. De SuiteCRM beheerder heeft Projecten en/of ProjectTaken met een bepaalde status uitgesloten van de weergave.
  3. Je zit in een andere groep, oftewel: je bent niet toegewezen aan het Project en/of de ProjectTaak.

20.1.3. Geschreven uren bekijken en bewerken in de Timesheet lijst

Het onderdeel Rooster lijst, is een lijst van alle registraties die in de matrix zijn opgenomen. Hier kan je ook deze registraties verder bewerken. Je kunt bijvoorbeeld het veld ‘Factureer uren’ invullen of de status wijzigen.
  • Om deze status te wijzigen zijn twee snelkoppelingen beschikbaar: ‘wijzig naar Gecontroleerd’ en ‘wijzig naar Gefactureerd’. Als deze niet zichtbaar zijn, dan kan een SuiteCRM beheerder deze via Studio toevoegen.
  • Je kunt binnen ‘Geavanceerd zoeken’ zoeken naar registraties die aan een specifieke Projecttaak of Dossier zijn gekoppeld. Je kunt echter ook zoeken naar alle registraties binnen een bepaald project, dus bij alle taken die binnen dat project vallen.

20.2. Gebruikersgroepen

Als je veel Projecttaken aanmaakt kan de Rooster module onoverzichtelijk worden. Daarom levert ECM2 een beperkte versie van de module voor Security Groepen. Met deze module kan je gebruikers onderverdelen in groepen. Vervolgens wijs je de projecttaken toe aan verschillende groepen. Gebruikers zien nu alleen nog maar de Projecttaken van hun eigen groep. Je kunt uiteraard ook een groep per persoon aanmaken, om een Project(Taak) aan één persoon toe te wijzen.
Het aanmaken van een groep:
  1. Ga als beheerder naar ‘Security Suite groep beheer’ > ‘Maak een Security Groep’ aan.
  2. Nadat je deze groep hebt aangemaakt, selecteer je de gewenste gebruiker(s).
  3. Laat ‘Roles’ leeg.
  4. Als je nu naar een Project(Taak) gaat, of een nieuwe aanmaakt, zie je dat er een subpaneel ‘Security Groepen’ is bijgekomen.
  5. Selecteer hier de gewenste groep.

20.3. Beschikbare rapportages

ECM2 levert standaard drie rapportages. Deze plaatsen wij in de Rapportage module. Je kunt deze uiteraard zelf aanpassen, maar wij raden aan alle originele rapportages te laten staan en voor een evt. aanpassing eerst een duplicaat te maken. Werk daarna verder met dit duplicaat. Voor de Rapportage module is er een originele Engelstalige handleiding (pdf) beschikbaar.
Bij eventuele aanpassingen, zetten wij een nieuwe versie van de rapportage in de rapportage module met een recenter versienummer.
We gaan er voor deze rapportages vanuit dat je tijd schrijft op Projecttaken die zijn onderverdeeld in Projecten. Wil je de module anders gebruiken, dan kan je de rapportages daar zelf op aanpassen.
Let op dat wij in de toekomst nieuwe rapportages kunnen toevoegen aan het overzicht. Wij zullen deze dan markeren met een hoger versienummer: ‘v2’ bijvoorbeeld. We overschrijven eerdere versies niet, die kun je naar wens zelf aanpassen of verwijderen. Werk bij voorkeur met een copy en laat het origineel staan.
Hieronder beschrijven we de huidige standaard rapportages.
  • Rooster per medewerker: in deze rapportage selecteer je een maand en een jaar, waarna je per medewerker uitgesplitst de gemaakte uren ziet.
  • Rooster Projecturen in detail: in deze rapportage selecteer je een project, maand en jaar, waarna je per projecttaak een lijst van de gemaakte uren ziet.
  • Rooster uren per project totaal: in deze rapportage selecteer je een project, maand, jaar en status, waarna je van dat project de totalen per projecttaak ziet van de gemaakte uren. Om meerdere projecten te zien voer je bij ‘Projectnaam’ niets in, of gebruik je een gedeeltelijke zoekoptie met daarachter het teken ‘%’.

Hoofdstuk 21. Optie: Mail Merge Reports

De modules in dit gedeelte van de handleiding vallen niet onder een van de ECM2 SuiteCRM standaardpakketten. Wij hebben hier echter wel de nodige ervaring mee.
Met de ‘Mail Merge Reports’ module is het mogelijk om .docx (Microsoft Word), .odt (OpenOffice, LibreOffice) en .pdf-bestanden te genereren waarin informatie uit SuiteCRM records vooraf is ingevuld. Op deze manier kan je eenmalig een standaard document in Mail merge invoeren met bijvoorbeeld jouw huisstijl en een tekst, waarvan je vervolgens snel gepersonaliseerde versies kunt creëren voor één of meerdere records uit SuiteCRM. Voor de Mail Merge Reports module is er een originele Engelstalige handleiding beschikbaar.

Deze module heeft als voordeel dat je:

  • deze kunt gebruiken op elke (custom) module.
  • ook aan een record gerelateerde gegevens kunt meenemen als tabel. Dus bijvoorbeeld een pdf-bestand genereren met de bedrijfsgegevens en een tabel met de personen die daar bij werken.

21.1. Sjabloon creëren

Mail Merge werkt op basis van codes die je genereert. In een teksteditor als Word of LibreOffice Writer plak je deze codes in een document. Vervolgens upload je dat document naar Mail Merge. Hierna kan je in de downloads ingevulde waardes op de plaats van de code zien staan. Bij het werken met deze sjablonen moet je goed in de gaten houden dat je Word code nooit plaatst in een document voor LibreOffice Writer, aangezien deze verschillen van elkaar.
  1. Ga in de modulebalk naar Mail Merge Reports > Beschikbare variabelen lijst & Genereer basis sjabloon.
  2. Selecteer de module waarvoor je het document wilt genereren. Een persoonlijke brief is gebaseerd op ‘Personen’, een offerte op ‘Offertes’. In dit voorbeeld gaan we uit van ‘Personen’.
  3. Je ziet nu alle velden van de module ‘Personen’. Als je een veld aan vinkt wordt er in het volgende stadium een code gegenereerd voor dat veld. Verder naar onderen zie je alle modules die aan de module Personen gerelateerd zijn. Ook deze kan je gebruiken bij het genereren van codes .

  4. Kies onderaan de pagina een document naam voor het sjabloon, een bestandsformaat en een taal. Klik op genereer, en download het gegenereerde document door op de bestandsnaam te klikken.
    • Het bestandsformaat bepaalt of jij een Word, PDF of OpenOffice sjabloon aanmaakt.
    • Met de taal bepaalt je de instellingen voor de weergave van datum, nummers en andere waardes in het sjabloon. Een Nederlandse datum is bijvoorbeeld dd-mm-jjjj, een Anglo-Amerikaanse datum is mm/dd/jjjj.

  5. Als je het document opent zie je het onderstaande of iets daarop lijkt. Het volgende is belangrijk:
    • Bij (1) staat de basiscode. Deze code moet altijd vóór alle andere codes in een document staan. Deze code zal in een uiteindelijk document onzichtbaar zijn.
    • Bij (2) zie je een code die naar een variabele verwijst. Je kunt deze codes gebruiken in andere documenten, zolang de basiscode er ook instaat. Je moet de basiscode tegelijk met de variabelen genereren.
    • Het is essentieel dat de codes zonder typefouten worden overgenomen en inclusief de [blokhaken] ervoor en erna. Als een code niet werkt kan het zijn dat jouw tekstverwerker iets aan heeft gepast. Gebruik bij het aanpassen liever LibreOffice. Probeer eerst de code handmatig opnieuw in te typen.
  6. Neem de codes op de aangegeven wijze over in jouw document. Denk bij het overnemen aan de basiscode. Je kunt codes voor variabelen hergebruiken. De opmaak van de code wordt ook de opmaak van de uiteindelijke tekst.
  7. Ga nu naar Mail Merge Reports -> Bekijk Document Sjabloon:
    • Klik op de naam die je bij het bestand 4 hebt opgegeven.
    • Verwijder het oude bestand, of download het nog een keer om te bewaren.
    • Klik op ‘bestand kiezen’ en kies het door jouw nieuw gemaakte document
    • Klik dan op ‘Bewaar’
    • Je ziet nu voor welke module het document is aangemaakt.

21.2. Documenten aanmaken

  1. Ga nu naar die module en kies een record waarvoor je het document wilt aanmaken.
  2. In de Overzicht lijst kan je meerdere records selecteren om meerdere documenten aan te maken.
  3. Ga naar het driehoekje naast ‘Verwijder’ en klik op ‘Genereer Document’.
  4. Ook in de Gedetailleerd overzicht kan je een document aanmaken. Selecteer jouw document, en klik op ‘Genereer Document’.
  5. Het document wordt gedownload en de variabelen zijn omgezet in de waarden van de records.
  6. Is een variabele niet omgezet? Probeer dan om opnieuw alle aanwijzingen in stap 5 op te volgen.

Hoofdstuk 22. Optie: PDF sjablonen voor offertes en facturen

22.1. Sjablonen creëren met de module PDF sjablonen

Hoe kan je een “Quote” maken in SuiteCRM. Speciaal hiervoor heeft SuiteCRM een aparte module met de naam: “PDF sjablonen”. In deze module ontwikkel en sla je alle sjablonen op. Wanneer je met deze module gaat werken krijg je als hulpmiddel een opmaakprogramma dat op “Word” lijkt. Dit opmaakprogramma verdeelt het scherm in vier onderdelen:
  1. Editor functies
  2. Kop
  3. Inhoud
  4. Voettekst

22.1.1. Editor functies

Houd er rekening mee dat “Kop“, “Inhoud” en “Voettekst” hier geen onderdelen zijn van een webpagina. Het staat voor de indeling van briefpapier. Kop en Voettekst neemt dus ook die positie in. Het is mogelijk om alles in jouw eigen opmaakprogramma te maken. Breek in dat geval jouw sjabloon verder op in de drie delen van “Kop”, “Inhoud” en “Voettekst”. Kopieer en plak het in het opmaakprogramma van de module “PDF sjablonen”. Direct werken met dit opmaakprogramma heeft het voordeel dat je geen ander extern instrument nodig hebt. Dit opmaakprogramma van SuiteCRM doet veel voor jou. Vergeet echter niet bij het opmaken gebruik te maken van inline CSS. SuiteCRM zet zelf ook alles om naar inline CSS.

22.1.2. Inlijn CSS

Wat is “inline CSS“? Inline CSS is een specifieke opmaak code die direct in het HTML element geplaatst wordt. Je gebruikt hiervoor het attribuut “STYLE” zoals ‘STYLE=”colour: red: background-colour: white:‘.We plaatsen bij “STYLE” ‘code’ die we gaan toepassen op het element zelf waardoor er een aparte opmaak zichtbaar wordt. Een element is bijvoorbeeld een “HTML-tag” zoals “< p > < /p >”.

22.1.3. Sjabloon

Hoe maak je een sjabloon aan? Ga naar de module “PDF sjablonen” in de menubalk en selecteer “Maak PDF Sjabloon”. Hierna opent het opmaakprogramma en kan je aan de slag om een sjabloon te bouwen. Wij gaan nu zelf iets volledig opnieuw bouwen omdat deze tutorial het doel heeft om de gebruiker bekend te maken met deze module en functionaliteit.

22.1.4. Standaard sjablonen

Je kan ook gebruik maken van enkele standaard sjablonen van het CRM zelf. In de editor kan jij deze openen via de drop-down “Laad voorbeeld”. Kies voor een van de voorbeelden uit deze drop-down. Daarna wordt bij “Inhoud” het voorbeeld zichtbaar, deze kan je bewerken en aanpassen. Via de HTML editor kan je zelf zien hoe dit sjabloon is opgebouwd, en daar waar nodig is aanpassingen maken in de HTML code.

22.2. Mailmerge functionaliteit

22.2.1. Opmaakprogramma

Ons opmaakprogramma heeft een gelijkwaardige werking als MS Word bij het tekstverwerken. Het heeft een afgekaderde (HTML) functionaliteit. Dat instrument bouwt effectief jouw sjablonen en heeft daarbij keuzes voor jou gemaakt en dat werkt doelgericht. Om een ‘Quote’ te maken moeten wij de inhoud een vaste positie geven. Dat doen we in ons sjabloon d.m.v. een tabel. Onderin bij het stappenplan staat beschreven hoe je zo’n tabel maakt.

22.2.2. Dynamische informatie

Wanneer je een factuur verstuurt naar jouw klant moet deze gevuld worden met (dynamische) informatie. Informatie die verschilt per klant. SuiteCRM geeft jou de mogelijkheid om dat te doen door het gebruik van specifieke PHP-variabelen die verwijzen naar gegevens uit een tabel van de databank zelf. Hoe kan je deze variabelen plaatsen op een positie in de tabel van jouw pdf?

22.2.3. Positioneer

Ga naar de tekst “invoegen velden”, boven de “Inhoud” van het opmaakprogramma. Selecteer hier nu de juiste module waarmee je iets wilt maken zoals Quotes. In de “keuzelijst” naast “invoegen velden” staan module gerelateerde variabelen. Positioneer nu jouw cursor in de juiste rij van een tabel. Druk op knop “Invoegen” bij de regel “Invoegen velden” als je de juiste variabele hebt gekozen. SuiteCRM plaatst nu de juiste variabele op de positie waar jij deze wilt hebben. Bekijk alle andere variabelen uit onze voorbeelden en plaats deze op de zelfde positie in jouw versie.

22.3. Voorbeeld PDF sjablonen

22.3.1. Opmaak Inhoud

22.3.1.1. Maken Tabel NAW

Klik in het Inhoud-veld van het opmaakprogramma. Zet de cursor op de gewenste plaats. Druk op “Invoegen tabel icoon” (icoon tabel met potlood). Voor Tabel NAW gaan we alle onderdelen verdelen in 6 rijen met 1 kolom. Noteer in de “pop-up” bij kolommen:1 en rijen:6. Zet de breedte op 100%. Druk op de knop “Invoegen”.
22.3.1.1.1. Voorbeeld
  1. zet in de eerste rij “Factuur”:
  2. laat de tweede rij leeg:
  3. plaats in de tweede rij de variabel $aos_quotes_billing_account:
  4. neem daarna alles over uit ons voorbeeld.

22.3.1.2. Tabel Factuur

Nu maken we de tweede tabel. Ga weer naar de “Invoegen tabel icoon” (icoon tabel met potlood) en druk erop. Noteer in de “pop-up” bij kolommen: 2 en rijen: 7. Zet de breedte op 100%. Druk op de knop “Invoegen”.
22.3.1.2.1. Voorbeeld
  1. plaats in de eerst rij links de tekst “Factuur”:
  2. zet in de tweede rij links de tekst “Factuurnummer”:
  3. plaats rechts daarvan de variabele $aos_invoices_number:
  4. neem daarna alles over uit ons voorbeeld.

22.3.1.3. Tabel Omschrijving

We maken nu de derde tabel. Ga naar de “Invoegen tabel icoon” (icoon tabel met potlood) en druk erop. Noteer in de “pop-up” bij kolommen: 5 en rijen: 12. Zet de breedte op 100%. Druk op de knop “Invoegen”.
22.3.1.3.1. Voorbeeld
  1. plaats in de eerst rij bij de eerste kolom “Omschrijving”:
  2. plaats in de tweede rij bij de eerste kolom de variabel $aos_products_quotes_name:
  3. neem daarna alles over uit ons voorbeeld.

22.3.1.4. De kop en voettekst

Nu hebben we de Inhoud af. We voegen nu de kop en voettekst van de PDF toe. Deze twee onderdelen staan gelijk aan de kop en voettekst van een brief en niet van een html sjabloon voor web ontwikkeling.

22.3.1.5. Tabel IBAN

We maken nu de laatste tabel. Ga naar de “Invoegen tabel icoon” (icoon tabel met potlood) en druk erop. Noteer in de “pop-up” bij kolommen: 1 en rijen: 5. Zet de breedte op 100%. Druk op de knop “Invoegen”.
22.3.1.5.1. Voorbeeld
  1. neem alles over uit ons voorbeeld.

22.3.1.6. Opmaak Kop en Voetteks

In dit geval kiezen we ervoor om een tabel te gebruiken. Het materiaal kan ook geplaatst worden in een < div > of < p >. Direct een tabel opmaken in de kop of voettekst kan niet. Daarom doen wij dat eerst bij het veld van Inhoud. Wanneer we klaar zijn met het opmaken, knippen en plakken we het resultaat en plaatsen het in de kop en voettekst van onze opmaakprogramma.
22.3.1.6.1. Voorbeeld
  1. geef aan de eerst en derde rij een “inlijn stijl” van: background-colour: red en border: 2px solid red:
  2. geef aan de twee rij een “inlijn stijl” van: background-colour: green en border: 2px solid green.
22.3.1.6.2. Eenvoudige Kop en voetteks
Kopieer en paste deze tabel uit het veld van de Inhoud en plaats het in de velden van Kop en voettekst. Ga naar de marges velden. Dit zijn de marges voor de pdf. Pas de marges aan hoe jij het wilt hebben op papier/pdf. Houd voldoende witruimte vrij. Nu heeft jouw pdf een eenvoudige Kop en voettekst. Veel is mogelijk, zoal het plaatsen van beeldmateriaal.

22.4. Hoe maak je gebruik van deze sjablonen?

Je hebt nu zelf een sjabloon gemaakt, maar hoe gebruik je deze? Wij hebben nu gewerkt aan een sjabloon voor een offerte. In dat geval ga je naar deze module. Je opent een proef offerte en drukt op de knop “Acties”. In deze drop-down kies je voor “Opslaan als PDF”. Je krijgt dat de pop-up “Selecteer een Template aub” te zien. Kies uit de lijst jouw net aangemaakte sjabloon. Het CRM maakt de pdf aan en wordt geopend in jouw standaard pdf reader. Druk in de pop-up van de pdf reader op “Open with”. De mailmerge functie heeft zijn werking gedaan en de sjabloon is gevuld met de juiste gegevens van de offerte. Sommige andere modules hebben deze functie ook en je maakt daarvan gebruik op dezelfde manier.

Hoofdstuk 23. Optie: Exact Koppeling

23.1. Wat doet Exact precies en welke modules kunnen informatie uitwisselen

Wanneer je besluit gebruik te maken van de Exact Koppeling moet je eerst zelf aan de Exact kant de koppeling configureren. Nadat de koppeling is ingesteld kunnen SuiteCRM en Exact met elkaar communiceren via de API en data gaan uitwisselen waardoor jij jouw gegevens gemakkelijk up-to-date kan houden. In de betrokken modules vul je jouw gegevens in en na opslaan worden alleen de gegevens uit specifieke velden gesynchroniseerd.
  • In de meeste gevallen werk je vanuit SuiteCRM en in enkele gevallen werk je vanuit Exact.
  • De volgende SuiteCRM modules zijn daarbij betrokken: Organisatie, Personen, Productcategorieën, Facturen en Producten.
  • In Exact zijn dat de modules Prospect, Klanten, Contactpersonen, Facturen, Artikelen en Artikelgroepen.
Wanneer je werkt met deze twee diensten moet je rekening houden met een bepaalde manier van werken. Sommige gegevens moet je als eerste instellen via Exact en dan synchroniseren naar SuiteCRM toe. Daarna maak je gebruik van SuiteCRM. Andere informatie kan je meteen invoeren via SuiteCRM en synchroniseren naar Exact toe. In de onderstaande uitleg per modules wordt aangegeven welke kant dat synchroniseren werkt. Als je in zo’n geval een verkeerde volgorde aanhoudt krijg je eerst een foutmelding en daarna wordt deze verandering niet opgeslagen. Je keert dan naar het LijstOverzicht van de gebruikte module terug.
  • Houd rekening mee dat het synchroniseren van informatie naar een van beide omgeving toe tijd kost. Dus heb je verandering doorgevoerd, maar zie je niets staan? Dan is er niets aan de hand, kijk over 15 minuten weer.
  • Let op: Exact ondersteunt niet “het koppelen van een record aan meerdere of one to many relations”. Bijvoorbeeld’: het is niet mogelijk om één persoon aan meerdere organisaties te koppelen. Dus je maakt in dat geval meerdere personen aan.

23.2. Hoe configureer je de integratie tussen Exact SuiteCRM

Wanneer je besluit beide diensten samen te gebruiken moet er eerst wel voor gezorgd worden dat de koppeling goed is geconfigureerd. Bij dat configureren gebruik je beide applicaties naast elkaar. Log op beide omgevingen in en gebruik als eerste Exact.

23.2.1. Maak verbinding met Exact Online

Open jouw Exact account en klik rechtboven op “Partners > Mijn App Center”.
  1. Klik daarna op de knop “Voeg (uw eerste) app toe in het App Center”.
  2. Als deze pagina is geladen log je nogmaals in met de optie “Inloggen” rechtsboven op de pagina.
  3. Klik daarna op de link “Mijn Apps beheren”.
  4. Klik op de knop “Een app toevoegen”.
  5. In de registratie pop-up voer je een logische naam in voor de applicaties en je noteert bij Redirect URI de URL die voor jouw CRM geldt. Voor deze URL moet je zijn in het CRM. Je vindt de instructies in de volgende paragraaf, waarin we de CRM-kant uitleggen.
  6. Log in als beheerder op jouw CRM.
  7. Ga in SuiteCRM naar “Gebruiker – drop-down > Beheer > Koppeling Exact Online > Koppeling activeren”.
  8. Bij het veld “Stel deze Redirect URL in bij Exact Online” staat de complete URL.
  9. Neem deze geheel over en plak dat bij het veld URI in de pop-up van Exact. Je wordt nu naar deze basis-instellingen van jouw test-app geleid.
  10. Op deze pagina vind je de verschillende unieke codes die nodig zijn voor de koppeling. Neem de “Client ID”, “Webhook secret” en “Client secret” over in het scherm van het CRM dat nog open staat.
  11. Je hebt nu alle informatie ingevoerd, waarna je de module inschakelt met de knop “Schakel de koppeling in”. Sla de gegevens op deze pagina op.
  12. Je wordt naar een nieuwe Exact inlogpagina gebracht. Log hier op in met jouw Exact-inloggegevens om de verbinding te bevestigingen.
  13. Hierna ga je weer terug naar SuiteCRM, bevestig deze handeling en klik op Opslaan.
  14. De koppeling tussen Exact Online en SuiteCRM is nu gereed en je kunt die gaan testen.

23.2.2. Instellingen koppeling

Pak weer jouw SuiteCRM omgeving erbij.
  1. Ga in SuiteCRM als beheerder naar “Gebruiker – drop-down > Beheer > Koppeling Exact Online > Instellingen koppeling”.
  2. Vul hier jouw email die gebruikt wordt voor het versturen van de facturen naar de klant.
  3. In Exact staan er een aantal standaard templates klaar.
  4. Bij veld “Selecteer de template voor de facturen” kan je uit die drop-down meerdere opties kiezen of een eigen selecteren na eerst aanmaken in Exact.

23.2.3. Webhooks

Bij webhooks bepaal je welke Modules er gebruikt mogen worden door Exact om alle wijzigingen in die module richting SuiteCRM te sturen. De gegevens die je in deze modules hebt opgeslagen kan je dus zowel bewerken in SuiteCRM als in Exact.
Staat de webhook uit, dan zal Exact geen wijzigingen verzenden naar SuiteCRM.

23.3. Gegevens synchroniseren tussen applicaties

Hieronder staat een overzicht van de verschillende modules die de koppeling ondersteunt. In de titel vind je de naam van de module in het CRM en tussen haakjes de naam van de module zoals die heet in Exact Online.
We raden aan de gegevens in het CRM in onderstaande volgorde toe te voegen, zodat deze correct wordt aangemaakt in Exact.
Omdat deze koppeling voornamelijk is gericht op “werken in SuiteCRM, versturen van facturen via Exact”, synchroniseren niet alle modules naar Exact en ook niet alle gegeven binnen de modules die wel synchroniseren. Bij elke module staat een tabel waarin is aangegeven welke gegevens er wel synchroniseren en welke niet.

23.3.1. Organisaties (Klanten / Prospects / etc)

Waar SuiteCRM één module “Organisaties” kent, deelt Exact die op in meerdere modules: Klanten, Suspects, Prospects, Leveranciers en Instanties. In een tabel verderop in deze paragraaf geven we aan hoe we die aan elkaar koppelen.
Wanneer je in SuiteCRM een nieuwe Organisatie invoert, of een bestaande wijzigt, dan synchroniseer die direct naar Exact Online. Als je een Klant / Prospect / etc in Exact aanmaakt, en de webhook voor deze module staat aan, dan zal die synchroniseren naar SuiteCRM.
De Module Organisatie is een centraal punt waaraan je gegevens in de andere modules zal koppelen. Dat gaat dan in dit verband primair om de modules Personen en Facturen.

 

Tabel 23.1. De volgende velden synchroniseren:

SuiteCRM Exact
Naam Naam
E-mail (primaire) E-mailadres
Telefoon (kantoor) Telefoon
Website Website
Omschrijving Opmerkingen
KvK nummer VATNumber
BTW nummer Btw-nummer
Type (zie tabel hieronder) Status / Leverancier / Instantie / etc…
Straat Adres: Adres
Postcode Adres: Postcode
Plaats Adres: Plaats
Staat Adres: Staat
Land (2 cijferige ISO A2-code) Adres: Land

 

Type / Status synchroniseren tussen SuiteCRM & Exact

Niet alle items van de drop-down Type worden gesynchroniseerd: de gebruikte termen zijn in aantal en omschrijving niet gelijk aan elkaar. In onderstaande tabel staat weergegeven welke termen aan elkaar worden gekoppeld.

 

Tabel 23.2. Vertaling van Type (CRM) naar Klant / Prospect / Leverancier / etc

SuiteCRM Exact
Klant Status: Klant
Prospect Status: Prospect
Anders Status: Suspect
Partner Leverancier
Wederwerkoper Dealer
Concurrent Concurrent
<Overige opties en leeg> Status: Geen

 

23.3.2. Personen (Contactpersonen)

Bij het aanmaken of wijzigen van een Persoon, zal die automatisch synchroniseren naar Exact. Is de Persoon gekoppeld aan een Organisatie, dan zal dat in Exact ook zo zijn. Als je een Contactpersoon in Exact aanmaakt, en de webhook voor deze module staat aan, dan zal die synchroniseren naar SuiteCRM.

Een persoon aan meerdere organisaties koppelen kan niet

Tijdens het aanmaken van een Persoon moet je altijd ook een Organisatie toewijzen.
Een persoon aan meerdere organisaties koppelen kan niet.
Exact ondersteunt niet het koppelen van één persoon aan meerdere organisaties. Wanneer je een nieuwe of een extra bestaande Organisatie hebt en je wilt deze koppelen aan een bestaande gebruiker dan wordt dat niet vanuit het CRM naar Exact gesynchroniseerd.
Er is wel een work-around. Je kan een bestaande record dupliceren in SuiteCRM en dan tijdens dat Proces de andere en juiste Organisatie toewijzen aan die Persoon. Op deze manier krijg je echter wel dubbele Persoonsrecords.

 

Tabel 23.3. De volgende velden synchroniseren:

SuiteCRM Exact
Achternaam Voornaam
Voornaam Achternaam
Aanhef (gecombineerd met voornaam) Titel
Functieomschrijving Functienaam
E-mail (primaire) E-mailadres
Telefoon (kantoor) Telefoon
Mobiel Mobiel
Omschrijving Opmerkingen
Adres-velden Synchronseert niet: het adres van de gekoppelde relatie wordt gekoppeld.

 

23.3.3. Productcategorieën (Artikelgroepen)

Exact werkt met Artikelgroepen, zodat je niet aan elk Artikel de juiste grootboeken hoeft te koppelen. Door die grootboeken met de juiste de Artikelgroepen te combineren en dus daar een Artikel (Product) aan te koppelen, gelden automatisch ook de aan de Artikelgroep gekoppelde grootboeken voor dat Artikel.
Het werken met Productcategorieën in SuiteCRM en Artikelgroepen uit Exact gaat op een andere manier dan de andere onderwerpen. Er is slechts eenweg-synchronisatie beschikbaar, waardoor het niet mogelijk is om in SuiteCRM de Productcategorieën aan te maken. Je maakt de Artikelgroepen dus aan in Exact, waarna je die naar SuiteCRM kunt synchroniseren.
  1. Maak in Exact een nieuwe Artikelgroep aan en vul alle velden in die van toepassing zijn. Vul in ieder geval de volgende velden in:
    • Code
    • Omschrijving
    • Omzet
    • Kostprijs verkopen
    • Voorraad / Kosten
  2. Sla dan de nieuwe Artikelgroep op.
  3. Ga nu naar de Module Productcategoriën in SuiteCRM en klik in de navigatie-kolom op de optie “Haal/update artikelgroepen” om jouw Artikelgroep te synchroniseren van Exact naar SuiteCRM.
Hierna zijn de Productcategoriën zichtbaar en bruikbaar in SuiteCRM. Gebruik diezelfde optie Haal/update Artikelgroep wanneer je nieuwe of gewijzigde Artigelgroepen wilt ophalen.

 

Tabel 23.4. De volgende velden synchroniseren:

SuiteCRM Exact
Naam Code
Omschrijving Omschrijving
Boekhoudpakket grootboek omzet Code Omzet
Boekhoudpakket grootboek kosten Code Kostprijs verkopen
Boekhoudpakket grootboek voorraad Code Voorraad / Kosten

 

23.3.4. Producten (Artikelen)

Maak een nieuw Product aan (Artikel in Exact). Vul in het CRM minimaal de volgende velden in: Product, Naam, Productcategorie, Onderdeelnummer, Inkoopprijs, Prijs en zet Productstatus op Actief. Sla het product op en deze is per direct ook beschikbaar in Exact Online. Als je een Artikel in Exact aanmaakt, en de webhook voor deze module staat aan, dan zal die synchroniseren naar SuiteCRM.
Om de consistentie te bewaren (bij reeds verstuurde facturen), is het niet mogelijk of wenselijk om Producten (Artikelen) te verwijderen uit SuiteCRM (Exact). Als je een product niet meer wilt gebruiken, dan zet je dat Product bij Productstatus op Inactief in SuiteCRM, of zet je in Exact bij “Actief tot” een datum uit het verleden om dat product op inactief te zetten.

 

Tabel 23.5. De volgende velden synchroniseren:

SuiteCRM Exact
Onderdeelnummer Code
Onderdeelnummer Zoekcode
Product naam Omschrijving
Omschrijving Extra omschrijving
Inkoopprijs Kostprijs / Nieuwe kostprijs
Prijs Verkoopprijs
Product categorie Artikelgroep
Productstatus Actief tot
Boekhoudpakket grootboek omzet Code Omzet
Boekhoudpakket grootboek kosten Code Kosten
Boekhoudpakket grootboek voorraad Code Voorraad

 

23.3.5. Facturen (Verkoopfacturen)

Een factuur bestaat uit twee delen:
  • De factuurgegevens
  • De orderegels
De koppeling synchroniseert beiden naar Exact Online.
Omdat Exact strakke regels hanteert over wat er wel en niet mag synchroniseren en dat die regels afhankelijk zijn van de status van een factuur (een verzonden factuur wil je immers niet zomaar aanpassen), is er een strakke werkwijze voor deze module. Deze is als volgt:
  1. Maak een nieuwe factuur aan.
  2. Vul dan in ieder geval alle verplichte velden in en voeg minimaal één orderregels met een product toe. Het is niet nodig om een Persoon of Adres te koppelen: die worden automatisch overgenomen uit de reeds eerder gesynchroniseerde Organisatie en daaraan gekoppelde Persoon.
  3. Sla de factuur op en zie dat deze de Boekhoudpakket Status “Nieuw” heeft gekregen.
  4. Controleer dat de factuur correct en compleet is en sla deze daarna op met de Boekhoudpakket Status “Aangemaakt”. De factuur wordt nu gesynchroniseerd naar Exact, waarna die wordt verzonden naar de klant. Je kunt dit ook in één keer doen voor meerdere facturen tegelijkertijd door de “Bulk update”-functie te gebruiken voor het aanpassen van de Boekhoudpakket Status.
  5. Als de webhook voor deze module aanstaat, dan zal Exact na enige tijd bericht geven dat de factuur verzonden is. De Boekhoudpakket Status wordt dan op “Verzonden” gezet. Je zult zien dat de factuur in zowel Exact als SuiteCRM daarna niet meer te bewerken is.

Opmerking

In de facturenmodule in het CRM zijn twee adresvelden zichtbaar. Exact gebruikt echter het adres van de Organisatie als factuuradres. Dat betekent dat deze velden in het CRM geen effect hebben op het factuuradres. Je kunt deze verwijderen uit de weergave m.b.v. Studio.

 

Tabel 23.6. De volgende velden synchroniseren:

SuiteCRM Exact
Referentie Omschrijving
Omschrijving Opmerkingen
Aanbiedingsdatum Orderdatum
Verloopdatum Betalingsconditie (berekend o.b.v. datum)
Organisatie Factuur voor
Totaal >= € 0 Type: Factuur
Totaal < € 0 Type: Creditfactuur
Orderregel: Hoeveelheid Orderregel: Aantal
Orderregel: Onderdeel Nummer Orderregel: Artikel
Orderregel: Korting Orderregel: Korting (omgerekend naar % als nodig)
Orderregel: Btw % Orderregel: Btw-code
Orderregel: Unit Orderregel: Nettoprijs
Orderregel: Prijslijst Orderregel: Standaardprijs

 

23.4. Synchronsiatie-richtingen

Zowel Exact Online als SuiteCRM zijn uitgebreide applicaties. Zoals verwacht mag worden, zijn de indeling en de werking van beide applicaties niet op elkaar afgestemd, waardoor er een beperkt deel van de gegevens synchroniseert tussen de systemen. Op dit moment ondersteunen wij de volgende opties:

 

Tabel 23.7. Synchronisatie-richtingen

Module Richting A W V
Organisatie (Klant/Prospect/etc) CRM => Exact X X X
Organisatie (Klant/Prospect/etc) Exact => CRM X X X
Persoon (Contactpersoon) CRM => Exact X X X
Persoon (Contactpersoon) Exact => CRM X X X
Productcategorie (Artikelgroep) CRM => Exact
Productcategorie (Artikelgroep) Exact => CRM X X
Product (Artikel) CRM => Exact X X X
Product (Artikel) Exact => CRM X X X
Factuur (Verkoopfactuur) CRM => Exact X X X*
Factuur (Verkoopfactuur) Exact => CRM X X

 

Legenda:

  • A: Aanmaken
  • W: Wijzigen
  • V: Verwijderen
  • *: Verwijderen in Exact is niet meer mogelijk na een bepaalde factuurstatus
  • **: Alleen het factuurnummer bij verzenden en wijzigingen in de factuurstatus.

23.5. Bekende foutmeldingen en problemen

Foutmelding: Ongeldig: Factuur voor (Type)
Betekenis: De factuur die je aan het bewerken bent hangt aan een Organisatie met een type waaraan je in Exact geen facturen kunt versturen. Verander het type bij de betreffende Organisatie eerst in bijvoorbeeld ‘Klant’, voordat je nogmaals probeert op de factuur te synchroniseren naar Exact.